Op 10 maart 2014 heeft staatssecretaris Van Rijn het wetsvoorstel ‘Wet Langdurige Zorg’ aanhangig gemaakt in de Tweede Kamer. De wet is de beoogde opvolger van de AWBZ, die met een jaarlijkse uitgave van zo’n 27 miljard euro één van de grootste kostenposten is in de Rijksbegroting. De nieuwe Wet Langdurige Zorg zal naar verluidt op voldoende steun kunnen rekenen in de Tweede –en Eerste Kamer, en indien de wet inderdaad zal worden aangenomen per 1 januari 2015 worden ingevoerd.
De WLZ maakt deel uit van een ‘pakket’ aan zorgwetten dat in 2015 ingevoerd zal worden. Ook de Jeugdwet, de WMO 2015, en de ZVW maken hier deel van uit. Deze afzonderlijke wetten worden zodanig afgebakend dat elke wet uitsluitend ziet op haar eigen domein, en er zodoende geen afwenteling tussen de verschillende wetten kan plaatsvinden.
Het doel van het pakket van wetten waar ook de Wet Langdurige Zorg deel van uitmaakt, is om meer taken naar lagere overheden en zorgverzekeraars te delegeren zodat de Rijksbegroting ontlast wordt. Daarnaast hoopt men, mede dankzij de Wet Langdurige Zorg, op meer participatie en betrokkenheid van de burger en een verbetering van de zorg. Van het eerder genoemde bedrag wordt 10 miljard – zo’n 40% – overgeheveld naar de gemeenten en verzekeraars, 60% van de uitgaven blijft bij het Rijk.
De gemeenten zullen primair gaan over de begeleiding en verzorging aan huis. Dit wordt echter alleen vergoed voor de laagste inkomens. Daarnaast valt ook de Jeugdzorg onder de bevoegdheid van de gemeenten. Overigens worden burgers in het licht van de ‘participatiemaatschappij’ vooral gestimuleerd om de zorg zo lang mogelijk zélf thuis in handen te nemen, en pas in uiterste nood een beroep te doen op gemeenschapsgeld. De Wet Langdurige Zorg regelt de aanspraak op zorg bij een blijvende zorgbehoefte. Alleen de zwaarste, langdurig noodzakelijkste zorg komt door de toegangscriteria van de Wet Langdurige Zorg: als er op termijn verbetering in de toestand van de patiënt wordt verwacht, valt deze niet in de categorie ‘langdurige zorg’ en zal onder de bevoegdheid van de gemeenten vallen. De psychiatrie valt zo bijvoorbeeld niet onder de WLZ, omdat de uitkomst van een geestesziekte niet vast staat. De zorgverzekeraars regelen ten slotte de overige zorg, die méér dan ondersteunend is. Men denke hierbij aan medische zorg als verpleging, extramurale zorg, persoonlijke verzorging en de geestelijke gezondheidszorg. Verwacht wordt dat de premies hierdoor enigszins zullen stijgen.
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) toetst en bepaalt naar aard en inhoud wie in welke zorgcategorie valt. Alle indicaties worden dus door het CIZ vastgesteld, zodat zorgaanbieders verplicht zijn gegevens uit te wisselen als daarom wordt gevraagd. Het CIZ mag deze gegevens vervolgens bij ‘zwaarwegende belangen’ weer delen met de gemeenten. Het medisch beroepsgeheim – dat in de AWBZ wettelijk was verankerd – wordt in de Wet Langdurige Zorg dus in min of meerdere mate doorbroken.
Heeft u vragen over deze blog. Neem dan contact op met Kristien Croezen.
Kristien Croezen studeerde Nederlands recht aan de RUG (specialisatie privaatrecht) en in de tussentijd ook HBO-rechten (bestuursrecht en privaatrecht) aan de Hanzehogeschool Groningen. Voordat zij de advocatuur in ging, was zij onder meer griffier bij de sector civiel van de rechtbank Groningen. Kristien heeft ruime ervaring in het privaatrecht en is nu met name actief op het gebied van bestuursrecht en gezondheidsrecht. Zij deelt haar ervaringen en kennis graag door middel van het geven van lezingen en schrijven van blogs. Kristien is lid van de Vereniging voor Gezondheidsrecht.
Kristien Croezen studeerde Nederlands recht aan de RUG (specialisatie privaatrecht) en in de tussentijd ook HBO-rechten (bestuursrecht en privaatrecht) aan de Hanzehogeschool Groningen. Voordat zij de advocatuur in ging, was zij onder meer griffier bij de sector civiel van de rechtbank Groningen. Kristien heeft ruime ervaring in het privaatrecht en is nu met name actief op het gebied van bestuursrecht en gezondheidsrecht. Zij deelt haar ervaringen en kennis graag door middel van het geven van lezingen en schrijven van blogs. Kristien is lid van de Vereniging voor Gezondheidsrecht.