Hoewel de hoogte van de partner- en kinderalimentatie meestal door de rechter wordt vastgesteld, is het bedrag niet in steen gebeiteld. Jaarlijks wordt namelijk het bedrag aan alimentatie verhoogd aan de hand van het indexeringspercentage. In deze blog gaan we dieper in op alimentatie indexering en de veranderingen die hiermee gepaard gaan per 1 januari 2024.
Om te voorkomen dat elk jaar door ex-echtgenoten werd geprocedeerd om de hoogte van de alimentatie aan te passen naar de loonstijgingen van dat betreffende jaar, is in 1973 artikel 1:402a van het Burgerlijk Wetboek in werking getreden. Volgens dit artikel worden de bij rechterlijke uitspraak en bij overeenkomst vastgestelde bedragen voor levensonderhoud jaarlijks gewijzigd met een door de Minister van Justitie vast te tellen percentage. In Nederland wordt het indexeringspercentage gelijkgetrokken met de stijging van de lonen, wat berekend wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De jaarlijkse wijziging is zowel van toepassing op partneralimentatie als op kinderalimentatie.
Volgens artikel 1:402a lid 5 van het Burgerlijk Wetboek kan bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomst de wijziging op grond van alimentatie indexering geheel of voor een bepaalde tijdsduur worden uitgesloten. Hierbij kan tevens worden bepaald op welke wijze het bedrag voor levensonderhoud periodiek zal worden gewijzigd. Partijen hebben hiermee de mogelijkheid om een eigen regeling voor de alimentatie indexering overeen te komen die beter past bij hun situatie. Zo kan er bijvoorbeeld worden aangesloten bij het prijsindexcijfer of bij de indexering van het ABP-pensioen, in plaats van bij de jaarlijkse loonstijging.
De alimentatie wordt dus jaarlijks automatisch geïndexeerd, tenzij bij rechterlijke uitspraak of bij overeenkomst hiervan is afgeweken. De betaler is echter wel zelf verantwoordelijk om alimentatie indexering zelfstandig toe te passen. Indien het percentage van alimentatie indexering niet of niet volledig door de betaler wordt toegepast, zorgt dit voor een achterstand in de te betalen alimentatie. Deze achterstand kan bij de betaler worden teruggevorderd, maar is wel aan een verjaringstermijn onderhevig. Ook een eventueel beroep op rechtsverwerking, hoewel hier hoge eisen aan worden gesteld, kan het vorderen van achterstand in de weg staan.
Er kan zich de situatie voordoen dat partijen enkele jaren niet op de hoogte waren van alimentatie indexering met als gevolg dat hier geen aanspraak op is gedaan. Indien dit het geval is, dan levert dit geen grond op voor een wijziging van het oorspronkelijke door de rechter of bij overeenkomst vastgestelde bedrag. Er kan wel sprake zijn van een grond voor wijziging, op grond van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek, indien het door de alimentatie indexering te betalen bedrag hoger wordt dan de betaler kan betalen en/of de ontvanger nodig heeft. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn wanneer het salaris van de betaler niet is aangepast.
Zoals hierboven vermeldt, wordt jaarlijks de wijziging van de alimentatie indexering gelijkgetrokken met het percentage waarmee de lonen in Nederland dat jaar gemiddeld zijn gestegen. Het percentage waarmee de alimentatiebedragen per 1 januari 2024 worden verhoogd, is vastgesteld op 6,2%. Dit is een behoorlijk hoog percentage als men kijkt naar de hoogte van het indexeringspercentage van de afgelopen jaren. De afgelopen tien jaar was het indexeringspercentage namelijk gemiddeld 1,94%. Het percentage per 1 januari 2023 was vastgesteld op 3,4%.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of wilt u meer weten? Kijk op onze personen- en familierecht pagina en neem gerust contact op met Ellen Leentjes, Veronique Wegter of Ellen van der Dussen.
Ellen van der Dussen studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie Privaatrecht (richting Personen- en Familierecht). Gedurende haar opleiding heeft Ellen voornamelijk gewerkt als werkgroep docent Algemene Rechtswetenschap en als communicatietrainer. Als werkgroep docent begeleidde zij haar studenten bij het analyseren van jurisprudentie, terwijl zij als communicatietrainer de presentatievaardigheden van haar studenten verder ontwikkelde. Binnen Yspeert is Ellen werkzaam binnen de sectie Personen- en Familierecht en Erfrecht.
Ellen van der Dussen studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie Privaatrecht (richting Personen- en Familierecht). Gedurende haar opleiding heeft Ellen voornamelijk gewerkt als werkgroep docent Algemene Rechtswetenschap en als communicatietrainer. Als werkgroep docent begeleidde zij haar studenten bij het analyseren van jurisprudentie, terwijl zij als communicatietrainer de presentatievaardigheden van haar studenten verder ontwikkelde. Binnen Yspeert is Ellen werkzaam binnen de sectie Personen- en Familierecht en Erfrecht.