- 10-12-2020
- 15:30
- timer 2 minuten
“Was uw handen stuk” is het credo van premier Rutte sinds het coronavirus in Nederland heerst. Een werknemer probeerde onlangs in een procedure (creatief) gebruik te maken van dit devies door het (hoge) alcoholpromillage in zijn bloed te wijten aan het overmatig desinfecteren van zijn handen én gezicht.
De feiten
De werkgever houdt zich bedrijfsmatig bezig met de handel in houtvezelproducten. Op 13 juli 2020 raakt de werknemer in de uitoefening van zijn functie als vrachtwagenchauffeur betrokken bij een eenzijdig ongeval in Duitsland waarbij de vrachtwagencombinatie in zijn geheel is gekanteld. Uit het proces-verbaal volgt dat bij de werknemer een alcoholpromillage van 1,77 in het bloed is aangetroffen. De werkgever stelt zich op het standpunt dat dit voor een beroepschauffeur een doodzonde is en verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden.
Verweer werknemer
De werknemer behoort vanwege zijn medische situatie tot een risicogroep voor besmetting met het coronavirus. Hij verklaart dat hij vanwege een toenemende angst voor besmetting dwangmatig en elke 5 tot 10 minuten zeer grondig zijn handen én gezicht met desinfectiemiddel insmeerde. Het desinfectiemiddel bevatte 80% alcohol wat volgens hem zou kunnen hebben geleid tot het gemeten alcoholpromillage.
Uitspraak rechter
De kantonrechter oordeelt dat een dergelijke hoeveelheid aangetroffen alcohol in beginsel slechts kan worden verklaard doordat de werknemer (een flinke hoeveelheid) alcoholische drank moet hebben genuttigd. Het verweer van de werknemer dat het alcoholpromillage is veroorzaakt door het overmatig desinfecteren, gaat naar het oordeel van de kantonrechter, bij gebrek aan onderbouwing, niet op.
Nu de werknemer voorafgaand aan dan wel tijdens de uitoefening van zijn functie als vrachtwagenchauffeur (bewust) alcohol heeft genuttigd, met alle gevolgen van dien, kwalificeert de kantonrechter dit handelen als ernstig verwijtbaar en ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per onmiddellijke ingang (30 november 2020).
Ook het feit dat zijn rijbewijs is ingenomen, is volgens de kantonrechter aan de werknemer zélf te wijten. Dit betekent dat de werkgever vanaf 13 juli 2020 (datum intrekking rijbewijs) niet langer verplicht was het loon van de werknemer uit te betalen, omdat het niet verrichten van de werkzaamheden in deze situatie in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
De volledige uitspraak leest u hier.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem contact met onze specialisten Tom Nicolai of Marjolein Moorman.