De financiële wereld is de laatste jaren in sneltreinvaart veranderd. De directe aanleiding hiervoor ligt in steeds verdergaande Europese invloeden op onze wet- en regelgeving, maar ook in de financiële crisis die in het najaar van 2008 zijn hoogtepunt bereikte. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet er op toe dat financiële dienstverleners eerlijk en transparant omgaan met klanten. Banken, Verzekeraars en Vermogensbeheerders willen nog wel eens de grenzen van het toelaatbare overschreiden. Hebt u als ondernemer, investeerder of particulier belegger een confict met een financiële dienstverlener of instelling? Een gespecialiseerd advocaat financieel recht kan u hierbij adviseren.
In welke gevallen moet u bij ons zijn?
Of het nu om een ingewikkelde financieringsconstructie met tal van belanghebbenden gaat, of het gaat om een eenvoudige financiële kwestie, vroegtijdig van gedachten wisselen met een specialist, is van groot belang. Voor vragen of advies is uw eerste aanspreekpunt Harm Jan Tulp.
Ja. Banken moeten cliëntenonderzoek doen (Wwft) en mogen de relatie beëindigen als zij dat onderzoek niet kunnen voltooien (art. 5 lid 3 Wwft). In de ABV geldt bovendien een informatieplicht van de klant; niet meewerken weegt in procedures zwaar tegen de rekeninghouder.
Nee. Hoewel banken contractsvrijheid en een opzeggingsclausule (art. 35 ABV) hebben, toetst de rechter of opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Let op: als de bank haar Wwft‑onderzoek niet kan voltooien, geldt een wettelijke beëindigingsplicht (art. 5 lid 3 Wwft). In recente rechtspraak woog die plicht zwaarder dan de zorgplicht.
Nog niet. Het wettelijke recht op een basisbetaalrekening geldt in Nederland alleen voor consumenten (art. 4:71f Wft); voor bedrijven kan de rechter in bijzondere omstandigheden wel een feitelijke contracteerplicht afleiden uit de zorgplicht.
De‑risking is het (categorieel) weren of beëindigen van klantgroepen om risico te vermijden in plaats van te managen. De rechter en KiFiD verlangen een individuele, risicogebaseerde toets; opzegging louter wegens een algemeen landen‑ of sectorbeleid is ondeugdelijk gemotiveerd.
Dan moet de bank de relatie beëindigen op grond van art. 5 lid 3 Wwft. Zorg voor consistente, verifieerbare documentatie (UBO’s, herkomst van middelen, doel en aard relatie); gebrek aan medewerking of inconsistente verklaringen werkt tegen u.
Ja, dat kan. In Yin Yang werd het verpakt afstorten (hoog witwasrisico) terecht stopgezet, terwijl de betaalrekening — essentieel voor deelname aan het verkeer — moest blijven bestaan. Grote of onverklaarde contante opnames rechtvaardigen verdiepte vragen; blijft onderbouwing uit, dan volgt veelal beëindiging die door KiFiD/Rechter in stand blijft.
Trustkantoren zijn zelf poortwachter en brengen door aard/structuren hogere integriteitsrisico’s mee; banken voeren daarom verdiept CDD uit. Categoriale uitsluiting puur omdat u ‘trust’ bent is echter niet toegestaan; er hoort een individuele risico‑afweging plaats te vinden.
Ja. Voorbeelden: verbod op contant afstorten, limieten op transactievolumes/landen of andere mitigerende maatregelen; zo blijft toegang tot het betalingsverkeer mogelijk terwijl risico’s worden beperkt.
Ja, de ABV verplicht de bank om op verzoek de reden te geven. Die reden moet concreet toegespitst zijn op uw situatie; in 2025 verplichtte KiFiD heropening waar de bank zich enkel op een algemeen landenbeleid beriep.
Niet zonder meer. DNB/EBA verlangen een risicogebaseerde beoordeling; categoriebeleid zonder individuele onderbouwing is in rechtspraak meermaals teruggefloten.
Denk aan: compleet en actueel UBO‑overzicht en organogram, verklaring doel en aard relatie/structuur, onderbouwing herkomst vermogen/middelen (jaarrekeningen, notariële akten, bankafschriften), en bewijs van vertegenwoordiging. Hoe concreter en verifieerbaarder, hoe beter.
Dat gebeurt in de praktijk (hogere tarieven/review‑fees), mede door de toegenomen Wwft‑lasten. Let op: kosten kunnen geen zelfstandige rechtvaardiging zijn voor opzegging; de bank moet klant‑specifieke risico’s onderbouwen.
Reageer tijdig en volledig op informatieverzoeken, vraag schriftelijk om de reden en betwist onjuiste aannames met bewijs. Lukt overleg niet, dan biedt een kort geding geregeld uitkomst om continuïteit te waarborgen (eventueel met voorwaarden).
Weigeren speelt bij acceptatie; opzeggen tijdens een lopende relatie. Juridisch geldt in beide situaties een belangenafweging, maar bij opzegging weegt de reeds bestaande afhankelijkheid van het betalingsverkeer extra zwaar.
Bij Wwft‑opzegging registreren banken u vaak in interne verwijzingsregisters (IVR/CAAML). Dat kan uw toegang tot bankdiensten elders bemoeilijken. Verwijdering of verkorting is mogelijk als de onderliggende grondslag ontbreekt of niet langer actueel is; dit wordt door rechter en KiFiD meegewogen.