Wet collectieve warmte (Wcw) | Yspeert advocaten
Responsible AI

Wet collectieve warmte

De energietransitie stelt Nederland voor ingrijpende keuzes. De verduurzaming van de gebouwde omgeving is een van de grootste uitdagingen op weg naar een klimaatneutrale samenleving in 2050. De bestaande Warmtewet biedt onvoldoende handvatten om deze ambitie te realiseren. Daarom is het wetsvoorstel Wet collectieve warmte geïntroduceerd. Dit wetsvoorstel beoogt een fundamentele herinrichting van het juridisch kader rondom collectieve warmtesystemen. Inmiddels is de Wet collectieve warmte in de zomer van 2025 door de Tweede Kamer aangenomen en wordt de inwerkingtreding per 1 januari 2026 verwacht. De wet legt de regie nadrukkelijk bij gemeenten, verplicht tot een publiek meerderheidsbelang in warmtebedrijven en introduceert gefaseerd kostengebaseerde tariefregulering. Voor overheden en grotere bedrijven is het van essentieel belang om tijdig inzicht te krijgen in de juridische, bestuurlijke en economische consequenties van deze nieuwe wetgeving, zeker nu de overgangs- en implementatieperiodes zijn vastgelegd en de uitwerking in lagere regelgeving volop in ontwikkeling is.

Gemeentelijke regie

Een van de kernpunten van de Wet collectieve warmte is de versterking van de publieke regie. Gemeenten krijgen een centrale positie bij de ontwikkeling en uitrol van collectieve warmtesystemen. Zonder aanwijzing door het college van burgemeester en wethouders mag geen enkele partij warmte transporteren of leveren binnen de gemeentegrenzen. In de praktijk betekent dit dat gemeenten warmtekavels afbakenen en per kavel een warmtebedrijf aanwijzen dat exclusief verantwoordelijk is voor de productie, het transport en de levering van warmte. Gemeenten werken met een stapsgewijze aanpak: eerst wordt een globaal kavelplan vastgesteld, waarna dit verder wordt uitgewerkt en aangepast kan worden op basis van nieuwe inzichten en technologische ontwikkelingen. Dit zorgt ervoor dat de warmtetransitie flexibel en toekomstbestendig kan worden ingericht. De rol van lokale overheden bij de wet collectieve warmte is dus bepalend.  Deze aanpak sluit aan bij het uitgangspunt dat gemeenten het beste zicht hebben op lokale omstandigheden en het meest effectief kunnen communiceren met burgers en bedrijven. Gemeenten kunnen bovendien in het omgevingsplan vastleggen wanneer en hoe wijken van het aardgas afgaan en overstappen op collectieve warmtevoorziening. Dit biedt overheden de mogelijkheid om de warmtetransitie gebiedsgericht en gefaseerd te sturen. Nieuw is dat het warmteprogramma, dat de basis vormt voor deze keuzes, een juridische status heeft onder de Omgevingswet en elke vijf jaar moet worden geactualiseerd.

Integrale verantwoordelijkheid en exclusiviteit voor het warmtebedrijf

Het aangewezen warmtebedrijf krijgt de integrale verantwoordelijkheid voor de warmtevoorziening binnen een warmtekavel. Dit omvat productie, inkoop, transport en levering van warmte. Het warmtebedrijf heeft binnen de kavel het exclusieve recht om warmte te leveren, maar mag werkzaamheden uitbesteden aan derden. Cruciaal is dat het warmtebedrijf altijd eindverantwoordelijk blijft en de volledige eigendom van het warmtenet in handen heeft. Dit zorgt voor een eenduidig aanspreekpunt en versterkt de bescherming van afnemers.

