Meststoffenwet: Europese regels en een Nederlands probleem

  • event24-05-2024
  • schedule08:00
  • timer4 minuten

Het uitrijden van mest is volop in het nieuws. De uitzonderingspositie van Nederlandse agrariërs in het Europese mestbeleid komt tot een einde. Daardoor zijn agrariërs bang voor een enorme kostenpost. Door het wegvallen van de uitzonderingspositie moeten zij namelijk veel meer mest gaan afvoeren en dat is duur. In deze blog vertellen wij u daarom meer over de Meststoffenwet en de uitwerking daarvan.

Welke regels zijn relevant bij het uitrijden van mest?

De regels over het uitrijden van mest staan in de Meststoffenwet. Deze wet is met name gebaseerd op de Europese Nitraatrichtlijn. Die richtlijn is opgesteld ter voorkoming van verdere waterverontreiniging door onder andere mest. Hiervoor moeten de lidstaten gebieden aanwijzen als kwetsbare zones. Nederland heeft met de Meststoffenwet het gehele grondgebied als kwetsbaar aangewezen. Onder deze wet hangen een uitvoeringsbesluit en een uitvoeringsregeling. De wet- en regelgeving ziet op de gebruiksnormen, de verantwoording en de bepaling van de hoeveelheid mestproductie.

Een belangrijk onderdeel van de wet- en regelgeving zijn de gebruiksnormen voor stikstof. Deze normen bepalen hoeveel stikstof per jaar maximaal op een hectare landbouwgrond mag worden gebruikt. Boeren in Nederland mogen, onder voorwaarden van de Europese Unie, sinds 2006 meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken dan in de Europese richtlijn staat. Dit wordt derogatie genoemd. De derogatie wordt tot en met 2025 afgebouwd. De gefaseerde afbouw leidt ertoe dat in 2026 ook voor Nederlandse boeren de Europese norm geldt voor dierlijke mest.

De Nitraatrichtlijn verplicht verder tot het toepassen van een goede landbouwpraktijk bij het uitrijden van mest. Daarom volgen uit de Meststoffenwet ook regels voor (het beperken van) uitrijdperiodes, de manieren om mest uit te rijden en de capaciteit van mestopslagen bij veehouders.

Om de milieubelasting door mest terug te dringen geldt sinds 2018 ook het fosfaatrechtenstelsel. Dit stelsel is geïntroduceerd vanwege het vervallen van de melkquotering in 2015 en de daarmee gepaard gaande groei van melkveehouderijen.

Wat schrijft de Meststoffenwet voor bij een mestoverschot?

Bij een mestoverschot mogen agrariërs niet alle dierlijke mest op het eigen land uitrijden. Daardoor moeten zij een deel van deze mest laten verwerken. De mest wordt bijvoorbeeld verbrand of geëxporteerd. Verder kan er kunstmest van worden gemaakt. De Meststoffenwet bevat regels voor het vervoeren en laten afnemen van mest. Zo moeten bedrijven die mest vervoeren een realtime Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (rVDM) invullen. Daarnaast dient de dierlijke mest bemonsterd te worden. Een erkend laboratorium voert periodieke analyses uit op die monsters.

Voor agrariërs is een gedegen administratie van meststoffen zeer belangrijk. Zo kan elk jaar een betrouwbare inschatting worden gemaakt van het voorgenomen gebruik van mest. Daardoor kan overtreding van de Meststoffenwet worden voorkomen. De gegevens die op basis van de Meststoffenwet worden bijgehouden, moeten eenmaal per jaar worden overgelegd aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).  

Hoe werkt het toezicht op de naleving van de Meststoffenwet?

Het toezicht op de naleving van de Meststoffenwet is een taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft alle overtredingen van de meststoffenwetgeving aangemerkt als ernstige overtredingen, omdat het volgens de NVWA gaat om: ‘feiten die naar hun aard en omvang grote gevolgen kunnen hebben voor natuur en het milieu, de veiligheid van de mens, de gezondheid van de mens, dier of plant of het dierenwelzijn.’[1] Op (ernstige) overtredingen wordt streng gehandhaafd.

