Een reisje van vier ton, het provisieverbod

  • event24-12-2020
  • schedule12:00
  • timer3 minuten

Op 1 januari 2013 is het provisieverbod ingevoerd. De bedoeling daarvan was om de beloning die tussenpersonen voor hun bemiddelende diensten van verzekeraars krijgen, transparant te maken. Ook beoogde de wetgever hiermee ongewenste beïnvloeding van tussenpersonen door de verzekeraars te voorkomen. Het begrip ‘provisie’ is heel breed: het gaat om iedere beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook.

Dit weerhield Delta Lloyd (“DL”) er niet van om in 2016 voor een aantal van haar tussenpersonen een reisje naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro te organiseren. Het was een exclusief reisje, bestemd voor de top van de markt. DL heeft veel werk gestoken in de selectie van de deelnemers, die al in 2015 begon. Er mochten 12 medewerkers van tussenpersonen mee. Daarnaast gingen ook vijf klanten en zevenmedewerkers van DL mee. Ook sloten (op uitnodiging van DL) twee voormalig topsporters aan. DL belastte aan de tussenpersonen een bedrag van EUR 7.300 per medewerker door.

Op 1 juni 2017 zijn Nationale Nederlanden (“NN”) en DL juridisch gefuseerd, waarbij DL is opgegaan in NN. Feitelijk was het een overname van DL door NN.

Op 16 december 2020 heeft de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) aan NN een boete van EUR 400.000. Volgens de AFM overtrad DL het provisieverbod door het reisje voor de tussenpersonen te organiseren.

Is dat niet een beetje gek? DL belastte toch EUR 7.300 per deelnemer door? Volgens de AFM was desondanks sprake van een verboden provisie. Vanwege het georganiseerde karakter merkt de  AFM de reis op zichzelf al aan als provisie, in de zin van een niet-geldelijke beloning.

Bovendien, zo is te lezen in het boetebesluit van 16 december 2020, vindt de AFM dat de beloning deels ook wel geldelijk is. De AFM komt op grond van informatie die NN aan haar heeft verstrekt namelijk tot de conclusie dat het bedrag van EUR 7.300 niet kostendekkend is. De reële kosten per deelnemer zijn volgens het boetebesluit niet EUR 7.300, maar EUR 9.870 per deelnemer. Dat betekent een geldelijk voordeel van ruim EUR 2.500 per persoon. 

NN had nog aangevoerd dat zij het reisje niet had geregeld, maar DL. NN gaf aan dat zij zelf dit soort reisjes nooit organiseert en dat er dus ook geen gevaar voor herhaling is. Daarom, aldus NN, zou boete-oplegging niet nodig zijn. Ook had ze aangevoerd EUR 185.000 aan kosten te hebben gemaakt om gegevens uit de oude DL-systemen op te diepen. Zij heeft daarbij externe deskundigen moeten inschakelen. NN vond dat (in het geval de AFM niettemin een boete zou opleggen) die kosten daarop in mindering moeten worden gebracht. De AFM heeft een boete opgelegd zonder verrekening van kosten.

De AFM legde een boete van EUR 400.000 op aan NN, die feitelijk zelf niets met het reisje te maken had. Maar omdat zij de rechtsopvolgster van DL is, moet zij de boete betalen. De AFM overweegt dat het begrip ‘provisie’ heel breed wordt uitgelegd om ongewenste beïnvloeding van tussenpersonen te voorkomen. Het feit dat de kosten werden doorberekend, neemt volgens de AFM niet weg dat de reis op zichelf al als een ontoelaatbare manier van beloning moet worden gezien. DL had zich dat moeten realiseren, waarbij de AFM onder meer van belang vindt dat de reis geen enkele inhoudelijke component kende maar puur was gericht op het beleven van een unieke ervaring.

Zo is de overname van DL, ruim drie-en-een-half jaar na dato alsnog een paar ton duurder geworden voor NN.

NN heeft zes weken de tijd om tegen de boeteoplegging in bezwaar te komen. Als zij dat doet, hoeft ze het boetebedrag nog niet te betalen maar mag de uitspraak op het bezwaar worden afgewacht.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit bericht, neem gerust contact op met onze specialist Harm Jan Tulp