- 08-07-2019
- 10:42
- timer 2 minuten
Het kabinet wil dat er meer betaalbare huurwoningen in de vrije sector bij komen met een huurprijs vanaf de liberalisatiegrens tot ongeveer € 1.000,– per maand (het middensegment).
Met name starters en jonge gezinnen zitten te springen om een huurwoning in het middensegment. Deze groep komt niet in aanmerking voor een sociale huurwoning maar is ook niet in staat (of bereid) om een woning te kopen. Voornamelijk in de grote steden levert dit problemen op. Daarnaast moeten meer huurwoningen in het middensegment ervoor zorgen dat scheefwoners gestimuleerd worden om door te stromen vanuit de sociale sector.
De kerntaken van woningcorporaties
In theorie zouden woningcorporaties voor een groot deel aan de vraag naar woningen in het middensegment kunnen voldoen. De praktijk is helaas lastiger. Het bouwen van huurwoningen in het middensegment valt niet onder de zogenaamde kerntaken van de woningcorporaties.
In de Woningwet worden de kerntaken van woningcorporaties omschreven als ‘diensten van algemeen economisch belang (DAEB)’. Het gaat dan met name om het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen. Het bouwen van (bijvoorbeeld) huurwoningen voor het middensegment zijn geen DAEB activiteiten en woningcorporaties kunnen alleen onder strikte voorwaarden niet-DAEB activiteiten uitvoeren.
Het kabinet wilde dat het voor woningcorporaties gemakkelijker zou worden om niet-DAEB activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. De wet ‘maatregelen middenhuur’ moet dit mogelijk maken. De wet treedt gefaseerd in werking, namelijk op 1 juli 2019 en 1 januari 2020.
Vereenvoudiging van de markttoets
De belangrijkste maatregel in de wet is het vereenvoudigen van de markttoets.
De markttoets wordt uitgevoerd door de gemeente en houdt in dat woningcorporaties pas nieuwe woningen die geschikt zijn voor het middensegment mogen bouwen als er geen commerciële partijen zijn die ook interesse hebben in het bouwen van dergelijke woningen. Pas als de woningcorporatie de enige geïnteresseerde partij is, komt zij in aanmerking voor het ontwikkelen en uitvoeren van deze niet-DAEB activiteit.
De markttoets wordt door de wet vereenvoudigd door een aantal procedurele stappen af te schaffen of te versnellen. Woningcorporaties mogen door de wetswijziging vanaf het begin van de marktverkenning tegelijk met commerciële partijen meedingen naar niet-DAEB activiteiten. Woningcorporaties hoeven dus niet meer te wachten totdat blijkt dat er geen commerciële partijen geïnteresseerd zijn in het bouwen van woningen in het middensegment. De achtergestelde positie van woningcorporaties vervalt. Hierdoor wordt eerder duidelijk welke partij de gewenste middensegment woningen gaat ontwikkelen.
De wet is inmiddels (deels) in werking getreden. Het is afwachten wat de effecten van dit wetsvoorstel op de woningmarkt zullen zijn. Voor vragen of overleg over de vereenvoudigde markttoets, DAEB of niet-DAEB activiteiten kunt u contact opnemen met Kristien Croezen.