Valkuilen bij handel in stikstofrechten

  • event19-08-2022
  • schedule08:00
  • timer4 minuten

Extern salderen en handel in stikstofrechten

Veel Nederlandse veehouderijen beschikken over een natuurvergunning, gebaseerd op de Wet natuurbescherming. Met die vergunningen is het toegestaan om, met een hoeveelheid vee, stikstofdepositie te veroorzaken in beschermde natuurgebieden (de Natura 2000-gebieden).[1] Dit fenomeen wordt in de praktijk doorgaans aangeduid met de term ‘stikstofrechten’.

Het overheidsbeleid om stikstofdepositie te verminderen, vormt een belemmering voor nieuwe natuurvergunningen. Om dit (deels) op te lossen, is het bij veel provincies mogelijk om extern te salderen. Als een bedrijf met een natuurvergunning stopt of inkrimpt, kan die vergunning worden ingetrokken of aangepast. In dat geval komt er in beginsel capaciteit vrij voor stikstofdepositie. Onder voorwaarden mag zeventig procent van die capaciteit worden gebruikt voor het verlenen van een natuurvergunning aan een ander bedrijf. De resterende dertig procent komt ten goede aan de algemene vermindering van stikstofdepositie.[2]

Extern salderen heeft geleid tot handel in stikstofrechten. Daarbij worden deze rechten door het ene bedrijf ‘verkocht’ aan het andere bedrijf. Omdat tijdelijk extern salderen ook mogelijk is, komt ook ‘verleasen’ voor. Het is echter zeer de vraag of dergelijke handel – gericht op het overdragen (of in gebruik verstrekken) van stikstofrechten – wel mogelijk is.

Bestaan overdraagbare stikstofrechten?

Om stikstofrechten te kunnen overdragen, moeten zij overdraagbare vermogensrechten zijn.[3] Of dat het geval is, blijkt (nog) niet duidelijk uit de rechtspraak. De rechtsliteratuur is niet eenduidig, maar de tendens is dat dit niet zo is.

Stikstofrechten zijn niet in de wet gedefinieerd. Zij zouden voortvloeien uit natuurvergunningen. Met een natuurvergunning wordt echter niet een bepaalde stikstofdepositie vergund. Er worden op een locatie bepaalde activiteiten vergund (zoals het exploiteren van een veehouderij).[4] Stikstofdepositie is daar (slechts) een afgeleide van. Het is dan ook goed mogelijk dat stikstofrechten als zodanig niet bestaan. In dat geval kunnen zij ook niet worden overgedragen (en evenmin in gebruik worden verstrekt).

Zelfs als stikstofrechten wel bestaan, is het van belang dat een natuurvergunning naar haar aard locatiegebonden is. Relevant is namelijk de impact van de betreffende bedrijfslocatie op de natuurgebieden in de omgeving. Het afsplitsen van stikstofrechten uit een natuurvergunning, om ze over te dragen (of in gebruik te verstrekken), zou daar haaks op staan.[5] Dat lijkt dus ook om die reden onmogelijk.

Problemen bij het verkopen of verleasen van stikstofrechten

Het verkopen of verleasen van stikstofrechten lijkt dus überhaupt niet mogelijk. Verder sluit het ook niet aan op wat extern salderen in feite is. Het gaat daarbij immers om het intrekken of aanpassen van de ene natuurvergunning ten behoeve van het verlenen van een andere natuurvergunning. 

Overeenkomsten waarin stikstofrechten worden verkocht of verleased zijn daarom risicovol. Zij kunnen leiden tot uitlegproblemen en discussie over de (wijze van) nakoming. Bovendien kan bij die overeenkomsten uit het zicht raken dat voor extern salderen toestemming nodig is van de overheid. Daarvan zal niet per definitie sprake zijn, zelfs niet als de betrokken bedrijven voldoen aan de voorwaarden. Zo moet de overheid inzicht geven in andere maatregelen die stikstofdepositie kunnen verminderen in het betreffende natuurgebied. Als dat niet lukt, mag geen toestemming worden verleend voor extern salderen.[6]

In pachtverhoudingen levert het denken in termen van verkopen of verleasen van stikstofrechten nog een risico op. Hierdoor kan worden miskend dat feitelijk een natuurvergunning wordt ingetrokken of aangepast. Dat kan ernstige wanprestatie opleveren in het kader van de pachtovereenkomst. Het kan namelijk (blijvend) belemmeren dat op de pachtlocatie nog een veehouderij wordt geëxploiteerd.

