Als ondernemer loopt u vaak grote financiële risico’s. U verricht een grote opdracht op nabetaling, u verkoopt een zaak op afbetaling of u leent geld uit. U doet er goed aan om stil te staan bij uw mogelijkheden als uw contractspartij haar verplichtingen niet nakomt en u uw geld niet krijgt. Een van de mogelijkheden is het vragen van een onderpand bij het aangaan van de overeenkomst. Dit kan u meer zekerheid geven dat uw vordering alsnog betaald wordt. Dit noemen we een ‘onderpand’ of ‘waarborg’. Een onderpand is een vorm van zekerheid. In dit blog legt Ronald Klarus u meer uit over pandrecht, hoe u een dergelijk onderpand kunt regelen en welke voordelen dit nou precies voor u kan hebben.
Een pandrecht is een vorm van onderpand. Het is een zekerheidsrecht, net zoals een hypotheekrecht. Het pandrecht kunt u vestigen op roerende zaken (bijvoorbeeld een voorraad of een auto), op vorderingen (denk aan een geldvordering of het gehele debiteurenbestand van uw schuldenaar) en op aandelen.
Twee vormen: vuistpand en stil pandrecht
Het pandrecht kent twee vormen. Allereerst heb je het ‘vuistpand’. Dit houdt in dat u het onderpand in uw bezit krijgt. De schuldenaar kan niet meer beschikken over de zaak. Dit is niet altijd wenselijk, denk bijvoorbeeld aan de situatie dat u een pandrecht vestigt op de bedrijfsauto van uw schuldenaar. U wilt uiteraard dat uw schuldenaar de auto kan gebruiken om omzet te generen voor zijn bedrijf en zo uw vordering kan betalen.
U kunt er dan voor kiezen om een ‘stil pandrecht’ te vestigen. Dit wordt ook wel het bezitloos pandrecht genoemd. Dit houdt in dat de schuldenaar het goed (onder voorwaarden) mag blijven gebruiken.
Het vuistpand wordt gevestigd door de zaak over te dragen aan de pandhouder (aan u). Een stil pandrecht wordt gevestigd door een notariële of onderhandse akte op te stellen en te ondertekenen. Als u kiest voor een onderhandse akte (in plaats van een notariële akte) dient u deze te registreren bij de Belastingdienst.
Hoewel het geen eis is voor een geldig vuistpand om een akte op te stellen, is het bewijstechnisch sterker om de afspraken over het pandrecht vast te leggen in een overeenkomst en deze overeenkomst te registreren bij de Belastingdienst. Op die wijze kunnen er geen misverstanden ontstaan over de reden waarom u de zaak onder u heeft.
Als ondernemer kunt u twee voordelen behalen door het vestigen van een pandrecht voor situaties waarin uw schuldenaar niet betaald:
Geen tussenkomst van een rechter nodig:
Wanneer u een pandrecht hebt gevestigd, heeft u het zogenoemde ‘recht van parate executie’. Dit houdt in dat u de zaak direct kan verkopen wanneer de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet.
U hoeft dan dus niet eerst naar een rechter om toestemming te vragen, wat zonder een pandrecht wel het geval zou zijn. Met een pandrecht handelt u dus veel efficiënter.
Voorrangspositie in een faillissement:
Mocht uw schuldenaar failliet gaan, bent u een zogenoemde ‘separatist’. Dit betekent dat u als pandhouder uw rechten kunt uitoefenen alsof er geen faillissement is. U hoeft niet te wachten op de curator of op de openbare verkoop in de hoop dat u uw geld terugkrijgt. U kunt zelf de zaak verkopen en de opbrengst ervan gebruiken om uw vorderingen te voldoen.
Er zijn enkele situaties die gevolgen kunnen hebben voor het door u gevestigde pandrecht.
