- 16-07-2018
- 14:59
- timer 3 minuten
De zin uit de titel zult u ongetwijfeld kennen uit (Amerikaanse) films en series waarin een verdachte wordt opgepakt. Een soortgelijke, ietwat minder ‘ronkende’ zin wordt – als het goed is - ook in Nederland gebruikt.
Juristen noemen zo’n zin ‘het geven van de cautie’. Als we nog wat ingewikkelder willen formuleren hebben we het zelfs over het ‘nemo tenetur’-beginsel. In normaal Nederlands: dit is het beginsel dat niemand verplicht is tegen zichzelf te getuigen of een bekentenis af te leggen.
Nederlandse cautie
Naar Nederlands recht volgt dit voor strafrechtelijke zaken uit het Wetboek van Strafvordering. Hierin staat:
de verdachte is niet tot antwoorden verplicht. Voor de aanvang van het verhoor wordt de verdachte medegedeeld dat hij niet tot antwoorden is verplicht. Deze mededeling wordt in het proces-verbaal opgenomen (artikel 29 lid 2 Sv).
Maar wist u dat het geven van ‘de cautie’ onder omstandigheden ook verplicht is voor de ‘bestuurlijke toezichthouders’? Dit zijn de toezichthouders die op grond van het bestuursrecht toezicht houden en boetes opleggen. U kunt denken aan:
- De Inspectie SZW, ookwel bekend als de arbeidsinspectie
- De Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), wel bekend van de Fipronil-zaken;
- het Agentschap Telecom, wel bekend van frequentieveilingen en etherpiraten; en
- de Inspectie Leefomgeving en Transport, bekend van bijvoorbeeld vrachtwagencontrole’s.
De bestuursrechtelijke cautie is opgenomen in artikel 5.10a Algemene wet bestuursrecht. Hierin staat dat degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, niet verplicht is ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen. Ik geef toe dat dit minder ‘Hollywood-waardig’ geformuleerd is, maar best relevant om te weten als er bij uw bedrijf een toezichthouder voor de deur staat.
Bestraffende en herstellende sanctie
Helemaal eenvoudig is het niet. In het bestuursrecht wordt onderscheid gemaakt tussen ‘herstellende sancties’ en ‘bestraffende sancties’. Zoals de termen aangeven is het oogmerk van de sancties verschillend (herstel tegenover straf). Voor een herstelsanctie geldt ongeveer het tegenovergestelde van de cautie; daarbij is een ieder namelijk verplicht om aan een toezichthouder medewerking te verlenen. Zo is er bijvoorbeeld de verplichting tot het verschaffen van inlichtingen.
Moment cautie
Dit roept de vraag op wanneer iemand medewerking moet verlenen en wanneer sprake is van een ‘cautie-situatie’. De hoogste bestuursrechter (de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) heeft overwogen dat de cautieplicht in het bestuursrecht bestaat:
‘wanneer naar objectieve maatstaven door een redelijk waarnemer kan worden vastgesteld dat de betrokkene wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie.’
Wanneer dat moment precies is aangebroken is voer voor (ons) juristen... In algemene zin lijken rechters een cautieplicht aan te nemen in alle gevallen waarin iemand niet kan uitsluiten dat het antwoord op een aan hem gestelde vraag aan een bestuurlijke boete ten grondslag wordt gelegd.
Gevolg ontbreken cautie
Het gevolg voor het ten onrechte niet geven van de cautie is dat de verklaring in de regel niet kan worden gebruikt als bewijs voor de feiten die aan de sanctie zijn gelegd. Ook een verklaring die onder dwang wordt afgelegd, waaronder de hierboven genoemde situatie dat iemand op grond van de wet verplicht is inlichtingen te verschaffen, kan niet dienen als bewijs voor de feiten die leiden tot een boete.
You have the right to make one phonecall
In de films zeggen ze dan: ‘You have the right to have an attorney’. Een recht op een advocaat geldt in Nederland voor het bestuursrecht dan weer niet. Wel kunt u er natuurlijk zelf één inschakelen. Mocht u toch vragen hebben of advies willen; you can always make one phonecall… met mr. Elzelou Grit 050-2071622.