Een overtreding van de gebruiksnormen in de Meststoffenwet is een economisch delict (in de zin van de Wet op de economische delicten). Daarom kan daartegen strafrechtelijk worden opgetreden door de NVWA, onder leiding van het Openbaar Ministerie.

In beginsel wordt echter niet strafrechtelijk maar bestuursrechtelijk gehandhaafd. Bestuursrechtelijk optreden is een taak van de RVO. De bestuursrechtelijke handhaving van de Meststoffenwet kent zowel bestraffende maatregelen als herstelmaatregelen.

Een bestraffende bestuursrechtelijke maatregel is de bestuurlijke boete. De hoogte van een bestuurlijke boete bij overtreding van de Meststoffenwet is in beleid vastgelegd.

Herstelmaatregelen zijn de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang. Als iemand een last onder dwangsom ontvangt, dan is diegene gehouden om de overtreding te herstellen naar een legale situatie. Gebeurt dat niet binnen de termijn die in de last wordt gesteld, dan verbeurt diegene een dwangsom. Ook bij bestuursdwang dient de overtreding te worden hersteld naar een legale situatie. Als de overtreder dat niet tijdig doet, maakt de overheid de overtreding zelf ongedaan, waarna de overtreder de rekening krijgt opgelegd. Bij een overtreding van de Meststoffenwet is bestuursdwang overigens niet snel denkbaar.

Tegen de bestuurlijke boete, de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang staan bezwaar en beroep open. Als daarvan niet (tijdig) gebruik wordt gemaakt, is de maatregel in beginsel definitief.

Hoofdlijnenakkoord 2024 - 2028

In mei 2024 is het Hoofdlijnenakkoord 2024 - 2028 van PVV, BBB, NSC en VVD gepresenteerd. Uit dit akkoord blijkt dat de partijen de afbouw van de huidige derogatie willen tegenhouden en de maximale hoeveelheid aan stikstof in dierlijke mest willen schrappen. Hiervoor dient de Nitraatrichtlijn te worden gewijzigd. Omdat dit een Europese richtlijn is, is het echter de vraag of dit haalbaar is.

Conclusie

Het uitrijden van mest is de laatste tijd vaak in het nieuws. Dit komt omdat de derogatie verdwijnt. Dat levert een kostenpost op voor agrariërs, omdat er een mestoverschot bestaat in Nederland. In het Hoofdlijnenakkoord 2024 – 2028 wordt gestreefd naar behoud van de derogatie, maar het is de vraag of dat haalbaar is. Hoe dan ook mag niet alle mest worden uitgereden over het land. Dit bepaalt de Nitraatrichtlijn en de op die richtlijn gebaseerde Meststoffenwet. Die wet schrijft daarnaast voor wanneer mest wel en niet mag worden uitgereden. Overtredingen van de Meststoffenwet en de daaronder hangende regelgeving worden gehandhaafd door de RVO en de NVWA. Die handhaving valt uiteen in strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Bij bestuursrechtelijke handhaving zijn er meerdere sanctiebesluiten mogelijk. Tegen deze sanctiebesluiten staan bezwaar en beroep open.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of andere vragen over agrarisch recht? Neem dan contact op met onze Agrarisch recht specialisten.

 

[1] Boetebeleid Meststoffenwet RVO, 1 februari 2022, pagina 14

Geschreven door:

Guus Benes

Guus Benes studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met een dubbele specialisatie: privaatrecht en bedrijfsrecht. Sinds 2013 is hij actief als advocaat. Hij houdt zich met name bezig met huurrecht, verbintenissenrecht, ondernemingsrecht en agrarisch recht. In 2020 rondde hij de VHA specialisatieopleiding huurrecht cum laude af. Guus Benes is onder meer lid van de Vereniging van Huurrecht Advocaten en van de Nederlandsche Tafelronde (RT55 Emmen).

Guus Benes studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met een dubbele specialisatie: privaatrecht en bedrijfsrecht. Sinds 2013 is hij actief als advocaat. Hij houdt zich met name bezig met huurrecht, verbintenissenrecht, ondernemingsrecht en agrarisch recht. In 2020 rondde hij de VHA specialisatieopleiding huurrecht cum laude af. Guus Benes is onder meer lid van de Vereniging van Huurrecht Advocaten en van de Nederlandsche Tafelronde (RT55 Emmen).

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.