- 29-06-2017
- 13:11
- timer 2 minuten
Curatoren weten het maar al te goed, iedere ondernemer wil het liefste zo ver mogelijk weg blijven bij alleen al het woord faillissement. Een ondernemer wordt niet graag, zeker vanwege de imagoschade, geassocieerd met een faillissement. Soms ontkomt u er echter niet aan om na te denken over het beëindigen van uw onderneming. U heeft veel schulden en geen bezittingen en u kunt niet langer aan uw betalingsverplichtingen voldoen of u heeft nog een ‘lege’ onderneming waarin u al geruime tijd geen activiteiten ontplooit. In zo’n situatie is niet alleen het aanvragen van een faillissement een mogelijkheid, u kunt ook overwegen uw onderneming te turboliquideren.
Turboliquideren wat wil dat zeggen?
In een situatie waarbij een onderneming geen bezittingen meer heeft en nog wel schulden kan er door de aandeelhouders een besluit worden genomen om op grond van de wet de onderneming te ontbinden. De onderneming houdt dan op te bestaan op het moment van ontbinding. Dit ontbindingsbesluit wordt ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel en die schrijft uw onderneming dan uit, waarna in de registers vermeld staat dat uw onderneming is opgehouden te bestaan.
Risico’s van turboliquideren
Dit klinkt erg simpel en feitelijk is dit het ook, maar het is niet geheel risicoloos. Voor een schuldeiser is dit natuurlijk bepaald geen wenselijke uitkomst. Die krijgt haar vordering niet voldaan en er komt geen curator die een onderzoek doet naar de handelswijze van de bestuurder. Een schuldeiser kan daarom een procedure bij de rechtbank opstarten om het genomen ontbindingsbesluit aan te vechten. Deze schuldeiser moet aan de hand van haar eigen administratie dan kunnen aantonen, dat de geliquideerde onderneming nog wel bezittingen had. Een vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid kan worden gezien als een mogelijke bezitting. Mocht dit aangetoond kunnen worden dan heeft dit tot gevolg dat de rechtbank zal besluiten dat de onderneming herleeft en de rechtbank zal een vereffenaar benoemen. Deze vereffenaar zal constateren dat de schulden de bezittingen overtreffen en dan wordt alsnog het faillissement uitgesproken.
Turboliquideren in praktijk
U loopt dus als bestuurder het risico persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden door een schuldeiser, maar ook door de curator bij een uiteindelijk faillissement voor het volledige boedeltekort. In de praktijk is het de vraag of het zover komt, omdat veel schuldeisers niet de kosten willen maken voor het voeren van een procedure om alsnog een schuld betaald te krijgen. De gevolgen van het inmiddels op grotere schaal turboliquideren van ondernemingen zijn in de jurisprudentie en wetgeving nog niet duidelijk geworden. Er wordt veel over gepubliceerd, omdat het misbruik in de hand zou werken doordat het frauduleuze handelingen zou kunnen afdekken. Misschien dat turboliquideren afgeschaft gaat worden, maar vooralsnog behoort het tot uw mogelijkheden als er sprake is van een ‘lege’ onderneming.
Mocht u voor de keuze van turboliquideren staan en hierbij hulp nodig hebben, dan informeren wij u graag over de mogelijkheden en de hieraan verbonden risico’s. Hierbij kunnen wij ook het risico op een mogelijke vordering op grond van bestuurdersaansprakelijkheid voor u beoordelen.
Heeft u vragen over turboliquideren of kunnen we u ergens anders bij helpen? Neem dan contact op met Sander Vos.