Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Toch?

  • event22-04-2020
  • schedule17:39
  • timer4 minuten

Over uitleg van contractsbepalingen

Het is in deze coronacrisis aan de orde van de dag: annulering van geboekte reizen. Maar ook vóór de crisis gebeurde het met regelmaat. De casus die leidde tot de eerder deze maand door de Geschillencommissie van het KiFiD gewezen uitspraak stamt van enkele maanden voor de huidige crisis. In deze blog leest u over de annuleringsverzekering.

Casus

De casus is als volgt. De heer A heeft in 2017 een doorlopende annuleringsverzekering afgesloten bij Promovendum. Die dekt onder meer de annuleringskosten als de verzekeringnemer ernstig ziek is. A boekte in oktober 2018 bij de ANWB een 22-daagse vlieg- en camperreis naar Canada voor hemzelf en zijn echtgenote B. Geplande vertrekdatum was 22 juni 2019 en op 13 juli 2019 zouden A en B terugvliegen. De vliegreis zou acht uren duren. A betaalde aan ANWB een bedrag van ruim EUR 3.200 voor deze reis.

Met de vertrekdatum in zicht liep A een ontsteking aan zijn bilnaad* op. Op 18 juni 2019 heeft A daarom de reis geannuleerd. Voor hij dat deed, is A langs de Spoedeisende hulp gegaan omdat hij extreem veel last ervoer. Ook heeft zijn huisarts verklaard dat A als gevolg van de infectie aan zijn bil moeilijk kan zitten. En dat is vervelend, met een campervakantie. Dan zit je toch al snel uren achtereen, zeker in zo’n groot land als Canada.

De ANWB brengt bijna EUR 3.100 aan annuleringskosten in rekening. A claimt dit bedrag bij Promovendum. Die wijst de claim af. Volgens Promovendum is geen sprake van ernstige ziekte. Promovendum heeft voorts nog voorgesteld om een deskundige ernaar te laten kijken en diens oordeel als bindend te aanvaarden. Maar A voelt daar niets voor. Hij dient (na eerst het interne klachtenkanaal te zijn doorgegaan) een klacht in bij de Geschillencommissie van het KiFiD.

Procedure bij de Geschillencommissie

Kernvraag
De Geschillencommissie ziet zich geconfronteerd met de vraag of Promovendum aan A de annuleringskosten moet vergoeden. Bij de beantwoording daarvan is bepalend wat partijen met elkaar hebben afgesproken. Daarbij zijn in beginsel de verzekeringspolis en de daarop van toepassing verklaarde voorwaarden leidend.

In dit concrete geval moest de Geschillencommissie beoordelen of de ontsteking aan de bil van de verzekeringnemer valt onder het begrip ‘ernstige ziekte’ zoals opgenomen in de verzekeringsvoorwaarden. De verzekeringsvoorwaarden leggen niet uit wat ‘ernstig’ betekent.

Uitleg
Dat betekent dat de Geschillencommissie het begrip ‘ernstige ziekte’ moet gaan uitleggen om te kunnen beoordelen of de bilontsteking van A daaronder al dan niet valt en Promovendendum – dus – al dan niet de annuleringskosten aan A moet vergoeden. Daarvoor is bepalend de uitleg die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Deze wat archaïsch klinkende zinsnede is afkomstig uit een uitspraak van de Hoge Raad uit 1981 in de zaak Haviltex – en staat daarom bekend als het Haviltex-criterium. Alle omstandigheden moeten daarbij worden gewogen tegen wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.

Van belang in dit geval is dat over voorwaarden van een verzekering nooit afzonderlijk wordt onderhandeld. Ze worden door de verzekeraar van toepassing verklaard. Daar valt als consument in de praktijk niet aan te tornen. Dit heeft gevolgen voor de uitleg: als je wel afzonderlijk kunt onderhandelen, dan moet dus worden achterhaald en gewogen wat er in die onderhandelingen is uitgewisseld. Dat kon in dit geval niet en dan moet de bepaling, zoals dat heet, objectief worden uitgelegd. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld in publieke bronnen wordt gezocht.

De Dikke Van Dale is uw beste vriend
De Geschillencommissie heeft in dit geval de Dikke Van Dale erbij gepakt om de term ‘ernstig’ uit te leggen. Volgens de Dikke Van Dale is iets ‘ernstig’ als het grote en onaangename gevolgen kan hebben. De Geschillencommissie oordeelt vervolgens, mede op grond van de verklaring van de huisarts, dat acht uur vliegen misschien nog wel had gekund – zij het dan met pijn – maar dat de 22-daage camperreis daarna zeker tot grote en onaangename gevolgen zou hebben geleid.

Ergo: de bilontsteking is een ernstige ziekte in de zin van de verzekeringsvoorwaarden.

Promovendum had nog gesteld dat de bepaling ook op een andere manier kon worden uitgelegd, maar dat was volgens de Geschillencommissie niet relevant. Want A is een consument en Promovendum een professionele verzekeraar. In zo’n geval moet – als je een bepaling op meerdere manieren zou kunnen uitleggen – altijd de voor de consument gunstigste uitleg worden genomen.

Beslissing

Promovendum moet de verzekeringnemer de annuleringskosten van EUR 3.078 terugbetalen, vermeerderd met de wettelijke rente. Op het moment van schrijven van deze blog loopt te beroepstermijn nog.

Conclusie

Verzekeringnemer brandt billen, verzekeraar moet op de blaren zitten. Verrassend? Dat valt mee. Deze uitspraak is opvallend vanwege de feiten en niet zozeer vanwege de uitkomst. Toch is de uitspraak interessant, omdat hieruit blijkt dat de uitleg van contractsbepalingen ten zeerste samenhangt met de omstandigheden van het concrete geval. Die leiden in dit geval tot een objectieve uitleg, zodat de Dikke Van Dale uiteindelijk de doorslag gaf.

Vragen?

Harm Jan Tulp staat u graag te woord.

* Meer precies: een ontsteking van een haarnetcyste bij de bilnaad. Ik zal hierna kortheidshalve spreken van een ontsteking aan de bilnaad.

Geschreven door:

Harm Jan Tulp

Harm Jan Tulp is ruim vijfentwintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als partner verbonden aan Yspeert advocaten. Naast zijn praktijk is Harm Jan raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof ’s Hertogen Bosch en publiceert hij regelmatig, momenteel vooral wenken in de WoltersKluwer-uitgave Rechtspraak Financieel Recht. Hij is voorts bestuurslid van drie aan het Fries Museum verbonden ondersteunende stichtingen en secretaris van de Vereniging van Advocaten in Friesland.

Harm Jan Tulp is ruim vijfentwintig jaar werkzaam als advocaat. Hij is als partner verbonden aan Yspeert advocaten. Naast zijn praktijk is Harm Jan raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof ’s Hertogen Bosch en publiceert hij regelmatig, momenteel vooral wenken in de WoltersKluwer-uitgave Rechtspraak Financieel Recht. Hij is voorts bestuurslid van drie aan het Fries Museum verbonden ondersteunende stichtingen en secretaris van de Vereniging van Advocaten in Friesland.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.