- 11-03-2024
- 08:00
- timer 4 minuten
Met een testament kan er afgeweken worden van de wettelijke verdeling in het erfrecht (hierna: versterfrecht). Indien u wilt afwijken van het versterfrecht dient u een afspraak te maken bij de notaris voor het opstellen van een testament.
Na een gesprek waarin u uw wensen met de notaris bespreekt, ontvangt u van de notaris een concept-testament. Pas wanneer u tot ondertekening van het testament overgaat, is het testament geldig. Recent is de rechtbank Den Haag van deze regel afgeweken. De rechtbank Den Haag oordeelde namelijk dat erflaatster haar echtgenoot, op grond van de redelijkheid en billijkheid, met een concept-testament had uitgesloten van haar nalatenschap. In deze blog gaan we dieper in op deze uitspraak van de rechtbank Den Haag en de jurisprudentie die de rechtbank aan haar oordeel ten grondslag legt.
Rechtbank Den Haag
De casus is als volgt. Enkele maanden na haar trouwdag kwam de vrouw erachter dat zij was getrouwd met ‘een oplichter die vele schulden bleek te hebben’. De vrouw besloot dat ze wilde scheiden van haar echtgenoot en nam contact op met een advocaat om de echtscheidingsprocedure op te starten. Tegelijkertijd benaderde de vrouw een notaris voor het opstellen van een testament waarin ze haar echtgenoot uitsloot van haar nalatenschap. De vrouw wilde dan ook afwijken van het versterfrecht. Tijdens het bezoek aan de notaris voor het opstellen van een testament in september 2021 kwam, naast de wensen van de vrouw ter zake haar uiterste wil, ook een openstaande factuur ter sprake.
Enkele dagen na het gesprek stuurde de notaris het concept-testament en de factuur naar de advocaat van de vrouw. Kort daarop werd de factuur betaald. Ondanks de betaling, nam zowel de vrouw als de notaris geen contact met de ander op voor het ondertekenen van het testament.
Uiteindelijk is op 28 april 2022 de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken. De advocaat van de vrouw bracht de vrouw hiervan op de hoogte en vermeldde tevens dat de echtscheidingsbeschikking nog wel ingeschreven moest worden in de registers van de burgerlijke stand. Zodra dit was gedaan, zou de vrouw officieel gescheiden zijn. De vrouw reageerde hier echter niet meer op en overleed in mei 2022.
Nu het testament niet was ondertekend en de echtscheidingsbeschikking nog niet was ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, was de man op grond van het versterfrecht erfgenaam van de vrouw. Desalniettemin ziet de rechtbank een mogelijkheid in de redelijkheid en billijkheid om af te wijken van het versterfrecht. De rechtbank leidt namelijk uit de uitspraak van het hof Den Haag van 6 juli 2019 af dat, in het geval dat er volstrekte zekerheid is dat hetgeen is vastgelegd in het concept-testament overeenstemt met de uiterste wil van erflater op het moment van overlijden, er op grond van de redelijkheid en billijkheid met het concept-testament afgeweken kan worden van het versterfrecht.[1]
De rechtbank stelt vast dat de vrouw al in september 2021 een concept-testament heeft laten opstellen waarin zij haar echtgenoot uitsluit van haar nalatenschap. Het testament is vervolgens niet gelijk ondertekend omdat er nog een rekening van de notaris betaald moest worden. Waarom het testament na het betalen van de rekening niet is ondertekend, is niet duidelijk.
Wel blijkt duidelijk uit meerdere verklaringen dat de vrouw zich er niet bewust van was dat er nog geen sprake was van een rechtsgeldig testament. Blijkens het vonnis is de rechtbank van oordeel dat uit de verklaringen vast is komen te staan dat de vrouw haar echtgenoot wilde uitsluiten van haar nalatenschap en dat zij ervan overtuigd was dat zij dit al had geregeld. De rechtbank komt vervolgens op basis van deze omstandigheid tot het oordeel dat er volstrekte zekerheid is over dat wat is vastgelegd in het concept-testament overeenstemt met de uiterste wil van de vrouw op het moment van haar overlijden. De rechtbank oordeelt in lijn hiermee dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de man erfgenaam is van de nalatenschap van de vrouw.[2] De rechtbank verklaart voor recht dat de man geen erfrechtelijke aanspraken kan ontlenen aan het huwelijk en behandelt het concept testament van de vrouw alsof het verleden is. Of er hoger beroep tegen deze uitspraak is ingesteld, is op het moment van het publiceren van deze blog nog niet bekend.
Conclusie
Bovenstaande uitspraak laat zien dat de bedoeling van een erflater een cruciale rol kan spelen bij het uitleggen van de laatste wil van een erflater. Ook blijkt dat de redelijkheid en billijkheid van invloed kunnen zijn in het erfrecht. Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog over de rechtsgeldigheid van een concept- testament? Of zoekt u rechtsbijstand inzake een erfrechtkwestie? Neem dan gerust contact op met Veronique Wegter of Ellen van der Dussen.
[1] Gerechtshof Den Haag 6 augustus 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2800.
[2] Rechtbank Den Haag 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:13021.