- 08-02-2021
- 16:00
- timer 4 minuten
In onze vorige reorganisatie-blog hebben we besproken dat er meerdere bedrijfseconomische gronden zijn die tot het verval van arbeidsplaatsen kunnen leiden en dat het UWV voor elk van deze gronden een specifieke onderbouwing vraagt. In deze blog gaan we nader in op de vraag welke werknemer voor ontslag wordt voorgedragen en hoe het zit met de ontslagregeling. Een werkgever bepaalt namelijk niet zelf welke werknemers hij voordraagt voor ontslag. Daarvoor moet het afspiegelingsbeginsel worden toegepast.
Flexibele schil
De regels m.b.t. de ontslagvolgorde worden in de uitvoeringsregels van het UWV stap voor stap uitgelegd. Uiteindelijk bepaalt het afspiegelingsbeginsel welke van de boventallige werknemers voor ontslag moeten worden geselecteerd. Het doel van dit beginsel is om de leeftijdsopbouw binnen een organisatie gelijk te houden.
Voordat kan worden afgespiegeld, moet eerst de ‘flexibele schil’ in kaart worden gebracht. Dit is namelijk een categorie werknemers die als eerste voor ontslag in aanmerking komt. In deze categorie gaat het om:
- externe medewerkers, d.w.z. gedetacheerden, uitzendkrachten, zzp’ers en ingeleende werknemers van een andere bedrijfsvestiging;
- AOW-gerechtigde werknemers;
- oproepkrachten; en
- werknemers met een contract voor bepaalde tijd dat eindigt uiterlijk 26 weken na de datum waarop het UWV op de ontslagaanvraag beslist.
Uitwisselbare functies
Blijven er na de ontslagen werknemers uit de flexibele schil nog te ontslagen werknemers over? Dan moeten de uitwisselbare functies worden bepaald. Daarbij worden de functies binnen de onderneming onderverdeeld in uitwisselbare functiegroepen. Het gaat dan puur om de inhoud van de functie, niet om de vraag of de persoon in kwestie deze functie zou kunnen vervullen. Artikel 13 van de Ontslagregeling geeft een duidelijke definitie van een uitwisselbare functie:
“Een functie is uitwisselbaar met een andere functie, indien:
- de functies vergelijkbaar zijn voor zover het betreft de inhoud van de functie, de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties, en de tijdelijke of structurele aard van de functie; en
- het niveau van de functie en de bij de functie behorende beloning gelijkwaardig zijn.”
Is de functie niet uitwisselbaar, maar komen er wel taken terug en zijn er meerdere geschikte kandidaten voor deze functie? Dan moet er omgekeerd worden afgespiegeld. Dit houdt in dat de werknemer die als laatste boventallig wordt, als eerste moet worden geplaatst bij een vacature.
Afspiegelen
Is de flexibele schil afgevloeid en zijn de uitwisselbare functies in kaart gebracht? Dan is het tijd om af te spiegelen. Het afspiegelen gebeurt aan de hand van vijf leeftijdscategorieën: 15 tot 25 jaar; 25 tot 35 jaar; 35 tot 45 jaar; en 55 jaar en ouder.
Binnen deze categorieën geldt het principe: “last in, first out”. Dat wil zeggen dat de werknemer die als laatste in dienst is getreden, als eerste voor ontslag in aanmerking komt.
Voorbeeld:
Stel de onderneming telt 25 werknemers. In het kader van een reorganisatie moet van 5 werknemers afscheid worden genomen. Om op de juiste manier af te spiegelen, moeten de werknemers in de vijf leeftijdscategorieën worden ondergebracht. Vervolgens moet worden berekend hoeveel werknemers er per categorie moeten afvloeien.
aantal werknemers dat dient te vertrekken
Rekensom: aantal werknemers binnen de categorie x totaal aantal werknemers
Dit leidt tot de volgende uitkomst:
|
Aantal werknemers |
Aantal werknemers dat moet afvloeien |
Categorie 1 (15 tot 25 jaar) |
4 |
4 x 5/25 = 0,8 |
Categorie 2 (25 tot 35 jaar) |
5 |
5 x 5/25 = 1 |
Categorie 3 (35 tot 45 jaar) |
10 |
10 x 5/25 = 2 |
Categorie 4 (45 tot 55 jaar) |
5 |
5 x 5/25 = 1 |
Categorie 5 (55 jaar en ouder) |
1 |
1 x 5/25 = 0,2 |
Totaal: |
25 |
5 |
Uit dit voorbeeld volgt dat van één werknemer uit categorie 1, 2 en 4 en twee werknemers uit categorie 3 afscheid moet worden genomen.
Uitzonderingen
Het zou het recht niet zijn als er geen uitzonderingen waren. In de volgende gevallen hoeft namelijk niet te worden afgespiegeld volgens bovenstaand schema:
- als er is sprake van een unieke functie, die maar door één persoon wordt uitgevoerd;
- als een categorie uitwisselbare functies geheel komt te vervallen; of
- als de onderneming of de bedrijfsvestiging in zijn geheel gaat sluiten.
Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen of wenst u advies over het afspiegelen binnen uw onderneming in het kader van een (aanstaande) reorganisatie? Neem gerust contact op met Tom Nicolai of Marjolein Moorman.