Komst openbaar UBO-register | Yspeert

Komst openbaar UBO-register

  • event 22-06-2017
  • schedule 11:49
  • timer 6 minuten

Met ingang van 27 juni 2017 treedt in Nederland naar alle verwachting het conceptwetsvoorstel ‘registratie uiteindelijk belanghebbenden’ in werking. Het wetsvoorstel is een uitwerking van de vierde witwasrichtlijn. Het wetsvoorstel introduceert een landelijk (UBO-)register waarin de gegevens van uiteindelijk belanghebbenden van rechtspersonen in Nederland zijn opgenomen. Daarmee zal beter inzichtelijk worden wie in een onderneming – al dan niet achter de schermen – ‘aan de touwtjes trekt’. Het is verplicht de UBO-gegevens op te laten nemen. Het nalaten daarvan is een economisch delict. Het is de verwachting dat ondernemingen en rechtspersonen daardoor minder vaak misbruikt zullen worden voor het witwassen van geld en terrorismefinanciering of andere frauduleuze activiteiten. Welke gevolgen de komst van het UBO-register voor u heeft wordt hierna uitgelegd.

Wat is een UBO?

De UBO is een afkorting voor de Engelse term ‘ultimate beneficial owner’, ook wel de uiteindelijk belanghebbende. In het wetsvoorstel wordt de uiteindelijk belanghebbende gedefinieerd als de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een onderneming of rechtspersoon.

In de vierde witwasrichtlijn kan iemand als uiteindelijk belanghebbende worden aangemerkt bij een aandelenbezit van minimaal 25%. Mocht er geen UBO kunnen worden aangewezen, dan is de UBO een natuurlijke persoon die behoort tot het hoger leidinggevend personeel. Deze criteria zijn niet in de definitie van het wetsvoorstel opgenomen. Mogelijk wordt de definitie van de UBO in lagere regelgeving nader vastgesteld. Het is nog onzeker of het criterium van 25% dan ook als uitgangspunt wordt genomen.

Welke entiteiten moeten een UBO vermelden?

De verplichting om een UBO te laten registreren geldt voor alle in het handelsregister opgenomen entiteiten. Dit zijn ondernemingen die in Nederland zijn gevestigd en rechtspersonen die hun statutaire zetel in Nederland hebben ingeschreven. Concreet zijn registratieplichtig:

    • NV's
    • BV's
    • Stichtingen
    • Verenigingen
    • Rederijen
    • Maatschappen
    • Vennootschappen onder firma
    • Commanditaire vennootschappen
    • Coöperaties
    • Onderlinge waarborgmaatschappijen
    • Europees economisch samenwerkingsverbanden
    • Europese naamloze vennootschappen (SEs)
    • Europese coöperatieve vennootschappen (SCEs)

Uitgezonderd van de verplichting tot registratie van de UBO zijn eenmanszaken, verenigingen van eigenaren, kerkgenootschappen en publieke rechtspersonen. Ook geldt de UBO-registratieverplichting niet voor Trusts, omdat deze rechtsfiguur in Nederland niet bestaat. Voorlopig vallen Fondsen voor gemene rekening eveneens buiten de verplichting tot UBO-registratie, al heeft de minister dit nog in onderzoek.

Hoe verloopt de aanlevering van informatie?

Registratieplichtige ondernemingen moeten er zelf zorg voor dragen dat de informatie over de UBO te allen tijde juist en volledig is ingeschreven in het handelsregister. De opgave moet worden gedaan wanneer de onderneming in het handelsregister wordt ingeschreven. Al ingeschreven ondernemingen kunnen een aanvullende opgave doen. Hiervoor hebben zij tot 18 maanden na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel de tijd. Wanneer een registratieplichtige niet, niet tijdig of niet volledig informatie over de UBO aanlevert, dan pleegt hij een economisch delict. Om te garanderen dat de benodigde informatie ook daadwerkelijk toereikend, accuraat en actueel is, rust op Wwft-instellingen een terugmeldplicht. Bij twijfel aan de juistheid van de informatie is een Wwft-instelling gehouden om daarvan melding te doen bij de Kamer van Koophandel. Daarnaast zullen deze Wwft-instellingen over verschillende handhavingsmiddelen beschikken, waarmee zij aan de registratieplichtige een bestuurlijke boete, last onder dwangsom of een aanwijzing kunnen opleggen.

Welke informatie wordt geregistreerd?

Indien vaststaat wie als UBO wordt aangemerkt, dan moet van deze persoon de volgende informatie in het UBO-register worden opgenomen.

Openbare gegevens, inzichtelijk voor een ieder:

    • Naam
    • Geboortedag en geboorteplaats
    • Nationaliteit
    • De woonstaat
    • De aard van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang en de omvang van dit belang. Wanneer het gaat om percentages aandelen, stemrecht of eigendom, dan worden deze weergegeven in bandbreedtes van 25, 50, 75 en 100%.
    • Niet openbare gegevens, enkel inzichtelijk voor de bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid.
    • Het Burgerservicenummer of een fiscaal identificatienummer van het land waarvan diegene ingezetene is.
    • De geboortedag, geboorteplaats, het geboorteland
    • Het woonadres

Ter controle en bevestiging van deze gegevens moeten daarnaast kopieën van documenten worden meegezonden op grond waarvan de identiteit van de UBO kan worden vastgesteld. Ook moet met documenten worden onderbouwd waarom deze persoon als UBO wordt gekwalificeerd en hoe de aard en omvang van het belang in de onderneming van deze persoon er uit ziet.