Zo kan het zijn dat er al een andere schuldeiser een pandrecht heeft gevestigd op de zaak waarop u ook uw pandrecht heeft gevestigd. In deze situatie gaat het recht van de eerste pandhouder voor. Hij mag de zaak verkopen en de opbrengst ervan gebruiken om zijn vordering te voldoen. Blijft er daarna nog een deel van de opbrengst over, dan komt dit aan u toe en kunt u hiermee uw vordering (deels) voldoen.
Het kan ook zijn dat de zaak die als onderpand is gegeven, inmiddels is verkocht of ingeruild. In eerste instantie gaat uw pandrecht mee naar de nieuwe eigenaar van de zaak. Het pandrecht volgt namelijk het onderpand.
Er zijn echter situaties waarin uw pandrecht teniet gaat door de verkoop van de zaak, omdat de nieuwe eigenaar niet had kunnen weten van het door u gevestigde pandrecht. U kunt dan het onderpand niet uitwinnen (verkopen om uw vordering uit de opbrengst te voldoen). Een mogelijkheid is om uw schuldenaar aan te spreken wegens de verkoop van het onderpand. Vaak is hiervoor alsnog de gang naar de rechter vereist.
U kunt het risico op verkoop van het onderpand trouwens wegnemen door bij het vestigen van het pandrecht hierover duidelijk afspraken te maken, of zelfs af te spreken dat verkoop van het onderpand in het geheel niet mogelijk is zonder uw toestemming.
In een faillissementssituatie kunt u stuiten op de curator die van mening is dat u het pandrecht niet had mogen vestigen, omdat dit te dicht op het faillissement is gebeurd. Het vestigen van het pandrecht wordt dan paulianeus geacht, omdat u had moeten weten dat dit tot benadeling van de failliete boedel zou leiden. Hoewel de curator een dergelijke stelling zal moeten bewijzen en wellicht zelfs door de rechter zal moeten laten uitspreken, kan het zijn dat een dergelijk verwijt uw zekerheidsrecht zal blokkeren.
Het pandrecht kunt u inzetten als zekerheid in uw handelsrelaties. Zo kunt u voorkomen dat u bij een faillissement achteraan staat of met lege handen staat als uw contractspartij weigert te betalen. Het kan veel tijd en geld schelen en maakt de incasso van uw vorderingen in de meeste gevallen makkelijker en efficiënter. Niet elke situatie, vordering of roerende zaak leent zich echter voor een pandrecht.
Wilt u nader advies over uw mogelijkheden om pandrechten of andere zekerheidsrechten te vestigen of uit te winnen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met onze specialist Ronald Klarus. Hij helpt u graag verder.
Ronald Klarus heeft na zijn rechtenstudie de volgende opleidingen afgerond: de Specialistenopleiding Leergang Insolventierecht bij de Rijksuniversiteit Groningen (2010), de INSOLAD/Grotius specialistenopleiding Insolventierecht (2014), de INSOLAD/Grotius specialistenopleiding Financiële economie voor Insolventieadvocaten (2016). Daarnaast is Ronald lid van INSOLAD (landelijke Vereniging Insolventierecht Advocaten). Privé is hij bestuurslid van de organisatie van het jaarlijkse wielercriterium in Emmen (Gouden Pijl) en initiatiefnemer van de Emmens Nieuwjaarsbijeenkomst voor Ondernemers. Ronald is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.
Ronald Klarus heeft na zijn rechtenstudie de volgende opleidingen afgerond: de Specialistenopleiding Leergang Insolventierecht bij de Rijksuniversiteit Groningen (2010), de INSOLAD/Grotius specialistenopleiding Insolventierecht (2014), de INSOLAD/Grotius specialistenopleiding Financiële economie voor Insolventieadvocaten (2016). Daarnaast is Ronald lid van INSOLAD (landelijke Vereniging Insolventierecht Advocaten). Privé is hij bestuurslid van de organisatie van het jaarlijkse wielercriterium in Emmen (Gouden Pijl) en initiatiefnemer van de Emmens Nieuwjaarsbijeenkomst voor Ondernemers. Ronald is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.