- 25-02-2025
- 10:00
- timer 3 minuten
Sinds 1 januari 2025 heeft de Belastingdienst het handhavingsmoratorium opgeheven en wordt er weer gecontroleerd op schijnzelfstandigheid. Dit heeft de gemoederen flink beziggehouden (en houdt het nog steeds). Recent raakte bijvoorbeeld een uitspraak van de rechtbank Rotterdam in opspraak: in die zaak werd geoordeeld dat een Salesmanager die langdurig en voor maar één opdrachtgever werkte, toch als zelfstandige moest worden aangemerkt.
Dit betekent echter niet dat een langdurige opdracht voor één opdrachtgever altijd kan worden gezien als een overeenkomst van opdracht. De beoordeling of sprake is van een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst is complex en vindt per specifiek geval plaats. In deze blog zetten wij de belangrijkste aandachtspunten rondom schijnzelfstandigheid voor u op een rij.
Opheffing handhavingsmoratorium Belastingdienst
De Belastingdienst controleert sinds 1 januari 2025 weer op schijnzelfstandigheid. Voldoet een zelfstandige niet aan de criteria van ondernemerschap, dan is er eigenlijk sprake van een arbeidsovereenkomst en dus van schijnzelfstandigheid. Als opdrachtgever kunt u dan te maken krijgen met een naheffing van loonbelasting en premies voor werknemers- en volksverzekeringen. Over de naheffing kan ook een boete worden opgelegd. De Belastingdienst legt overigens geen naheffingen op over de periode tot 1 januari 2025 en geen boetes over de naheffingen tot 1 januari 2026.
Dit betekent dat bedrijven die werken met zzp’ers extra alert moeten zijn op hierop en proactief moeten beoordelen of hun contracten en werkwijzen voldoen aan de regelgeving.
De beoordeling op schijnzelfstandigheid: arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht
Er is volgens de wet sprake van een arbeidsovereenkomst als iemand in ruil voor (i) een vergoeding (ii) (persoonlijk) arbeid verricht (iii) onder gezag van een werkgever. Daarbij gaat het vooral om hoe partijen feitelijk met elkaar werken en zich tot elkaar verhouden. Voldoet de feitelijke situatie van een zelfstandige aan deze criteria, dan is er sprake van schijnzelfstandigheid en is hij dus eigenlijk werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst in plaats van een overeenkomst van opdracht.
Volgens de rechtspraak zijn bij deze beoordeling de volgende gezichtspunten van belang:
- Wat voor werk doet de zelfstandige en hoe lang al?
- Wie bepaalt de werktijden en inhoud van de werkzaamheden?
- In welke mate is het werk en de zelfstandige zelf ingebed in de organisatie?
- Bestaat er een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren?
- Hoe is de overeenkomst tot stand gekomen; is hierover onderhandeld?
- Hoe is de beloning bepaald (bestaat er een commercieel risico) en wordt deze betaald?
- Wat is de hoogte van de beloning?
- Draagt de zelfstandige een ondernemersrisico?
- Gedraagt de zelfstandige zich naar buiten toe als een ondernemer?
Als het merendeel van de gezichtspunten erop wijzen dat de zelfstandige feitelijk werkt als een werknemer in plaats van een ondernemer, dan is sprake van een arbeidsovereenkomst, met alle gevolgen van dien.
Risico’s bij schijnzelfstandigheid: rechten van een werknemer
Als het gaat om risico’s van schijnzelfstandigheid wordt vooral aandacht besteed aan de handhaving door de Belastingdienst en de eventuele naheffingen en boetes die kunnen worden opgelegd. Dit is echter niet het enige risico waar u rekening mee moet houden. Een zelfstandige kan namelijk ook zélf aanspraak maken op het bestaan van een arbeidsovereenkomst en de rechten die daaruit voortvloeien. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het recht op loondoorbetaling tijdens ziekte, ontslagbescherming en mogelijk pensioen. Het kan dus niet alleen fiscale gevolgen hebben, maar ook arbeidsrechtelijke consequenties.
Daarnaast kan de vraag rijzen wat de hoogte van het salaris zou moeten zijn. Is het voldoende dat dit ‘marktconform’ of conform cao is, of wordt de overeengekomen vergoeding uit de overeenkomst van opdracht één op één omgezet in een brutosalaris? Hierover wordt wisselend gedacht. Het is goed om u bewust te zijn van de eventuele risico’s en de afspraken met een zzp’er daarop eventueel te herzien. Wij denken hierin graag met u mee en helpen u schijnzelfstandigheid te voorkomen of te verhelpen
Vragen of juridisch advies over schijnzelfstandigheid?
Om de risico’s van schijnzelfstandigheid te minimaliseren is het cruciaal om de overeenkomsten met zzp’ers zorgvuldig te beoordelen en per geval te toetsen of er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid. Onze specialisten helpen u graag bij de beoordeling van de arbeidsrelatie en/of onderliggende overeenkomst van opdracht. Ook kunnen zij u ondersteunen bij het opstellen of herzien van een overeenkomst van opdracht, zodat u voldoet aan de wetgeving.
Training op locatie
Onze specialisten geven ook regelmatig trainingen op locatie over schijnzelfstandigheid en gerelateerde arbeidsrechtelijke vraagstukken. Benieuwd wat we voor uw bedrijf kunnen betekenen? Neem contact met ons op voor persoonlijk advies.