- 07-10-2024
- 08:00
- timer 3 minuten
Onlangs hebben wij in onze blog ‘Het juridisch ouderschap bij draagmoederschap’ besproken hoe wensouders na een traject het juridisch ouderschap van hun kind kunnen verkrijgen. Uit de blog bleek dat dit proces vaak complex is en meerdere juridische stappen vergt, vooral wanneer de draagmoeder gehuwd is. Draagmoederschap over de grens kan nog meer juridische complicaties met zich meebrengen. Stel je voor. Een stel uit Nederland reist naar Australië voor een traject en regelt alles volgens de Australische wetgeving. Maar hoe zit het als ze na negen maanden met hun kind terugkomen naar Nederland? Worden de in Australië opgestelde documenten en rechterlijke uitspraken hier erkend? In deze blog duiken we in de wereld van het internationaal draagmoederschap en wordt besproken hoe de erkenning van buitenlandse akten en rechterlijke uitspraken in Nederland werkt, aan de hand van een uitspraak van de rechtbank Den Haag.
Erkenning van akten en rechterlijke uitspraken
Wanneer wensouders gebruik maken van een draagmoeder die in het buitenland woont, moeten de wensouders vaak diverse documenten in dat land aanvragen. Te denken valt aan geboorteakten, erkenningsdocumenten en soms zelfs rechterlijke uitspraken over de familierechtelijke status tussen de wensouders en het kind. Deze akten en rechterlijke uitspraken worden volgens dit buitenlandse recht opgesteld, maar dat betekent niet automatisch dat ze ook in Nederland worden erkend. In het buitenland opgemaakte akten en rechterlijke uitspraken over familiebanden worden erkend, tenzij er onvoldoende verband is met het buitenlandse recht, onvoldoende onderzoek is gedaan, of de akte dan wel uitspraak in strijd is met de Nederlandse openbare orde.
Rechtbank Den Haag 22 juli 2024
Een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag laat zien hoe ingewikkeld de erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen kan zijn.[1] Het betrof een vrouw die niet zwanger kon worden en om deze reden koos voor draagmoederschap om haar kinderwens in vervulling te laten gaan. Zij vloog daarvoor naar de Verenigde Staten. De vrouw had zaad- en eicellen verkregen via een spermabank in Seattle en een vruchtbaarheidskliniek in Utah. Van deze cellen had het ziekenhuis in Utah embryo’s gemaakt, welke vervolgens werden geplaatst bij twee verschillende Amerikaanse draagmoeders. Beide draagmoeders zijn uiteindelijk zwanger geworden.
Voorafgaand aan de geboorte van de kinderen verzocht de wensmoeder aan de Superior court of the State of California om een ‘Judgment establishing parent-child relationship’. Op 23 mei 2022 en 9 juni 2022 werden deze verzoeken toegewezen en stelde de rechtbank in California vast dat de wensmoeder de enige juridische ouder was van beide kinderen. Sinds de geboorte van de kinderen verzorgt en voedt de vrouw de kinderen in Nederland op. De vrouw moest nog wel aan de rechtbank in Nederland verzoeken de beslissingen uit de Verenigde Staten te erkennen.
De rechtbank in Den Haag overwoog dat de rechterlijke beslissingen uit de Verenigde Staten erkend moesten worden, tenzij een van de uitzonderingen zich voordoet. De rechtbank oordeelde al snel dat de eerste twee uitzonderingen zich niet voordeden. Om te beoordelen of de erkenning in strijd was met de Nederlandse openbare orde (de derde uitzondering) achtte de rechtbank het van belang om te beoordelen of de draagmoederschap trajecten voldoende zorgvuldig hadden plaatsgevonden. Een draagmoederschap traject heeft immers ingrijpende gevolgen voor zowel de draagmoeder, de wensouders als het kind. De rechtbank vond hierbij de aanbeveling van de Staatscommissie Herijking Ouderschap van belang.
Uit deze aanbeveling volgt dat het van groot belang is voor kinderen dat zij weten waar zij vandaan komen. Nu de wensmoeder anonieme zaad- en eicellen bij het draagmoederschap traject had gebruikt, konden de kinderen van de wensmoeder niet achterhalen wie hun biologische ouders zijn. Dit, en de omstandigheid dat het aanhangige wetsvoorstel ‘Wet kind, draagmoederschap en afstamming’ vereist dat tenminste één van de wensouders een genetische band met het kind moet hebben, leidde ertoe dat het verzoek van de vrouw werd afgewezen. De rechterlijke beslissingen uit Amerika werden niet erkend, omdat deze in strijd werden geacht met de openbare orde.
Dit bracht de rechtbank ertoe te beoordelen of de vrouw, alsnog via adoptie de wettelijke ouder van de kinderen kon worden. In een volgende blog over draagmoederschap zal ik, of een van mijn collega’s, dieper ingaan op de adoptieprocedure en hoe dit een rol kan spelen bij het verkrijgen van juridisch ouderschap in situaties van draagmoederschap.
[1] Rechtbank Den Haag 22 juli 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:11432.
Conclusie
Bovenstaande uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige juridische voorbereiding voorafgaand aan een (internationaal) draagmoederschap traject. Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Of zoekt u rechtsbijstand bij een draagmoederschap traject? Neem dan gerust contact op met onze personen- en familierecht specialisten.