- 20-11-2023
- 08:00
- timer 3 minuten
Met ingang van 15 november 2023 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking getreden. Deze wet wijzigt de regels die van toepassing zijn op de turboliquidatie van een rechtspersoon (zoals een B.V. of een stichting).
In het kort is de turboliquidatie een vereenvoudigde manier om rechtspersonen op eigen initiatief te ontbinden. Van de turboliquidatie kan gebruik worden gemaakt als de rechtspersoon op het moment van het ontbindingsbesluit geen baten (meer) heeft.
De rechtspersoon houdt dan onmiddellijk op te bestaan en er is geen sprake van een formele vereffeningsfase. Voorafgaand aan de turboliquidatie wordt al wel feitelijk vereffend.
Problematiek bij de turboliquidatie
Het is mogelijk om te turboliquideren als de rechtspersoon nog schulden heeft. Schuldeisers hebben in het geval van turboliquidatie een lastige positie, omdat zij geen bezwaar kunnen aantekenen tegen de feitelijke vereffening en verdeling van de baten die voorafgaande aan de turboliquidatie heeft plaatsgevonden.
Ook hebben zij geen inzicht in de financiële administratie van de ontbonden rechtspersoon, omdat het gebrek aan een formele vereffeningsfase ook betekent dat de rechtspersoon zulke stukken niet openbaar hoeft te maken. Daarnaast is er geen plicht tot openbaarmaking van een jaarrekening voor het boekjaar waarin de rechtspersoon wordt ontbonden. Dit zijn dan ook redenen waarom de turboliquidatie als fraudegevoelig kan worden gezien. De wetgever probeert met de nieuwe regels meer transparantie aan te brengen om de positie van de schuldeiser te versterken en de fraudegevoeligheid van de turboliquidatie te beperken. Bovendien zal dit de financiële verantwoording verbeteren en beschermen.
Wat zijn de nieuwe regels voor de turboliquidatie?
Om de hierboven beschreven problematiek aan te pakken introduceert de wetgever een aantal nieuwe regels voor de turboliquidatie. De nieuwe regels hebben vooral een transparantere vorm van turboliquideren tot gevolg. Binnen veertien dagen na ontbinding van de rechtspersoon zal het bestuur van de turbogeliquideerde rechtspersoon de volgende stukken bij het handelsregister moeten deponeren:
- een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;
- een beschrijving van (i) de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding van de rechtspersoon; (ii) indien van toepassing de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld; en (iii) indien van toepassing, de redenen waarom een of meerdere schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven; en
- de jaarrekening inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, als er met betrekking tot die jaarrekeningen een openbaarmakingsplicht bestaat waar nog niet aan is voldaan (inclusief, in voorkomend geval, de vereiste accountantsverklaring).
Het niet voldoen aan bovenstaande verantwoordingsplicht is een economisch delict. Na deponering van de hiervoor genoemde stukken bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel moet het bestuur van de turbogeliquideerde rechtspersoon onverwijld daar mededeling van doen aan de schuldeisers van die rechtspersoon. Het schenden van deze bekendmakingsplicht is geen economisch delict.
Naast bovenstaande verantwoordings- en bekendmakingsplicht, introduceert de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie een ander instrument, namelijk een bestuursverbod voor de duur van maximaal vijf jaren. Kort gezegd kan aan een bestuurder van een turbogeliquideerde rechtspersoon een bestuursverbod worden opgelegd als hij niet heeft voldaan aan zijn verantwoordingsplicht. Een bestuursverbod kan ook worden opgelegd in het geval de bestuurder namens de turbogeliquideerde rechtspersoon doelbewust handelingen heeft verricht of nagelaten waardoor één of meer schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld.
Ook kan een bestuursverbod worden opgelegd als de betreffende bestuurder in de twee jaren voorafgaande aan de turboliquidatie minimaal twee keer eerder betrokken was bij (i) een faillissement van een rechtspersoon óf (ii) bij een beëindiging van een rechtspersoon via turboliquidatie en hem ter zake een persoonlijk verwijt treft. Belangrijk is echter wel dat alleen het OM de rechter kan verzoeken om zo’n bestuursverbod aan iemand op te leggen.
De hierboven beschreven nieuwe regels voor de turboliquidatie zijn in beginsel tijdelijk en gelden voor een periode van twee jaar.. Het is evenwel mogelijk dat in de komende jaren een verlenging aangenomen zal worden.
Vragen?
Heeft u vragen over de turboliquidatie van rechtspersonen? Neem dan contact op met één van onze ondernemingsrechtspecialisten.