Aanbevelingen voor overeenkomsten over extern salderen

Het verkopen of verleasen van stikstofrechten is dus problematisch. Bedrijven die extern willen salderen, doen er daarom verstandig aan hun overeenkomst anders vorm te geven. In de kern kan daarin worden bepaald:

  1. dat partij 1 bepaalde activiteiten met stikstofdepositie (al dan niet deels of tijdelijk) aantoonbaar dient te staken;
  2. dat partij 1 ook dient te zorgen dat de daarvoor verstrekte natuurvergunning overeenkomstig wordt ingetrokken of aangepast;
  3. dat de daardoor ontstane capaciteit voor stikstofdepositie kan worden gebruikt voor een natuurvergunning voor partij 2, voor bepaalde (al dan niet in tijd beperkte) activiteiten met stikstofdepositie;
  4. dat partij 2 hiervoor een bepaalde vergoeding dient te betalen aan partij 1;
  5. welke risicoverdeling en (eventuele) overige gevolgen intreden als het extern salderen onverhoopt niet slaagt (bijvoorbeeld als overheidstoestemming uitblijft).

Verder is het van belang om de overeenkomst goed af te stemmen op het provinciale beleid en de specifieke situatie (met extra waakzaamheid bij pacht).

Concluderend is het raadzaam om niet meer te denken in termen van handel in stikstofrechten. Zo kunnen bij overeenkomsten over extern salderen veel valkuilen worden vermeden.[7]

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan contact op met Guus Benes.

Heeft u (andere) vragen over agrarisch recht? Neem dan contact op met Guus Benes of Jan-Gerrit Meijerink.

[1] Eventuele andere grondslagen voor legale stikstofdepositie, zoals een milieuvergunning, blijven in deze blog buiten beschouwing.

[2] Een overzicht van de provinciale beleidsregels voor extern salderen is gepubliceerd op https://www.bij12.nl/onderwerp/stikstof/passende-beoordeling/provinciale-beleidsregels-salderen/.

[3] Zie de artikelen 3:1 BW, 3:6 BW, 3:80 BW en 3:83 BW.

[4] Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2020:1528.

[5] Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNNE:2021:1799.

[6] Zie https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RVS:2021:2627.

[7] Geraadpleegde rechtsliteratuur: E.H.M. Harbers, ‘Stikstofrechten en pacht, een eerste gedachte’, TvAR 2021/3; F. Gietema-van der Heide, ‘Geen recht op stikstofrechten voor de pachter’, TvAR 2021/5; R. Ligtvoet, ‘Stikstofrechten: gouden bergen of gebakken lucht?’, TvAR 2021/12; D.W. Bruil en R. Ligtvoet, ‘Stikstofrechten bestaan niet’, TvAR 2022/5.

Geschreven door:

Guus Benes

Guus Benes studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met een dubbele specialisatie: privaatrecht en bedrijfsrecht. Sinds 2013 is hij actief als advocaat. Hij houdt zich met name bezig met huurrecht, verbintenissenrecht, ondernemingsrecht en agrarisch recht. In 2020 rondde hij de VHA specialisatieopleiding huurrecht cum laude af. Guus Benes is onder meer lid van de Vereniging van Huurrecht Advocaten en van de Nederlandsche Tafelronde (RT55 Emmen).

Guus Benes studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met een dubbele specialisatie: privaatrecht en bedrijfsrecht. Sinds 2013 is hij actief als advocaat. Hij houdt zich met name bezig met huurrecht, verbintenissenrecht, ondernemingsrecht en agrarisch recht. In 2020 rondde hij de VHA specialisatieopleiding huurrecht cum laude af. Guus Benes is onder meer lid van de Vereniging van Huurrecht Advocaten en van de Nederlandsche Tafelronde (RT55 Emmen).

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.