Op 3 april 2020 schreef ik een blog over de gang van zaken bij de rechtspraak tijdens de huidige crisis. Op het moment van finalisering van die blog (op 2 april 2020) was (voor de civiele rechtspraak) een vijftal tijdelijke regelingen gepubliceerd op de site van de rechtspraak.
Inmiddels is het aantal civielrechtelijke (sectorspecifieke) tijdelijke regelingen uitgebreid tot elf en is bovendien een Algemene regeling zaaksbehandeling Rechtspraak (hierna: de “Algemene Regeling”) gepubliceerd. Ook voor bestuurs-, straf- en belastingrechtzaken zijn tijdelijke regelingen gaan gelden.
De nu gepubliceerde regelingen zijn:
(i) de Tijdelijke regeling bestuursrecht;
(ii) de Tijdelijke regeling belastinghoven;
(iii) de Tijdelijke regeling voor handel en kantonzaken;
(iv) de Tijdelijke afwijkende regeling voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken;
(v) de Tijdelijke regeling rolzaken kanton Rechtbank;
(vi) de Tijdelijke regeling kortgeding handel/familie;
(vii) de Tijdelijke regeling Insolenties rechtbanken i.v.m. corona;
(viii) de Tijdelijke regeling familie- en jeugdzeken rechtbanken;
(ix) de Tijdelijke regelinghandelszaken hoger beroep;
(x) de Tijdelijke regeling familie- en jeugdzaken hoven; en
(xi) de Tijdelijke regeling strafrecht.
De onder (iii) vermelde Tijdelijke regeling is de kapstok voor (iv) en (v) alsmede de onder (vi) vermelde Tijdelijke regeling kort geding handel en familie, die in de vorige blog is besproken.
Hierna ga ik in op de Algemene Regeling, die de praktische kant van de procedures tijdens de coronacrisis regelt. Het gaat om:
(i) algemene regels;
(ii) aanwijzing van zeer urgente zaken (zogenoemde ‘Lijst 1-zaken’);
(iii) aanwijzing van overige urgente zaken (zogenoemde ‘Lijst 2-zaken’);
(iv) aanwijzing van overige zaken;
(v) wraking en mediations; en
(vi) overige bepalingen.
Deze gaan over mondelinge behandelingen en de manier waarop je stukken mag indienen.
Mondelinge behandelingen
Zoals inmiddels bekend zijn de mondelinge behandelingen met fysieke aanwezigheid van procespartijen tot nader order in de ban gedaan. Zeer urgente zaken (Lijst 1) moeten zoveel mogelijk schriftelijk worden afgewikkeld, of via een telefonische (beeld-)verbinding. Daar mogen geen opnames worden gemaakt.
In die uitzonderingsgevallen waarin wel een ‘echte’ mondelinge behandeling plaatsvindt, volgt de rechtspraak de richtlijnen van het RIVM. Dat zal inhouden dat alleen de grotere zittingszalen kunnen worden gebruikt, om steeds ten minste anderhalve meter uit elkaar te kunnen zitten.
Veilig mailen
Het indienen van processtukken gebeurt meestal nog ouderwets, via de post. De Algemene Regeling maakt het echter mogelijk om vanaf 9 april 2020 tot nader order processtukken in te dienen via de ‘Veilig mailen’-voorziening van de Rechtspraak. Daaraan zijn wel voorwaarden verbonden. Die voorwaarden beogen onder meer de organisatie van binnenkomende mails voor de rechtbanken eenvoudiger te maken.
Interessant is dat het tijdstip van ontvangst van een processtuk wordt bepaald aan de hand van het ontvangstmoment van dat stuk in de ‘Veilig mailen’-box van de rechtbank. Dat is hetzelfde als het verzendtijdstip in de ‘Sent items’-box van de verzender. Als een conclusie van antwoord op woensdag 15 april 2020 om 10.00 uur binnen moet zijn, dan kan dat met ‘Veilig mailen’ uiterlijk tot 9:59 uur worden ingediend. Bij verzending per post zal het document uiterlijk de middag ervóór rond 17:00 uur door de post worden opgehaald.
