Wet kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb): drie bestuursrechtelijke smaken

  • event04-07-2023
  • schedule08:00
  • timer4 minuten

De Wet kwaliteitsborging voor de bouw (hierna: de ”Wkb”) treedt per 1 januari 2024 in werking. Met de inwerkingtreding van de Wkb worden er voor de bouwsector regels in het Burgerlijk Wetboek aangepast en regels neergelegd in de Omgevingswet (hierna: “Ow”). Het gaat om civielrechtelijke aanpassingen zoals de uitbreiding van de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering van een werk en het bijhouden van een consumentendossier tijdens het bouwproces.

Deze blog gaat over enkele bestuursrechtelijke veranderingen die de Wkb met zich meebrengt. We gaan namelijk in op de drie verschillende situaties die er na de inwerkingtreding van de Wkb per 1 januari 2024 kunnen zijn met betrekking tot vergunningverlening.

De hoofdregel van het vergunningstelsel verandert

In de Ow geldt een nieuwe hoofdregel. Het (ver)bouwen is in beginsel vergunningvrij, tenzij daarop een uitzondering van toepassing is. In plaats van de huidige hoofdregel (ver)bouwen zonder vergunning is verboden, tenzij daarop een uitzondering van toepassing is.  

Als er na inwerkingtreding van de Ow en Wkb sprake is van een uitzondering, dan kan een vergunningsplicht of een meldingsplicht gelden voor de bouwactiviteit. In sommige gevallen hebt u voor het ruimtelijk deel van uw bouwactiviteit, bijvoorbeeld ten aanzien van de hoogte van een bouwwerk, echter ook een omgevingsvergunning nodig. De regels voor deze laatste omgevingsvergunning (voor de omgevingsplanactiviteit) zijn te vinden in de Ow. In deze blog bespreken we uitsluitend de omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit. 

Op dit moment is het bevoegd gezag (meestal het college van B&W) verantwoordelijk voor de toetsing of een aanvraag voor bijvoorbeeld het bouwen van een woning aan de bouwtechnische eisen die verbonden zijn aan een omgevingsvergunning, voldoet. Met de inwerkingtreding van de Wkb wordt de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag ten aanzien van die toetsing verplaatst naar de kwaliteitsborger[1] en geldt er (in veel gevallen) de verplichting om de bouwactiviteit te melden bij het bevoegd gezag. Dit zogenoemde stelsel van kwaliteitsborging treedt gefaseerd in werking.

De wetgever werkt bij de fasering met gevolgklassen waarin bouwwerken zijn ingedeeld. Op basis van de gevolgen die een bouwwerk heeft op de omgeving, wanneer het bouwwerk bijvoorbeeld instort, is een indeling gemaakt in gevolgklassen. Er zijn drie gevolgklassen na inwerkingtreding van de Wkb. In het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: ‘de Bbl’) staan de verschillende gevolgklassen beschreven. Het stelsel van kwaliteitsborging geldt eerst alleen voor bouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen. Voor gevolgklasse 2 en 3 blijft het huidige regime gelden en dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de toetsing.

Drie situaties onder de Wet kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb)

De volgende drie situaties ten aanzien van vergunningverlening kunnen ontstaan na inwerkingtreding van de Wkb in de Ow.

  1. U moet een omgevingsvergunning aanvragen voor de technische bouwactiviteit.
  2. U hoeft geen omgevingsvergunning aan te vragen voor de technische bouwactiviteit, maar u moet de bouwactiviteit wel melden (het stelsel van kwaliteitsborging); of
  3. U hoeft geen omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit aan te vragen en u hoeft de technische bouwactiviteit niet te melden.

