Wij maken in onze praktijk nogal eens mee dat woningcorporaties geneigd zijn flink in de buidel tasten als de huurder vertrekt en hij zijn zelf aangebrachte voorziening (ZAV) laat zitten. Verhuurders beschikken vaak over lijsten met daarop de meest voorkomende ZAV’s én met daaraan gekoppeld de uit te keren vergoedingen. Afhankelijk van leeftijd en afschrijving wordt er dan – bijna automatisch – aan de vertrekkende huurder betaalt.
Het lijkt in corporatieland wel een misverstand dat dat zou moeten. Want dat is namelijk niet zo. In de wet staat dat de huurder alléén recht heeft op een vergoeding voor zover er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van de verhuurder. En daarvan is bij een zelf aangebrachte voorziening niet snel sprake.
De huurder moet namelijk nogal wat bewijzen. Ten eerste moet de huurder bewijzen dat de verhuurder is verrijkt. Dat is om te beginnen al niet zo gemakkelijk, want de verhuurder zal misschien eenvoudig kunnen aantonen dat hem juist iets is opgedrongen wat de woning alleen maar moeilijker verhuurbaar maakt, of wat hoge onderhoudskosten met zich mee brengt. Kortom die ZAV belemmert de verhuurder dan juist alleen maar. Dit geldt zeker als de ZAV is voortgekomen uit een heel bijzondere smaak van de vertrekkende huurder en de ZAV al wat ouder is. Dan is er echt niet snel sprake van een verrijking, de verhuurder heeft er dan (juist) géén profijt van.
Ten tweede moet de huurder bewijzen dat de verrijking ongerechtvaardigd is. Wordt een verhuurder nu echt ongerechtvaardigd verrijkt als de huurder een 8 jaar oude … laat zitten? Kan de verhuurder daardoor bijvoorbeeld extra huur vragen? Of valt dat weer weg tegen extra onderhoudskosten/beheerlasten?
Ten derde moet de huurder aantonen dat hij zelf is verarmt. Hij moet bewijzen dat hij zelf schade lijdt. Als de huurder de ZAV voor een fatsoenlijke vergoeding over kan doen aan een opvolgend huurde, of als de ZAV inmiddels afgeschreven is, is er geen sprake van verarming. Tot slot geldt dat zo’n claim ook nog eens alleen slaagt voor zover dit redelijk is.
Al met al dienen er derhalve heel wat hobbels genomen te worden wil er écht sprake zijn van een recht op een vergoeding. Uit het bovenstaande blijkt wel dat een woningcorporatie dus niet snel een bedrag hoeft te betalen voor een ZAV die achterblijft. Uiteraard mag het, en is zo’n vrijgevig beleid zeer huurdersvriendelijk, maar het moet dus dikwijls níet.
Heeft u vragen over deze blog? Neem dan contact op met Frouke Douma.
Frouke heeft rechten gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en in 2023 de INSOLAD/Grotius specialisatieopleiding Insolventierecht cum laude afgerond. Naast haar werk is ze als buitenpromovenda verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze promotieonderzoek doet naar de positie van zekerheidsgerechtigden in internationale insolventieprocedures vanuit internationaal privaatrechtelijk perspectief. Frouke is lid van de Noordelijke Vastgoed Sociëteit, NCD (kring Friesland) en de Vereniging voor Insolventierecht Advocaten (INSOLAD)
Frouke heeft rechten gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en in 2023 de INSOLAD/Grotius specialisatieopleiding Insolventierecht cum laude afgerond. Naast haar werk is ze als buitenpromovenda verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ze promotieonderzoek doet naar de positie van zekerheidsgerechtigden in internationale insolventieprocedures vanuit internationaal privaatrechtelijk perspectief. Frouke is lid van de Noordelijke Vastgoed Sociëteit, NCD (kring Friesland) en de Vereniging voor Insolventierecht Advocaten (INSOLAD)