Per rechtsgebied zijn er Lijst 1-zaken benoemd. In het algemeen zijn dat zaken die niet kunnen wachten op een snel rechterlijk oordeel. Als van een Lijst 1-zaak sprake is, neemt de rechtbank contact op met de advocaat van de betrokken procespartijen. Per rechtsgebied zijn de Lijst 1-zaken in specifieke reglementen opgenomen.
Denk bij handelszaken bijvoorbeeld aan urgente kort gedingen en beslagrekesten, maar ook verzoeken tot verlenging van een huurovereenkomst. Interessant bij die laatste is dat in beginsel geen ontruiming wordt uitgesproken. In hoger beroep staan alleen spoedappellen in kort geding op Lijst 1.
De eigen aangifte van een faillissement staat ook op Lijst 1, net als bijvoorbeeld gijzelingszaken.
In het familie- en jeugdrecht zijn logischerwijs relatief veel categorieën van zaken op Lijst 1 gezet. Denk daarbij onder meer aan voorlopige ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen van jeugdigen.
Voor de Lijst 2-zaken (wel urgent maar niet zeer urgent) verwijst de Algemene Regeling naar de specifieke tijdelijke regelingen. Klik hier voor die regelingen.
Met de wijzigingen in de rechtspraak zijn geschillen en problemen niet ineens van de baan. Nieuwe zaken kunnen dan ook gewoon nog worden aangebracht. Dat gaat op de manier zoals volgens de gewone procesreglementen kan. In die zaken vindt de procedure zoveel mogelijk schriftelijk plaats.
Per rechtsgebied bepalen de specifieke reglementen welke zaken op Lijst 2 staan. Voor handelszaken zijn dat bijvoorbeeld (gewone) kort gedingen, huurzaken en bepaalde verzoekschriftprocedures.
In strafzaken worden alle niet-urgente zaken uitgesteld of aangehouden. Dat gaat zelfs zover dat het Openbaar Ministerie dagvaardingen die zijn verzonden, weer intrekt. Daarover is momenteel, en begrijpelijk, veel onrust onder strafpleiters.
Heb je het idee dat de rechter niet onpartijdig is, dan is wraking mogelijk. De wrakingsprocedure gaat op dezelfde manier als de hoofdprocedure. Is dat een Lijst 1-zaak, dan gaat zij dus schriftelijk of via een telefonische (beeld-)verbinding.
Tot nader order worden geen nieuwe mediations opgestart.
Mocht u met vragen rondlopen, of die nu gaan over een lopende procedure of een nieuw geschil, onze procesadvocaten helpen u graag. En als het even kan, proberen we in dat laatste geval – coronacrisis of niet – een oplossing in onderling overleg te bewerkstelligen. Uw eerste aanspreekpunt is Harm Jan Tulp.
Harm Jan had als advocaat van consumenten een leidende rol in de aandelenlease-affaire. Ook was hij betrokken bij de totstandkoming van enkele grote woekerpolisschikkingen. Harm Jan is bestuurslid van de Stichting Collectiefonds Fries Museum, lid van het bestuur van de vereniging van advocaten in Friesland. Hij doceert voor het CPO en is geregeld spreker op seminars en congressen. Harm Jan is co-auteur van de SDU-uitgave Commentaar financieel recht. Tevens wordt Harm Jan Tulp regelmatig gevraagd voor het televisieprogramma Kassa, als het gaat om actualiteiten op het gebied van financieel recht. Harm Jan Tulp is ruim twintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.
Harm Jan had als advocaat van consumenten een leidende rol in de aandelenlease-affaire. Ook was hij betrokken bij de totstandkoming van enkele grote woekerpolisschikkingen. Harm Jan is bestuurslid van de Stichting Collectiefonds Fries Museum, lid van het bestuur van de vereniging van advocaten in Friesland. Hij doceert voor het CPO en is geregeld spreker op seminars en congressen. Harm Jan is co-auteur van de SDU-uitgave Commentaar financieel recht. Tevens wordt Harm Jan Tulp regelmatig gevraagd voor het televisieprogramma Kassa, als het gaat om actualiteiten op het gebied van financieel recht. Harm Jan Tulp is ruim twintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.