Bestuurdersaansprakelijkheid: Ernstig verwijt als uitgangspunt

  • event02-04-2024
  • schedule08:00
  • timer3 minuten

Een bestuurder van een B.V. kan aansprakelijk worden tegenover die B.V. wanneer hij of zij zijn of haar taak onbehoorlijk heeft vervuld. In zo’n geval is sprake van zogenaamde interne bestuurdersaansprakelijkheid.

Wanneer bent u als bestuurder dan aansprakelijk? Dat is pas het geval wanneer u een zogenaamd ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt. Zoals dit begrip al doet vermoeden is er een betrekkelijk hoge drempel om te komen tot bestuurdersaansprakelijkheid. Niet iedere fout van een bestuurder heeft bestuurdersaansprakelijkheid tot gevolg.

Gezichtspunten bij bestuurdersaansprakelijkheid

De vraag of er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid is dus onlosmakelijk verbonden met de vraag of de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Maar wanneer is er sprake van een ernstig verwijt? Uit de rechtspraak volgen een aantal handvatten.

Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een ernstig verwijt en dus of er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid, moeten de omstandigheden van het geval in ogenschouw worden genomen. Hierbij valt onder meer te denken aan de taakverdeling binnen het bestuur, welke richtlijnen er (eventueel) voor het bestuur gelden, het inzicht en de zorgvuldigheid die men van een bestuurder mag verwachten die niet alleen berekend is voor zijn taak, maar deze ook nauwgezet vervult , de aard van de activiteiten die de rechtspersoon uitoefent en de kennis/gegevens waarover de bestuurder beschikte c.q. zou moeten beschikken ten tijde van de gewraakte handelingen. Al met al hangt het in de regel dus af van een heleboel verschillende factoren af of er in een concreet geval sprake is van een ‘ernstig verwijt’. Dat is echter niet altijd zo.

Bestuurdersaansprakelijkheid in het geval van schending van statutaire bepalingen

Het handelen in strijd met een statutaire bepaling die de rechtspersoon beoogt te beschermen kan voor een bestuurder van die rechtspersoon tot bestuurdersaansprakelijkheid leiden. In het geval van een B.V. kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het kopen van vastgoed zonder daarvoor de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering te hebben verkregen. Dit, terwijl de statuten van de B.V. bepalen dat het bestuur van de B.V. die goedkeuring (vooraf) dient te verkrijgen voordat vastgoed wordt gekocht of verkocht. Deze bepaling beoogt de B.V. te beschermen en door het vastgoed te (ver)kopen zonder die voorafgaande toestemming handelt de bestuurder in strijd met die bepaling.

Uit de jurisprudentie volgt dat in het geval een bestuurder handelt in strijd met een statutaire bepaling die de rechtspersoon beoogt te beschermen, het uitgangspunt is dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De betrekkelijk hoge drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid die het begrip ernstig verwijt introduceert is in een dergelijk geval dan snel genomen. Tegen het uitgangspunt dat er sprake is van een ernstig verwijt als een bestuurder een dergelijke statutaire bepaling schendt kan wel tegenbewijs worden geleverd. De bestuurder die aansprakelijk wordt gesteld kan feiten en omstandigheden aandragen waaruit volgt dat het schenden van de statutaire bepaling die de rechtspersoon beoogt te beschermen geen ernstig verwijt oplevert. Neem het hierboven aangehaalde voorbeeld over een statutaire bepaling bij een B.V. die, onder andere, de verkoop van vastgoed onderwerpt aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering. Een bestuurder zou kunnen aanvoeren dat hem of haar geen ernstig verwijt treft omdat hij in strijd met die bepaling heeft gehandeld als de spoedige verkoop, gelet op de omstandigheden van het geval, noodzakelijk en in het belang van de B.V. was en er daarbij ook geen concreet vooruitzicht op een beter bod was.

Algemeen wordt aangenomen dat wat voor statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen ook opgaat voor wettelijke bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen. Handelt een bestuurder in strijd met een dergelijke wettelijke bepaling, dan treft hem of haar ter zake in principe ook een ernstig verwijt en is er sprake van bestuurdersaansprakelijkheid.

Samengevat is de vraag of een bestuurder een ernstig verwijt treft een vraag die beantwoord moet worden aan de hand van de omstandigheden van het geval. Een ernstig verwijt is een hoge drempel die moet worden genomen voordat geoordeeld kan worden dat er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Als uitgangspunt is deze horde evenwel genomen – waardoor de bestuurder een ernstig verwijt treft – als hij of zij heeft gehandeld in strijd met een wettelijke of statutaire bepaling die de rechtspersoon beoogt te beschermen. Het is daarbij wel mogelijk voor de bestuurder om tegenbewijs te leveren en het vermoeden van ernstig verwijtbaar handelen te weerleggen.

Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Kor van Dijk of een van onze andere ondernemingsrechtspecialisten.

Geschreven door:

Kor van Dijk

Kor van Dijk studeerde Nederlands recht (specialisatie Ondernemingsrecht) en ook International Business Law aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn master International Business Law sloot hij cum laude af. Daarnaast heeft Kor van Dijk deelgenomen aan de English Legal Methods Summer School aan de universiteit van Cambridge.

Kor van Dijk studeerde Nederlands recht (specialisatie Ondernemingsrecht) en ook International Business Law aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn master International Business Law sloot hij cum laude af. Daarnaast heeft Kor van Dijk deelgenomen aan de English Legal Methods Summer School aan de universiteit van Cambridge.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.