Op dit moment zijn er in Nederland circa 750 franchiseformules actief. De kans is groot dat u hiermee regelmatig in aanraking komt. Denk bijvoorbeeld aan supermarktketens als Jumbo en Albert Heijn, maar ook Etos, Op=Op en Kruidvat behoren tot een franchise. Ondanks dat er grote aantallen franchiseformules zijn, bestaat er nog geen bijzondere wetgeving omtrent de franchiseovereenkomst. Het kabinet wil daar verandering in brengen. Wat de plannen zijn en welke gevolgen dit voor franchisegevers en franchisenemers kan meebrengen, leest u in dit blog.
Franchise is een vorm van samenwerking, waarbij de franchisegever aan de franchisenemer het recht verleent om onder bepaalde voorwaarden en tegen een vergoeding een bedrijf te exploiteren volgens het concept van de franchisegever. Kort gezegd is franchise eigenlijk een formule waarbij de ene partij (franchisegever) verantwoordelijk is voor de winkelformule en de andere partij (franchisenemer) zorgt dat zijn lokale winkel goed draait.
Op dit moment bestaat er nog geen bijzondere wetgeving omtrent de franchiseovereenkomst. Wel heeft de franchisesector ‘De Nederlandse Franchise Code’ (NFC) opgezet. Deze code geeft gedragsregels voor franchisegevers en franchisenemers bij het aangaan, uitvoeren en ontbinden van franchiseovereenkomsten. De NFC is echter slechts rechterlijk afdwingbaar indien deze van toepassing is verklaard op de franchiseovereenkomst en dat gebeurt niet standaard. Dit wordt anders als het wetsvoorstel wordt aangenomen. De regels die daarin worden opgenomen, zijn dan op alle franchiseovereenkomsten van toepassing. Ook als deze niet uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard.
Franchisenemers zijn vaak meer afhankelijk van de franchisegever dan omgekeerd. Als een lokale supermarkt zich bijvoorbeeld heeft aangesloten bij een franchise, dan moeten er vaak investeringen worden gedaan om aan de voorwaarden te voldoen. Denk bijvoorbeeld aan de aankleding van de winkel en het voldoen aan de kwaliteitseisen. Deze investeringen zijn lang niet altijd terugverdiend als het contract afloopt. Het is voor de lokale supermarkteigenaar dan van belang om het contract te verlengen, omdat de investeringen anders voor niets zijn geweest. Dit geeft de franchisegever de ruimte om de voorwaarden, zoals de bijdragen of zekerheden, in zijn voordeel op te nemen. De franchisenemer neemt dan dus een relatief zwakke positie in bij de onderhandelingen. Het wetsvoorstel moet een einde maken aan deze ongelijke machtsverhouding.
Het concept wetsvoorstel bevat regels over de wijze waarop franchisegevers en franchisenemers met elkaar om moeten gaan. Daarbij focust het zich op de volgende vier deelgebieden:
Op dit moment bestaat er dus geen bijzondere wetgeving omtrent de franchiseovereenkomst. Het kabinet wil daar met dit wetsvoorstel verandering in brengen. De consultatieperiode, waarin burgers hun mening over het concept wetsvoorstel naar voren kunnen brengen, is voorbij. Over het algemeen waren de franchisenemers positief, maar de franchisegevers hadden nogal wat bezwaren tegen het wetsvoorstel. Zij zijn van mening dat er door de regels geen ruimte meer overblijft om te ondernemen.
Het concept wetsvoorstel kan naar aanleiding van de consultatie nog worden aangepast. Daarna moet het langs de Raad van State en vervolgens moet het nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer. Dit lijkt nog ver weg, maar de kans dat de veelgebruikte franchise toch zijn bijzondere wetgeving krijgt, is wel aanwezig. Wilt u als franchisegever of franchisenemer weten hoe u zich hierop kunt voorbereiden of heeft u een andere vraag over franchise, neem dan contact op met Wouter Leerink.
Wouter Leerink deed de Master privaatrecht en ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2010 heeft Wouter zich bij Yspeert gespecialiseerd in het bouw-, contracten- en ondernemingsrecht. Hij heeft ruime ervaring met het begeleiden van grootschalige bouw en infra projecten. Hij beoordeelt en stelt overeenkomsten op voor gebieds- en projectontwikkeling. Hij treedt zowel op voor bouwers, ondernemers, ontwikkelaars als overheidsinstanties. Verder is Wouter actief als lid van de Junior kamer Groningen (JCI), de Commercieele Club Groningen (CCG) en de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (Vbr-A). Wouter is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.
Wouter Leerink deed de Master privaatrecht en ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2010 heeft Wouter zich bij Yspeert gespecialiseerd in het bouw-, contracten- en ondernemingsrecht. Hij heeft ruime ervaring met het begeleiden van grootschalige bouw en infra projecten. Hij beoordeelt en stelt overeenkomsten op voor gebieds- en projectontwikkeling. Hij treedt zowel op voor bouwers, ondernemers, ontwikkelaars als overheidsinstanties. Verder is Wouter actief als lid van de Junior kamer Groningen (JCI), de Commercieele Club Groningen (CCG) en de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (Vbr-A). Wouter is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.