Eerder schreef ik een blog over de “bijklussende” werknemer en de regels over het verrichten van nevenwerkzaamheden. In deze blog zal ik ingaan op het specifieke geval dat een werknemer ziek thuis zit maar desondanks nevenwerkzaamheden verricht. Dit stuit op veel onbegrip en frustratie bij werkgevers en zij vragen zich in dergelijke situaties dan ook af wat zij hiertegen kunnen doen.
Het klinkt misschien gek maar soms kan het verrichten van nevenwerkzaamheden het herstel van een werknemer juist bevorderen. Zo mocht een arbeidsongeschikte docent wel hovenierswerkzaamheden (tegen betaling) verrichten omdat dit een geschikte afleiding voor hem was.
Het doen van nevenwerkzaamheden tijdens ziekte lijdt dus lang niet altijd tot ontslag of andere sancties. Dit kan pas het geval zijn als de nevenwerkzaamheden de re-integratie van de werknemer belemmert. In dat geval zijn de nevenwerkzaamheden zogenaamd ‘onverenigbaar met de arbeidsongeschiktheid’. Als een werkgever vermoedt dat hiervan sprake is, dan zal dit bevestigd moeten worden door de bedrijfsarts. Alleen de bedrijfsarts kan en mag beoordelen of de nevenwerkzaamheden onverenigbaar zijn met de arbeidsongeschiktheid.
Een werkgever die constateert dat een werknemer tijdens ziekte nevenwerkzaamheden verricht, zal veelal actie willen ondernemen. Soms is de frustratie bij de werkgever over de situatie zodanig dat de werknemer op staande voet wordt ontslagen. Een ontslag op staande voet zal echter niet in alle gevallen stand houden.
In een zaak die speelde bij het Hof Den Bosch werd geoordeeld dat de werkgever niet direct tot ontslag op staande voet mocht overgaan. De werkgever had eerst een loonsanctie moeten opleggen en moeten onderzoeken of de werknemer door het verrichten van nevenwerkzaamheden zijn herstel belemmerde. Wel vond het hof dat de werknemer verwijtbaar had gehandeld door het verrichten van nevenwerkzaamheden, met name omdat de werknemer zijn nevenwerkzaamheden niet bij de bedrijfsarts had gemeld.
Anders zou het kunnen zijn als een werknemer relevante informatie voor een bedrijfsarts verzwijgt door bijvoorbeeld aan te geven fysiek niet meer zijn huidige werk te kunnen uitvoeren terwijl hij wel bij een concurrent nagenoeg dezelfde werkzaamheden uitvoert.
Welke gevolgen het verrichten van nevenwerkzaamheden heeft voor een werknemer hangt ook af van de inhoud van de arbeidsovereenkomst. Als er sprake is van een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden, dan zal er eerder sprake kunnen zijn van een gerechtvaardigd ontslag op staande voet. De werkgever kan zijn positie hierin nog versterken door in een verzuimprotocol op te nemen dat een werknemer eventuele nevenwerkzaamheden tijdens ziekte moet melden bij de bedrijfsarts en deze pas mag verrichten als de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat de nevenwerkzaamheden niet onverenigbaar zijn met de ziekte.
Voor de werknemer geldt dat het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens ziekte vaak tot onbegrip bij de werkgever lijdt. Het is dus van belang om vooraf in overleg te gaan met de werkgever en de bedrijfsarts. Hiermee kan een discussie achteraf wellicht voorkomen worden en raken de verhoudingen niet onnodig verstoord.
Voor de werkgever geldt dat er pas tot actie kan worden overgegaan als de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat de nevenwerkzaamheden onverenigbaar zijn met de arbeidsongeschiktheid. Gaat een werkgever zonder een dergelijk oordeel al over tot het nemen van maatregelen, dan bestaat de kans dat de werkgever hierdoor de verhoudingen verstoort.
Heeft u een vraag over nevenwerkzaamheden? Neem dan contact op met Kristien Croezen.
Kristien Croezen studeerde Nederlands recht aan de RUG (specialisatie privaatrecht) en in de tussentijd ook HBO-rechten (bestuursrecht en privaatrecht) aan de Hanzehogeschool Groningen. Voordat zij de advocatuur in ging, was zij onder meer griffier bij de sector civiel van de rechtbank Groningen. Kristien heeft ruime ervaring in het privaatrecht en is nu met name actief op het gebied van bestuursrecht en gezondheidsrecht. Zij deelt haar ervaringen en kennis graag door middel van het geven van lezingen en schrijven van blogs. Kristien is lid van de Vereniging voor Gezondheidsrecht.
Kristien Croezen studeerde Nederlands recht aan de RUG (specialisatie privaatrecht) en in de tussentijd ook HBO-rechten (bestuursrecht en privaatrecht) aan de Hanzehogeschool Groningen. Voordat zij de advocatuur in ging, was zij onder meer griffier bij de sector civiel van de rechtbank Groningen. Kristien heeft ruime ervaring in het privaatrecht en is nu met name actief op het gebied van bestuursrecht en gezondheidsrecht. Zij deelt haar ervaringen en kennis graag door middel van het geven van lezingen en schrijven van blogs. Kristien is lid van de Vereniging voor Gezondheidsrecht.