Met de invoering van de Wet collectieve warmte is deze exclusieve positie verder aangescherpt. De wet schrijft voor dat het warmtebedrijf voor minimaal 50% in publieke handen moet zijn, waarmee de publieke regie en transparantie worden gewaarborgd. Gemeenten wijzen per warmtekavel één warmtebedrijf aan, dat voor een lange periode – doorgaans twintig tot dertig jaar – verantwoordelijk is voor het aanleggen, beheren en exploiteren van het warmtenet. Tijdens de overgangsperiode kunnen, bij gebrek aan publieke partijen, ook private bedrijven tijdelijk worden aangewezen.

Publiek meerderheidsbelang: waarborg voor publieke belangen

Een belangrijk juridisch uitgangspunt is dat het meerderheidsbelang in het warmtebedrijf (>50% van de aandelen) in publieke handen moet zijn. Dit kan door gemeenten, provincies of andere publieke partijen worden ingevuld. Alternatief kan een warmtegemeenschap worden aangewezen, mits deze voldoet aan strikte eisen van openheid, autonomie en lokale betrokkenheid. Het publiek meerderheidsbelang is bedoeld om consumentenbescherming, bestuurlijke samenhang en publieke sturing te waarborgen. Overheden krijgen een overgangsperiode van maximaal zeven jaar om aan deze eis te voldoen. Gedurende deze periode kunnen ook warmtebedrijven zonder publiek meerderheidsbelang actief blijven, mits er geen alternatief beschikbaar is. Indien nodig kan de overgangsperiode met drie jaar worden verlengd. De waarborging van dit publiek belang maakt een essentieel onderdeel uit van de Wet collectieve warmte.

Duurzaamheidsnormen en toezicht

De Wet collectieve warmte verplicht warmtebedrijven tot verduurzaming van hun activiteiten. Het doel is dat in 2050 geen broeikasgassen meer worden uitgestoten bij de levering van warmte aan de gebouwde omgeving. Hiervoor worden per warmtekavel normen gesteld voor de maximale uitstoot van broeikasgassen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet toe op de naleving van deze normen. Naast verduurzaming via hernieuwbare bronnen wordt ook ingezet op efficiëntieverbetering en het beperken van energieverliezen. De implementatie van de wet collectieve warmte vereist dat warmtebedrijven hun plannen afstemmen op landelijke en lokale klimaatdoelen.

Leveringszekerheid en investeringsverplichtingen

Continuïteit van de warmtevoorziening is een speerpunt van de nieuwe wet. Het warmtebedrijf moet storingen snel verhelpen en verbruikers financieel compenseren bij onderbrekingen. Zowel in de planfase als tijdens exploitatie gelden strenge eisen aan leveringszekerheid. Het warmtebedrijf moet een kavelplan en investeringsplan opstellen, waarin de borging van leveringszekerheid wordt onderbouwd. De ACM monitort de prestaties en kan ingrijpen als de leveringszekerheid in het geding komt. Ook deze waarborgen zijn verankerd in de Wet collectieve warmte.

Transparante en kostengebaseerde tarieven

De koppeling van warmtetarieven aan de gasprijs wordt losgelaten. In plaats daarvan komt er een systeem van kostengebaseerde tariefregulering. Dit vergroot de transparantie en beschermt afnemers tegen onredelijke tarieven. Warmtebedrijven zijn verplicht hun tarieven en onderliggende kosten openbaar te maken. Dit biedt zowel consumenten als investeerders meer zekerheid en inzicht. Het nieuwe tariefstelsel vormt daarmee een belangrijk pijler van de Wet collectieve warmte.

Specifieke regels voor kleine systemen, verhuurders en VvE's

Voor kleine collectieve warmtesystemen (maximaal 1500 aansluitingen), verhuurders en verenigingen van eigenaars gelden aparte, minder stringente regels. Zo geldt de eis van een publiek meerderheidsbelang niet en is een vereenvoudigde ontheffingsprocedure mogelijk. Dit biedt flexibiliteit voor kleinschalige initiatieven en maatwerkoplossingen. Binnen deze context blijft de Wet collectieve warmte ruimte bieden voor lokale innovaties.

