Sinds 2016 hebben consumenten in de Europese Unie een in de wet verankerd recht op een bankrekening, de zogeheten basisbetaalrekening. Dit is een rekening zonder poespas: rood staan op een basisbetaalrekening kan bijvoorbeeld niet. In Nederland staat dat recht in de Wet op het financieel toezicht (Wft).
De gedachte is dat je zonder bankrekening niet kunt functioneren in de hedendaagse maatschappij. Ga maar na: betalen met pinpas is al ouderwets. Dat doe je draadloos, via je smartphone of Apple Watch. Wie heeft er nog contant geld op zak? Steeds minder mensen. En dat zal nog verder toenemen. De Minister van Financiën heeft aangekondigd dat hij een verbod op contante betalingen van meer dan € 3.000 voorbereidt. Hoe zit het dan met een zakelijke bankrekening?
Hoe ver strekt de plicht van de bank om u een zakelijke bankrekening te geven? En mag de bank uw zakelijke bankrekening wel opzeggen? U leest het in deze blog.
Uw bank mag u als consument dus geen betaalrekening weigeren. Maar hoe zit dat als u ondernemer bent? De Wwft zwijgt, maar de Hoge Raad is de ondernemer te hulp geschoten: banken kunnen op grond van hun maatschappelijke positie ook ten aanzien van ondernemers verplicht zijn om een basisbetaalrekening aan te bieden. En de reden daarvoor is dezelfde: zonder bankrekening kan ook een ondernemer in de hedendaagse maatschappij nauwelijks uit de voeten. Hoe ver strekt de plicht van de bank om u een zakelijke bankrekening te geven? En mag de bank de zakelijke bankrekening wel opzeggen of moet zij de bankrekening onder alle omstandigheden in de lucht houden? Ik ga er hierna op in aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk, waarover de Amsterdamse kortgedingrechter zich heeft gebogen kort voordat de Hoge Raad met zijn arrest kwam. De casus speelt zich af in de autohandel, een branche waarin van oudsher veel contante betalingen plaatsvinden – zij het in steeds mindere mate.
Een voorbeeld: ING zegt de zakelijke bankrekening op
De casus betreft twee ondernemers (ik noem ze Jan en Piet). Zij zijn actief in de autohandel via Autobedrijf Japie B.V. (Autobedrijf Japie). Jan, Piet en Autobedrijf Japie hebben privérekeningen en een zakelijke rekening bij een Nederlandse bank. Jan en Piet hebben daarnaast hun hypotheken daar ook lopen. Autobedrijf Japie had ook nog bankrekeningen bij een andere bank.
Bij het Openbaar Ministerie rijst een verdenking van grootschalige btw-fraude. Het OM begint daarom een strafrechtelijk opsporingsonderzoek.
Het is ook ING opgevallen dat er veel contant geld over de rekeningen loopt. Contant geldverkeer is een rode vlag in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) omdat het kan duiden op witwassen. Veel contante betalingen? Dan een onderzoek door ING. Zo ook hier. ING wil weten wat de herkomst van al dat contante geld is. De antwoorden van Jan en Piet zijn kennelijk niet overtuigend. ING zegt alles op: de privérekeningen en hypotheekleningen van Jan en Piet en de zakelijke bankrekening van Autobedrijf Japie. Effectief zegt ING daarmee integraal de relaties met Jan, Piet en Autobedrijf Japie op. De rechter vond het risico van instandhouding van die relaties voor haar integriteit en reputatie onacceptabel. ING heeft de opzeggingstermijn wel een paar keer verschoven.
Nog voordat de (verschoven) opzegtermijnen waren verstreken, veroordeelde de strafrechter Jan, Piet en Autobedrijf Japie, onder meer voor structureel witwassen. Jan en Piet kregen onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Ze waren het er niet mee eens en gingen in hoger beroep. Ook begonnen ze een kort geding tegen ING. Inzet: herstel van de bankrelaties, ondanks de stevige veroordelingen in het strafvonnis.
