De bruidsschat Omgevingswet

  • event27-05-2024
  • schedule08:00
  • timer4 minuten

Sinds 1 januari van dit jaar is de Omgevingswet (Ow) in werking. Deze wet heeft onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vervangen. De ‘oude’ wetgeving was verkokerd en bestond uit veel verschillende sectorale wetten. De Omgevingswet is ontstaan uit een behoefte aan een meer samenhangend stelsel en meer transparantie. Het subsidiariteitsbeginsel speelt bij de nieuwe Omgevingswet een belangrijke rol. Dat betekent dat een grotere rol is weggelegd voor decentrale overheden. In eerste instantie is de gemeente aan zet. Pas als gemeenten bepaalde grensoverstijgende belangen niet zelf kunnen behartigen, is de provincie of het Rijk aan zet. De bruidsschat Omgevingswet is een belangrijk onderdeel van deze decentralisatie.

In deze blog nemen wij u mee in de belangrijkste basisbeginselen van de bruidsschat Omgevingswet. Wij leggen u uit wat er in de bruidsschat staat en waar u deze kunt vinden en gaan in op de (on)mogelijkheden bij het wijzigen van de bruidsschat Omgevingswet in uw omgevingsplan.

Wat is de bruidsschat Omgevingswet?

Nu onder de Omgevingswet een aantal belangrijke wetten en regelgeving is komen te vervallen, bestond de behoefte een tijdelijk vangnet aan regelgeving te introduceren voor gemeenten. De bruidsschat Omgevingswet bestaat uit een set regels die voorheen als rijksregels golden. Met dat de regels uit de bruidsschat van het Rijk naar gemeenten zijn overgeheveld, gelden deze regels als decentrale regels. Dat past binnen het subsidiariteitsbeginsel, dat onder de Omgevingswet een belangrijke rol speelt. De bruidsschat Omgevingswet is te vinden in het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Iedere gemeente heeft vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet één omgevingsplan dat geldt voor het gehele grondgebied. De bruidsschat is te vinden in hoofdstuk 22 van het omgevingsplan.

Inhoud bruidsschat Omgevingswet

De bruidsschat Omgevingswet bevat in beginsel regels over de gevolgen van activiteiten voor de fysieke leefomgeving die beperkt zijn tot lokaal niveau. Dat kunnen bijvoorbeeld regels zijn over geluid, licht, externe veiligheid, geur en trillingen. Regels die voorheen in het Activiteitenbesluit milieubeheer te vinden waren kunnen nu onderdeel zijn van de bruidsschat Omgevingswet, maar ook regels over de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit (bijvoorbeeld wanneer sprake is van een vergunningplicht en beoordelingsregels) zijn te vinden in de bruidsschat. De grondslag voor de bruidsschat is gelegen in artikel 22.1 aanhef en onder c van de Omgevingswet. Artikel 22.2 Ow bepaalt dat bij AMvB wordt bepaald welke regels deel uitmaken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Dergelijke regels zijn gesteld in hoofdstuk 7 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (IbOw).

Bepaalde begrippen zijn onder de Omgevingswet veranderd. Zo hebben we het niet meer over een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik, maar over een omgevingsvergunning voor een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit. Ook spreken we niet meer over een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo, maar over een omgevingsvergunning voor een ‘milieubelastende activiteit’. De wetgever heeft al rekening gehouden met deze wisseltruc. In artikel 22.2 Ow wordt gesproken over ‘gelijkwaardige regels’ die onderdeel zijn van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. In de bruidsschat Omgevingswet zijn gedateerde begrippen (zoals de inrichting) vervangen, zodat ook het tijdelijk deel van het omgevingsplan passend is binnen de terminologie van de Omgevingswet. 

De toekomst van de bruidsschat Omgevingswet

Oude rijksregels zijn met de inwerkingtreding van de Omgevingswet van kleur verschoten. De rijksregels die onderdeel zijn van de bruidsschat Omgevingswet gelden van rechtswege nu als rijksregels. Dat betekent dat bij een wijziging van het omgevingsplan, de regels uit de bruidsschat kunnen worden gewijzigd. Gemeenten krijgen daarmee de mogelijkheid om deze regels aan te passen aan de lokale situatie en lokale behoeftes en op die manier in overeenstemming te brengen met de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Tussen gemeenten onderling kunnen daardoor (grote) verschillen ontstaan. Het verdient opmerking dat een wijziging van regels uit de bruidsschat Omgevingswet alleen in zijn geheel mag plaatsvinden. In beginsel is het niet toegestaan de regels uit de bruidsschat slechts voor een klein gedeelte van het grondgebied te wijzigen.

Door regels uit de bruidsschat Omgevingswet te wijzigen, worden de regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan omgezet naar het definitieve deel van het omgevingsplan. Gemeenten zijn niet verplicht alle regels om te zetten. Het ‘schrappen’ van regels uit de bruidsschat kan echter alleen als daartoe expliciet wordt beslist. Onder het oude recht gold juist dat het oude bestemmingsplan automatisch verviel als een nieuwe werd vastgesteld. Het Rijk en de provincie hebben de mogelijkheid om met instructieregels invloed uit te oefenen op de (mate van) wijziging van de regels uit de bruidsschat Omgevingswet. De instructieregels zijn bijvoorbeeld te vinden in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Gemeenten zijn verplicht om de regels uit de bruidsschat Omgevingswet om te zetten naar het definitieve deel van het omgevingsplan. Daarvoor hebben gemeenten tot 1 januari 2032 de tijd. Bepaalde omstandigheden kunnen echter tot gevolg hebben dat de regels uit de bruidsschat Omgevingswet eerder moeten worden gewijzigd. Tegen een omzetting van de regels uit de bruidsschat, hetgeen plaatsvindt bij wijziging van het omgevingsplan, kunnen zienswijzen worden ingediend.

Afsluitend

Bent u toe aan een wijziging van de regels uit de bruidsschat Omgevingswet of heeft u andere vragen over uw omgevingsplan of wat de Omgevingswet voor u betekent? Onze advocaten omgevingsrecht denken graag met u mee.

Geschreven door:

Merel Adema

Merel Adema studeerde Juridische Bestuurskunde (cum laude) en deed daarna de master Nederlands recht, specialisatie Staats-en Bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte als bezwaarjurist bij het Instituut Mijnbouwschade. Merel Adema liep eerder stage bij de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen en heeft een onderzoeksstage gedaan bij de gemeente Groningen.

Merel Adema studeerde Juridische Bestuurskunde (cum laude) en deed daarna de master Nederlands recht, specialisatie Staats-en Bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte als bezwaarjurist bij het Instituut Mijnbouwschade. Merel Adema liep eerder stage bij de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen en heeft een onderzoeksstage gedaan bij de gemeente Groningen.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.