- 11-11-2019
- 14:42
- timer 2 minuten
Het is zover. De Hoge Raad heeft 8 november jl het lang verwachte arrest over de slapende dienstverbanden gewezen. De Raad heeft in het voordeel van de zieke werknemers beslist (en daarmee het advies van de Advocaat Generaal gevolgd, waarover wij eerder een blog schreven: update blog ‘recente ontwikkelingen over slapende dienstverbanden’.
De link naar de uitspraak: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2019:1734
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de werkgever op verzoek van de meer dan twee jaren zieke werknemer de arbeidsovereenkomst moet beëindigen en dan dus ook de transitievergoeding moet betalen. Nu de Compensatieregeling er is waarin is geregeld dat de werkgever deze transitievergoeding gecompenseerd kan krijgen van het UWV, speelt het aspect van de dubbele kosten geen rol meer. Bovendien blijkt uit de Parlementaire Geschiedenis op deze regeling dat de wetgever echt beoogt een einde te maken aan de slapende dienstverbanden.
Op grond hiervan vindt de Hoge Raad dat de eis van goed werkgeverschap met zich mee brengt dat de werkgever het dienstverband van een meer dan twee jaar zieke werknemer niet slapend mag houden om zodoende de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.
Gevolgen van deze uitspraak voor de werkgever en de werknemer
Het gevolg van dit arrest is dus dat als een werknemer, die meer dan twee jaar ziek is, om beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst en uitbetaling van de transitievergoeding vraagt, de werkgever dit verzoek moet inwilligen. De werkgever kan voor deze betaalde transitievergoeding een compensatie van het UWV ontvangen. Deze compensatie is maximaal het bedrag dat de werknemer zou ontvangen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de eerste dag nadat de arbeidsongeschiktheid twee jaren heeft geduurd.
Uitzonderingen
De Hoge Raad stelt dat een werkgever niet verplicht is het verzoek van de werknemer te honoreren als deze een gerechtvaardigd belang heeft bij het in standhouden van de arbeidsrelatie. Bijvoorbeeld als de werkgever van mening is dat er reële reïntegratie mogelijkheden zijn. De werkgever zal dit moeten bewijzen. Het feit dat een werknemer bijna de pensioen gerechtigde leeftijd zal bereiken, is géén gerechtvaardigd belang aldus de Raad.
Mocht een werkgever door het vóórfinancieren van de transitie vergoeding in financiële moeilijkheden komen, dan mag betaling aan de werknemer in termijnen geschieden, of de betaling mag tot na 1 april 2020 (datum in werking treding Compensatieregeling) worden opgeschort.
De praktijk
Veel langdurig arbeidsongeschikte werknemers zullen nu, gewapend met dit arrest van de Hoge Raad, hun werkgever gaan benaderen met het verzoek de arbeidsovereenkomst te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding. De komende maanden zal blijken of en zo ja met welke perikelen dit gepaard zal gaan.
Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen, neemt u dan gerust contact op met Tom Nicolai.