Hoe pakt dat hier uit? De rechter vond dat ING de zakelijke bankrekening van Autobedrijf Japie mocht opzeggen. De rechter oordeelde dat het voor beëindiging van de bankrelatie niet nodig is dat er concrete bewijzen zijn dat de klant betrokken is bij criminele activiteiten. Het is dus al helemaal niet zo dat de bank die relatie pas zou mogen opzeggen bij een onherroepelijke veroordeling. Als ING zou zijn gedwongen de relaties terug te nemen, dan was er volgens de rechter een niet te overzien risico dat de rekeningen (weer) zouden worden misbruikt voor illegale activiteiten. Op grond van de Wft was ING zelfs verplicht om de bankrekening te beëindigen. Dat weegt zwaarder dan het belang van Autobedrijf Japie bij het behoud van de bankrekening. Autobedrijf Japie had wel nog elders een zakelijke bankrekening. Als dat niet het geval was geweest, dan zou het kwartje de andere kant kunnen zijn uitgevallen.
Hoewel rechters dus wel degelijk oog hebben voor de grote gevolgen die het verlies van een (zakelijke) bankrekening voor een onderneming, kan hebben, kan je van een absoluut grondrecht niet spreken.
Ondernemers doen in het algemeen hun best om zich aan de regels te houden. Maar dat lukt niet altijd, soms buiten hun schuld. Het kan zomaar gebeuren dat u in vaarwater terechtkomt waar u niet in wilt zitten. De bank zal de zakelijke bankrekening in zo’n geval niet meteen opzeggen, maar eerst vragen gaan stellen. Als de bank u vragen stelt over het contante verkeer over uw zakelijke bankrekening, dan zullen die vragen zijn gericht op het verkrijgen van duidelijkheid over de herkomst daarvan. In de casus hierboven gaven Jan en Piet te vage antwoorden. En dan is het niet zo dat de bank een onderzoek moet instellen: het blijft de verantwoordelijkheid van de klant om duidelijk te maken wat de herkomst van het geldverkeer over zijn zakelijke betaalrekening is. De lijn in de rechtspraak is dat blijvende onduidelijkheid over de herkomst van contant geld leidt tot verlies van de bankrelatie. Wees dus bij de beantwoording van vragen zo concreet mogelijk.
Stel, de bank zegt uw zakelijke bankrekening op. Dan is de vraag of die opzegging juridisch door de beugel kan. Of dat zo is, hangt sterk van de concrete casus af. Er is veel rechtspraak over, met (dus) veel verschillende uitkomsten. Concreet bewijs van betrokkenheid bij criminele activiteiten (laat staan een strafrechtelijke veroordeling) is voor opzegging in elk geval niet nodig. Een bank mag dus al opzeggen als er veel minder aan de hand is. Contante betalingen zijn altijd gevaarlijk; banken kijken daar heel scherp naar. En dat zal alleen maar toenemen nu er een verbod op contante betalingen wordt voorbereid. Het zoveel mogelijk terugbrengen daarvan is dus sowieso verstandig.
Komt u er niet uit met uw zakelijke bankrekening? Dan kunt u altijd contact opnemen met Harm Jan Tulp of Sarah de Recht van onze sectie Financieel Recht. Zij helpen u graag.
Harm Jan Tulp is ruim vijfentwintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als partner verbonden aan Yspeert advocaten. Naast zijn praktijk is Harm Jan raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof ’s Hertogenbosch en publiceert hij regelmatig, momenteel vooral wenken in de WoltersKluwer-uitgave Rechtspraak Financieel Recht. Hij is voorts bestuurslid van drie aan het Fries Museum verbonden ondersteunende stichtingen en secretaris van de Vereniging van Advocaten in Friesland.
Harm Jan Tulp is ruim vijfentwintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als partner verbonden aan Yspeert advocaten. Naast zijn praktijk is Harm Jan raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof ’s Hertogenbosch en publiceert hij regelmatig, momenteel vooral wenken in de WoltersKluwer-uitgave Rechtspraak Financieel Recht. Hij is voorts bestuurslid van drie aan het Fries Museum verbonden ondersteunende stichtingen en secretaris van de Vereniging van Advocaten in Friesland.