De vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht | Deel 4: Afspraak is afspraak?

  • event15-12-2020
  • schedule12:15
  • timer4 minuten

Een algemeen rechtsbeginsel luidt: pacta sunt servanda. Het beginsel houdt in dat gemaakte afspraken moeten worden nagekomen. Dit geldt ook voor een vaststellingsovereenkomst (VSO). Wanneer u een VSO tekent, moeten de hierin neergelegde verplichtingen door partijen worden nageleefd. Maar wat doet u als de andere partij niet meewerkt of geen uitvoering geeft aan de afspraken? Wat zijn dan uw mogelijkheden? In de laatste blog van onze vierdelige reeks over de VSO gaan we in op de juridische afdwingbaarheid van de VSO.

Bedenktermijn voor de werknemer

Vooropgesteld heeft de werknemer het recht binnen veertien dagen en zonder opgave van redenen af te zien van de gesloten VSO. Dit wordt ook wel de wettelijke bedenktermijn genoemd, die – alleen – de werknemer kan inroepen door de werkgever hierover schriftelijk te berichten. Veel moeite is hiervoor niet nodig, het sturen van een simpel mailtje of een appje naar de werkgever is volgens de huidige rechtspraak al voldoende. Het gevolg is dat de VSO door deze mededeling wordt ontbonden en geacht wordt niet te zijn gesloten. Als de ontbindingstermijn ongebruikt is verstreken kunnen partijen niet eenvoudig onder de gemaakte afspraken in de VSO uitkomen.

Wanprestatie

Werkgever en werknemer kunnen na het verstrijken van de bedenktermijn een beroep doen op de afspraken uit de VSO en deze zo nodig afdwingen als een van de partijen de afspraken niet nakomt. In dat laatste geval wordt ook wel gesproken van “wanprestatie”. Van wanprestatie is sprake als de werkgever of werknemer tekortschiet in de uitvoering van één van de in de VSO opgenomen verplichtingen. Een paar simpele voorbeelden ter verduidelijking: een werkgever keert de afgesproken beëindigingsvergoeding niet uit of de werknemer levert de leaseauto of bedrijfslaptop niet in, terwijl hierover in de VSO afspraken zijn opgenomen. Andere voorbeelden zijn het door de werkgever niet uitbetalen van het (juiste aantal) vakantiedagen of het door de werknemer schenden van het in de VSO opgenomen concurrentie-, relatie- of geheimhoudingsbeding.

Remedies

Als een partij wanprestatie pleegt, zijn er verschillende juridische middelen die hiertegen kunnen worden ingezet, zoals het vorderen van nakoming, het opschorten van de eigen verplichting(en) of het vorderen van schadevergoeding.

Ingebrekestelling en verzuim
Voornoemde juridische mogelijkheden zijn meestal pas beschikbaar als de schuldenaar in verzuim is. Verzuim is volgens de wet een toestand waarin een schuldenaar verkeert als hij zijn verplichtingen niet nakomt. De partij die tekort schiet moet hiervan op de hoogte worden gesteld. Dit gebeurt doorgaans met een ingebrekestelling. Dit is een schriftelijke aanmaning van bijvoorbeeld de werkgever die de werknemer een laatste kans geeft om alsnog binnen een bepaalde termijn deugdelijk na te komen.

Nakoming en opschorting
Terug naar het voorbeeld van de leaseauto. Geeft de werknemer deze niet af, dan doet de werkgever er verstandig aan een ingebrekestelling te versturen met het verzoek de leaseauto alsnog binnen een bepaalde termijn terug te geven. Met andere woorden, de werkgever verzoekt in deze brief nakoming van de gemaakte afspraak. Als de werknemer dit vervolgens niet doet, verkeert de werknemer in verzuim. In dat geval kan nakoming van de verplichting, dus afgifte van de leaseauto, bij de rechter worden gevorderd. Ook kan de werkgever zich beroepen op opschorting (van zijn eigen verplichtingen). Praktisch gezien betekent dit dat de werkgever in bovenstaand voorbeeld kan wachten met het uitkeren van de beëindigingsvergoeding totdat de leaseauto door de werknemer is ingeleverd.

Een ingebrekestelling is overigens niet nodig wanneer een bepaalde termijn is gesteld, bijvoorbeeld wanneer de werknemer de leaseauto binnen twee weken na ondertekening van de VSO moest inleveren. Verstrijkt de gestelde termijn, dan is hij in verzuim zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is.

Schadevergoeding
Staat de wanprestatie vast? Dan kan in sommige gevallen schadevergoeding worden gevorderd. Van belang is dat de tekortkoming kan worden toegerekend aan degene die de VSO niet nakomt. Dus ingeval de werknemer zonder (duidelijke) reden blijft weigeren de auto af te geven.

Voor schadevergoeding is nodig dat de nakoming blijvend onmogelijk is (dus als de leaseauto bijvoorbeeld is uitgebrand) of dat de tekortschietende partij in verzuim is (dus na een ingebrekestelling). In de eerste situatie spreekt men van vervangende schadevergoeding, dus bijvoorbeeld een vergoeding voor de kosten die de werkgever maakt voor de aanschaf van een nieuwe leaseauto. In de tweede situatie gaat het om een aanvullende of bijkomende schadevergoeding. Bijvoorbeeld een vergoeding voor de kosten die de werkgever redelijkerwijs heeft moeten maken om de leaseauto bij de werknemer op te halen.

Tot slot

Enkele praktische tips ter afsluiting. Het is belangrijk dat u zich goed realiseert welke partij welke verplichtingen uit de VSO draagt. Verder is het relevant goed in de gaten te houden of de betreffende verplichtingen door de andere partij deugdelijk en tijdig worden nakomen. Wordt er niet (tijdig) nagekomen dan bestaan er verschillende juridische mogelijkheden, waaronder – onder omstandigheden – het vorderen van nakoming, het opschorten van de eigen verplichtingen en het eventueel afdwingen van deze verplichtingen bij de rechter. Het is van belang dat u de juiste stappen doorloopt, zodat de kans groter is dat uw vordering door de rechter wordt toegewezen.

Heeft u een vraag over de in deze blog genoemde juridische mogelijkheden of een andere vraag naar aanleiding van onze blogreeks ? Neem dan contact op met onze sectie arbeidsrecht.

De vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht | Blogreeks

Geschreven door:

Marjolein Moorman

Marjolein Moorman studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisaties Privaatrecht en Arbeidsrecht. Ook heeft zij een semester aan de University of Aruba gestudeerd. Marjolein is bestuurslid van de Oranjevereniging Groningen en verantwoordelijk voor de 'juridische zaken'. Daarnaast is zij lid van de Jongeren Commerciële Club in Groningen.

Marjolein Moorman studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisaties Privaatrecht en Arbeidsrecht. Ook heeft zij een semester aan de University of Aruba gestudeerd. Marjolein is bestuurslid van de Oranjevereniging Groningen en verantwoordelijk voor de 'juridische zaken'. Daarnaast is zij lid van de Jongeren Commerciële Club in Groningen.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.