Ad 1. Wel een omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit nodig onder de Wkb

In beginsel dient u een omgevingsvergunning aan te vragen wanneer het gaat om een bouwwerk met een dak. Voor bouwwerken zonder dak geldt alleen een vergunningplicht als het bouwwerk hoger dan vijf meter is of wanneer het bouwwerk ondergronds is gelegen. Verder staat in de wet dat voor bepaalde bouwwerken, bijvoorbeeld een sport- of speeltoestel dat hoger is dan vier meter of eentoestel dat niet alleen functioneert met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens, ook een vergunningplicht geldt. De bouwwerken die een vergunningplicht hebben zijn de zogenoemde gevolgklasse 2 en 3. Onder gevolgklasse 2 en 3 vallen bijvoorbeeld ziekenhuizen en stadions.

Wanneer er een vergunningplicht geldt op basis van het voorgaande dan kan het zijn dat op die vergunningplicht toch een uitzondering van toepassing is.

Ad 2. Geen omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit nodig, maar wel een meldplicht onder de Wkb

Wanneer het gaat om een bouwactiviteit zoals onder punt 1 en daarop is een uitzondering van toepassing, dan is toch geen omgevingsvergunning vereist. Het gaat dan bijvoorbeeld om een bouwactiviteit die wordt aangeduid met gevolgklasse 1.

Bij gevolgklasse 1 moet u denken aan het bouwen van een grondgebonden woning, een uitbouw met dakterras aan een grondgebonden woning, maar ook aan een bouwwerk dat een industriefunctie heeft en niet milieu-vergunningplichtig is.

In de bovengenoemde gevallen is geen omgevingsvergunning verplicht, maar geldt wel een meldplicht. Het stelsel van kwaliteitsborging is dan van toepassing. Over hoe zo’n meldplicht werkt en hoe toezicht wordt gehouden op het stelstel van kwaliteitsborging wordt in een andere blog besproken.

Ad 3. Geen omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit nodig en ook geen meldplicht onder de Wkb

Sommige bouwactiviteiten zijn nu (bouw)vergunningvrij op grond van bijlage II artikel 2 en artikel 3 van het Besluit omgevingsrecht. Na inwerkingtreding van de Wkb blijven veel van die bouwactiviteiten vergunningvrij voor de technische bouwactiviteit en geldt daarvoor ook geen meldplicht. Denk bijvoorbeeld aan een afscheiding tussen balkons en dakterrassen.

Ten slotte

Heeft u vragen over welke situatie op uw aankomend bouwproject van toepassing is of over de Wkb in zijn algemeenheid, neem dan contact op met onze specialist:  Elzelou Grit.

[1] De kwaliteitsborger is een onafhankelijke toetser. Zie deze link voor het register kwaliteitsborging waarin de toegelaten instrumenten in het Wkb-stelsel staan vermeld en welke kwaliteitsborgers toestemming hebben om van die instrumenten gebruik van te maken.  

Geschreven door:

Elzelou Grit

Elzelou Grit studeerde Nederlands Recht (cum laude) specialisatie Staats- en bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte bij twee (middel)grote advocatenkantoren in Noord-Nederland en bij een bestuursrechtelijk en bestuurskundig onderzoeks- en adviesbureau voor overheden. Elzelou volgde de specialisatieopleiding Omgevingsrecht (voorheen ruimtelijke ordening en milieu) aan de Grotius Academie in Nijmegen. Elzelou was tot voor kort lid/voorzitter van de Commissie Bezwaar en Beroep van de Provincie Flevoland. Deze commissie adviseert het college van Gedeputeerde Staten over de rechtmatigheid van genomen besluiten. Elzelou is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.

Elzelou Grit studeerde Nederlands Recht (cum laude) specialisatie Staats- en bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte bij twee (middel)grote advocatenkantoren in Noord-Nederland en bij een bestuursrechtelijk en bestuurskundig onderzoeks- en adviesbureau voor overheden. Elzelou volgde de specialisatieopleiding Omgevingsrecht (voorheen ruimtelijke ordening en milieu) aan de Grotius Academie in Nijmegen. Elzelou was tot voor kort lid/voorzitter van de Commissie Bezwaar en Beroep van de Provincie Flevoland. Deze commissie adviseert het college van Gedeputeerde Staten over de rechtmatigheid van genomen besluiten. Elzelou is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.