Wie heeft toegang tot het register?

De beperkte, openbare, informatie over een UBO is in beginsel toegankelijk voor een ieder. Het zal echter niet mogelijk worden om in dit deel van het register op de naam van de UBO te zoeken. Deze informatie zal slechts inzichtelijk zijn bij inzage in de bijbehorende onderneming of rechtspersoon. De volledige informatie is inzichtelijk voor de Financiële Inlichtingen Eenheid en andere bevoegde autoriteiten, zoals (niet uitsluitend) De Nederlandsche Bank, de AFM, de Belastingdienst, de FIOD en de Nationale politie. Zij zijn bovendien in staat om op naam van de UBO door het register te zoeken. Ter bescherming van de privacy en de persoonlijke levenssfeer van de te registreren UBO’s zijn wel enige waarborgen in het wetsvoorstel opgenomen:

1. Afnemers van informatie uit het UBO-register worden geregistreerd, voor zover die afnemers niet zijn de aangewezen bevoegde autoriteiten of de Financiële Inlichtingen Eenheid.

2. Het UBO-register is enkel toegankelijk na voldoening van een bijdrage.

3. Afnemers anders dan specifiek aangewezen bevoegde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid krijgen enkel inzage in de beperkte set UBO-informatie die als minimum wordt voorgeschreven in de vierde witwasrichtlijn.

4. Het is mogelijk om een verzoek in te dienen om afscherming van alle UBO-informatie, behalve de informatie over de aard en omvang van het belang, indien een UBO minderjarig is of anderszins (aantoonbaar) handelingsonbekwaam is, of door het openbaar maken van diens gegevens wordt blootgesteld aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie. De Kamer van Koophandel beslist op een dergelijk verzoek.

Wanneer treedt het UBO-register in werking?

Op grond van de vierde witwasrichtlijn moet Nederland uiterlijk 26 juni 2017 het wetsvoorstel in werking hebben gesteld. Met nog één week te gaan is het zeer de vraag of deze termijn wordt gehaald. Het definitieve wetsvoorstel is nog niet gepubliceerd. Het is nog onduidelijk in hoeverre er commentaar uit de consultatieperiode in het wetsvoorstel zal zijn verwerkt. Bovendien zal het UBO-register dan ook in het handelsregister moeten zijn opgenomen. Ook logistiek is het de vraag of dit nog op korte termijn kan worden gerealiseerd.

Welke gevolgen heeft het UBO-register voor de ondernemer?

Met de komst van het UBO-register zal praktisch iedere ondernemer de gegevens van een uiteindelijk belanghebbende moeten laten registreren, bij gebreke waarvan de ondernemer zich schuldig maakt aan een economisch delict. De geregistreerde gegevens zijn in beginsel openbaar. Het UBO-register heeft daardoor nadelige gevolgen voor de privacy en persoonlijke levenssfeer van de ondernemer die als UBO staat geregistreerd en vergroot de kans op bijvoorbeeld chantage en kidnapping. Daarnaast moet de ondernemer er rekening mee houden dat banken en andere financiële instellingen kunnen zien hoe groot het belang van de ondernemer is in bijvoorbeeld een holding. Banken – maar ook andere crediteuren – zullen daardoor eenvoudiger verhaalsmogelijkheden kunnen vinden. Het is echter de vraag of de hiervoor genoemde waarborgen voldoende tegenwicht bieden ter bescherming van de privacy van de ondernemer.

Wij volgen de ontwikkelingen van het wetsvoorstel aangaande het UBO-register op de voet. Zodra de definitieve tekst van het wetsvoorstel bekend is zullen wij u daarover informeren. Mocht u vragen hebben over het wetsvoorstel of willen weten daarvan de gevolgen voor u zullen zijn, dan kunt u gerust even contact opnemen met een van onze specialisten.

Aanvulling

De komst van het UBO-register wordt uitgesteld. Het Ministerie van Financiën heeft op 23 juni 2017 aangekondigd dat het wetsvoorstel pas naar verwachting in de tweede helft van 2017 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. Daarmee is de deadline van 26 juni 2017, die voortvloeit uit de vierde witwasrichtlijn, niet gehaald.

De consultatiefase van het wetsvoorstel is inmiddels afgerond. Het ministerie heeft de ingekomen reacties evenwel nog in bestudering. De definitieve tekst van het wetsvoorstel moet nog worden gepubliceerd. Gezien de stand van het wetgevingsproces is het daarom de vraag of het wetsvoorstel nog vóór 2018 in werking kan treden.

Heeft u vragen? Neem contact op met Ruth Pruim.

Delen
Geschreven door:

Ruth Pruim (advocaat sinds 2002) is bestuurder van Yspeert advocaten. Ruth is lid van de Investeringscommissie van het Investeringsfonds Groningen en lid van de VNO-NCW. Voorheen heeft zij diverse toezichthoudende functies vervuld, waaronder Commissaris bij de Zorggroep Groningen. Ruth heeft de specialisatie-opleiding ondernemingsrecht gevolgd en de leergang aanbestedingsrecht bij het Instituut voor Bouwrecht (IBR). Ruth is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.


Geschreven door:

Klik voor meer blogs over Ondernemingsrecht

Neem contact op

Klik hier voor het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.