- 18-12-2017
- 09:00
- timer 3 minuten
2018: Een nieuw jaar, nieuwe goede voornemens en een nieuw huwelijksvermogensrecht. Deze aanpassing in de wet heeft grote consequenties voor diegenen die na 1 januari 2018 trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan. Hieronder in een notendop de belangrijkste wijzigingen.
Geen algehele gemeenschap van goederen meer
In het huidige stelsel is de algehele gemeenschap van goederen de standaard bij het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Alle bezittingen en schulden die de echtgenoten voor en tijdens het huwelijk verkrijgen behoren automatisch tot de gemeenschap van goederen.
In het nieuwe stelsel vallen alleen de goederen die de echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgen in de gemeenschap van goederen. Dit vloeit voort uit de gedachte dat enkel wat door inspanning van beide echtgenoten tijdens het huwelijk is verworven, hen samen toekomt. Het voorhuwelijkse vermogen behoort uitsluitend tot de gemeenschap als de echtgenoten dit vermogen vóór het huwelijk samen bezitten.
Dit betekent dat men vanaf 1 januari 2018 trouwt in een beperkte gemeenschap van goederen, in plaats van in een algehele gemeenschap. Wie dit anders wil zal voorafgaand aan het huwelijk huwelijkse voorwaarden moeten opstellen.
Giften en geërfde goederen
Onder het nieuwe stelsel van de beperkte gemeenschap bestaan er tijdens het huwelijk drie vermogens: de twee privévermogens van de echtgenoten en het gemeenschappelijke vermogen.
Tot het privévermogen van de echtgenoten bestaat, naast het voorhuwelijkse vermogen, alles wat verkregen is uit een nalatenschap of uit een gift. Erfenissen en schenkingen behoren dus niet langer tot de gemeenschap van goederen. Het is dus niet langer noodzakelijk een uitsluitingsclausule op te nemen om te voorkomen dat een erfenis of schenking tot de gemeenschap van goederen gaat behoren. Dit is anders als echtgenoten in hun huwelijkse voorwaarden hebben afgesproken dat al wat uit schenking of nalatenschap hebben verkregen tot de gemeenschap behoort. Dan is een uitsluitingsclausule wel zinvol als men dat wil voorkomen.
Als tegenhanger daarvan is het na 1 januari 2018 mogelijk dat erflaters of schenkers een insluitingsclausule (in hun testament) opnemen. Met deze clausule geven erflaters of schenkers expliciet aan dat hun nalatenschap of gift in de gemeenschap valt.
Belangrijk: bewijs
Bij onenigheid over de omvang van de beperkte gemeenschap van goederen, moeten de echtgenoten aantonen welke goederen wel en welke goederen juist niet in de gemeenschap vallen. Als een echtgenoot niet kan bewijzen dat een goed tot zijn privévermogen behoort, dan is de consequentie dat dit goed tot de gemeenschap behoort.
Consequenties voor een onderneming
Uitgangspunt van het nieuwe stelsel is dat wat gedurende het huwelijk wordt verdiend binnen de beperkte gemeenschap van goederen valt. Als een echtgenoot reeds voor het huwelijk een onderneming had, valt deze onderneming buiten de beperkte gemeenschap. De nieuwe wet bepaalt echter dat de gemeenschap recht heeft op een redelijke vergoeding voor de arbeid die de echtgenoot tijdens het huwelijk in de onderneming verricht.
Hetzelfde geldt voor echtgenoten die zeggenschap hebben over de bestemming van de winst van een personenvennootschap (vof of maatschap) of een rechtspersoon (bv of nv). Dit is bijvoorbeeld de vennoot van een vof of de grootaandeelhouder van een bv. Ook als de ondernemer besluit de winst niet uit te keren, komt de gemeenschap een redelijke vergoeding toe voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van de onderneming heeft verricht.
Voorbeeld: A heeft een kledingzaak (een bv). Deze valt buiten de gemeenschap die hij heeft met echtgenote B. A bezit alle aandelen in de bv en heeft dus zeggenschap over de bestemming van de winst van de bv. Volgens de nieuwe wet heeft de gemeenschap van A en B recht op een redelijke vergoeding voor de arbeid die A verricht in de kledingzaak, ook al valt deze buiten de gemeenschap.
Wat een redelijke vergoeding is en hoe dit wordt bepaald, is nog niet duidelijk. Rekening kan worden gehouden met de gemaakte winst of het verlies en met de waardevermeerdering of –vermindering van de onderneming.
Deze open norm zal ongetwijfeld voer voor nieuwe procedures zijn.
Heeft u vragen over de consequenties van het nieuwe huwelijksvermogensrecht? Neem dan contact op met Ellen Leentjes.