De verstrekkende gevolgen van een vernietigd octrooi

  • event11-01-2021
  • schedule10:00
  • timer3 minuten

In de ‘Big Pharma’ industrie ben je tegenwoordig niets meer zonder een rijk gevuld octrooi portfolio: iedere dag worden er talloze investeringen gedaan in een zoektocht naar het meest effectieve medicijn. Voor veel producenten is dit enkel rendabel vanwege het vooruitzicht op een patent, waarmee de mogelijkheid wordt geboden om de nieuwste geneesmiddelen exclusief op de markt te brengen. Het octrooi is dus een essentieel middel om innovatie binnen deze sector te stimuleren. Maar wat als een verleend patent later vernietigd wordt vanwege het ontbreken aan inventiviteit? Deze vraag werd aan de Rechtbank Den Haag voorgelegd in de zaak Menzis tegen AstraZeneca.

Wat ging eraan vooraf?

AstraZeneca B.V. is een van de grootste farmaceutische bedrijven ter wereld. Enkele jaren geleden heeft zij een octrooi verkregen voor medicijnen met de stof quetiapine: een middel tegen schizofrenie en/of bipolaire stoornissen. Het medicijn werd op de markt gebracht onder de naam Seroquel. De verzekeringsmaatschappij Menzis heeft ten behoeve van haar verzekerden dit medicijn opgenomen in het door haar te vergoeden verzekerde bedrag.

Gedurende de loop van het patent hebben verschillende (generieke) concurrenten van AstraZeneca de zaak aangevochten. Zo ook Sandoz, die beweerde al langere tijd over quetiapine tabletten te beschikken, waardoor het patent niet langer ‘inventief’ zou zijn. Sandoz startte een procedure tegen AstraZeneca. Het Gerechtshof Den Haag ging mee in het betoog en vernietigde het patent van AstraZeneca, waarmee de weg werd opengezet voor verschillende generieke quetiapine tabletten producenten om de markt te betreden tegen een aanzienlijk lagere prijs. Menzis, die jarenlang een kunstmatig hoge prijs heeft betaald voor Seroquel vanwege het patent, liet het hier niet bij zitten en startte zelf een procedure tegen AstraZeneca.

Aansprakelijkheid op grond van ongerechtvaardigde verrijking

Menzis is van mening dat zij in de afgelopen jaren structureel een te hoge prijs heeft betaald voor het medicijn aan AstraZeneca. Volgens Menzis heeft AstraZeneca zich ten koste van haar (Menzis) onrechtmatig verrijkt en wenst de schade die zij heeft geleden in de vorm van onnodig hoge zorgkosten vergoed te zien. De Rechtbank oordeelt dat er in het kader van een vernietigd octrooirecht, twee aspecten van algemeen belang tegen elkaar afgewogen moeten worden:

Enerzijds:
Het algemeen belang bij innovatie: Met het beschermen van uitvindingen wordt ook een passende waarborg geboden voor de daartoe strekkende ‘research and development’, wat zich uit in een tijds- en geldinvestering. Het vooruitzicht op deze bescherming stimuleert het doen van uitvindingen, waar het algemeen belang mee gediend wordt. Het aansprakelijk houden van een patenthouder nadat zijn patent vernietigd is, zou deze stimulans geheel doen ontnemen.

Anderzijds:
Het algemeen belang bij vrije concurrentie: Het inroepen van een octrooirecht heeft een concurrentiebeperkende werking. De patenthouder verkrijgt als het ware een tijdelijke monopolypositie voor het aanbieden van zijn uitvinding. Ons maatschappelijk systeem is echter voornamelijk gebaseerd op de beginselen van vrije concurrentie, zo dat ook het bevorderen van vrije concurrentie in het algemeen belang is. Het niet aansprakelijk kunnen houden van de patenthouder wanneer deze fout zat, zou dus niet stroken met het algemeen belang.

De rechtbank neemt bij de invulling van de belangenafweging met name mee dat AstraZeneca verwijtbare handelingen heeft verricht die verder strekken dan het in stand houden van het patent. Met name het inroepen van het patent tegen concurrenten zoals Sandoz terwijl AstraZeneca wist of behoorde te weten dat het patent hoogstwaarschijnlijk geen stand zou houden werd haar voornamelijk verweten. Het weren van concurrenten door AstraZeneca heeft als direct gevolg dat Menzis geen preferentiebeleid heeft kunnen voeren, waarbij zij voor een goedkoper generiek geneesmiddel had kunnen kiezen. De rechtbank wijst de schadevordering van ruim een paar miljoen euro dan ook toe.

Als het gaat om octrooien blijkt het maar weer dat het medicijn weleens erger kan zijn dan de kwaal; waar een octrooi zou moeten dienen ter waarborging van de daarvoor gemaakte investeringen, kan een verkeerd verleend octrooi onder bepaalde omstandigheden torenhoge kosten in het leven roepen. Om dit te voorkomen is het niet alleen belangrijk dat u vóór de octrooiaanvraag onderzoekt of uw uitvinding daadwerkelijk aan de wettelijke vereisten voldoet, maar ook rekening houdt met de wijze waarop u na het verlenen van het octrooirecht dit tegenover derden inroept.

Heeft u naar aanleiding van deze blog nog verdere vragen over het octrooirecht, de aansprakelijkheid van derden of andere zaken aangaande het intellectueel eigendomsrecht, neem dan gerust contact op met Gerrit Schaak.