Overgangsrecht en eigendomsrecht

Het overgangsrecht regelt de positie van bestaande warmtebedrijven. Afhankelijk van hun huidige situatie worden zij aangewezen als warmtebedrijf voor een bepaalde termijn, met een minimum van 14 jaar. Na afloop van deze periode kan het eigendom van het warmtenet verplicht worden overgedragen aan een nieuw aangewezen warmtebedrijf, met recht op volledige marktwaarde als compensatie. De minister acht deze inmenging op het eigendomsrecht gerechtvaardigd, gezien het algemeen belang en de geboden compensatie. Deze overgangsregels zijn een wezenlijk onderdeel van de Wet collectieve warmte.

Kritische kanttekeningen en toekomstperspectief

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft aanvankelijk kritische kanttekeningen geplaatst bij het wetsvoorstel. Met name de effectiviteit van de gemeentelijke regie, de verplichting tot publiek meerderheidsbelang en de betaalbaarheid van warmtetarieven vroegen om nadere onderbouwing. Ook de normering van broeikasgasuitstoot verdiende meer duidelijkheid.

Naar aanleiding van dit advies zijn er diverse aanpassingen doorgevoerd in het wetsvoorstel. Zo is de toelichting op het publieke meerderheidsbelang uitgebreid en is een langere overgangsperiode opgenomen, waarin private partijen tijdelijk kunnen worden aangewezen als er onvoldoende publieke realisatiekracht is. De tariefregulering is verder uitgewerkt: de overstap op kostengebaseerde tarieven wordt gefaseerd ingevoerd en het 'niet meer dan anders'-principe blijft voorlopig gelden, zodat de betaalbaarheid voor eindgebruikers beter wordt geborgd. Daarnaast is de normering van broeikasgasuitstoot concreter gemaakt in het Besluit collectieve warmte, waarbij de overheid de haalbaarheid en impact van deze normen periodiek laat onderzoeken. Door deze aanpassingen is het wetsvoorstel beter afgestemd op de praktijk en de publieke belangen en wordt verwacht dat het definitief kan worden vastgesteld. De Wet collectieve warmte wordt daarmee gezien als een dynamisch juridisch kader dat meegroeit met de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen.

Conclusie

De Wet collectieve warmte markeert een ingrijpende wijziging in het juridische en bestuurlijke landschap van de warmtetransitie. Voor overheden en grotere bedrijven is het essentieel om tijdig te anticiperen op de nieuwe verplichtingen en kansen die deze wet biedt. Organisaties doen er verstandig aan de wet collectieve warmte nu al in standaarden en contracten mee te nemen.

Neem contact op

Yspeert advocaten beschikt over diepgaande expertise op het snijvlak van energie-, bestuurs- en milieurecht en begeleidt publieke en private partijen bij alle juridische aspecten van de warmtetransitie.

Wilt u weten wat de Wet collectieve warmte concreet betekent voor uw organisatie? Neem contact op met onze specialisten voor een strategisch advies op maat. Samen zorgen wij voor een toekomstbestendige en juridisch robuuste aanpak van uw warmteprojecten.

Delen
Uw eerste aanspreekpunt:
Aanspreekpunt Elzelou Grit

Elzelou Grit is advocaat en vennoot bij Yspeert advocaten. Elzelou is specialist in omgevingsrecht met een sterke focus op energievraagstukken. Zij adviseert overheden en bedrijven bij complexe vergunningtrajecten, wind- en zonneparken, en vestiging van energie-intensieve industrie. Dankzij haar ervaring aan zowel publieke als private zijde, haar Grotius-opleiding en haar strategisch inzicht, biedt zij juridisch houdbare én praktisch uitvoerbare oplossingen.Elzelou combineert zij diepgaande vakkennis met bestuurlijke sensitiviteit, waardoor zij cliënten effectief begeleidt in procedures en beleidsontwikkeling.

Team Wet collectieve warmte: Team energierecht:

Blogs, bibliotheek en publicaties

Meer blogs

Neem contact op

Klik hier voor het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.