Wrakkenwet: handvatten voor bestuursorganen bij gezonken en/of gestrande boten

  • event13-08-2024
  • schedule08:00
  • timer4 minuten

Met het aanbreken van het mooie weer en de vakantieperiode kiezen veel booteigenaren ervoor om het water op te gaan. Een boot is een kostbaar bezit, dus veel booteigenaren zijn zuinig op hun boot en maken er gebruik van zodra het kan, althans dit zou je denken.

Verrassend vaak komt het echter voor dat boten (of andere vaartuigen) verwaarloosd worden. Deze liggen dan gestrand en/of (deels) gezonken in het water, zonder dat hiervan bekend is wie de eigenaar is. Met name als het door het weer en vakanties drukker wordt op de Nederlandse vaarwegen, kan dit voor overlast en zelfs gevaarlijke situaties zorgen.

Regelmatig krijgen wij de vraag vanuit overheden: wat kunnen we hieraan doen? In deze blog zet ik uiteen wat de juridische mogelijkheden zijn onder de Wrakkenwet en geef ik een stappenplan.

Wrakkenwet

Gezonken en/of gestrande boten is kennelijk al geruime tijd een probleem. Al sinds 1885 bestaat namelijk de Wrakkenwet, waarvan de in 1934 herziene versie nog altijd geldt. Hoewel de wet voor wat betreft het taalgebruik duidelijk haar leeftijd verraadt, is de wet nog altijd actueel en in de huidige tijd toepasbaar.  Hieronder zal ik de inhoud van de Wrakkenwet bij langslopen:

Beheerder
Artikel 1.1. van de Wrakkenwet stelt direct duidelijk om welke objecten de wet ziet en dat (enkel) de beheerder van het betreffende water bevoegd is om op te treden.  Wie de beheerder is, is niet altijd een even makkelijk te beantwoorden vraag.

Hierbij is van belang om te realiseren dat het eigendom en het beheer bij verschillende bestuursorganen kan liggen. Zo bleek ook uit een uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:3178). Mede op grond van de Waterwet kwam de afdeling in deze uitspraak tot het oordeel dat Rijkswaterstaat ter plaatse beheerder was en niet de eigenaar van het water, in dit geval de gemeente Zutphen.

Deze uitspraak toont het belang aan van de voorvraag wie beheerder is van het betreffende water en wie aldus bevoegd is om op te treden op basis van de Wrakkenwet. Als vast komt te staan dat het bestuursorgaan beheerder en aldus bevoegd is, kan de volgende procedure volgens de wrakkenwet worden gevolgd.

Procedure

De procedure zal ik hieronder in de vorm van een stappenplan uiteenzetten:

Stap 1: Kennisgeving van het besluit tot verwijdering
Als het bevoegde bestuursorgaan (bijvoorbeeld) een gezonken boot wil verwijderen, dan is de eerste stap dat een kennisgeving van het besluit tot verwijdering wordt aangebracht op of rondom de boot. Dit volgt uit artikel 2.1 van de Wrakkenwet. In de praktijk vindt dit vaak plaats in de vorm van een sticker op de betreffende boot. Hierbij is van belang dat de sticker vermeldt dat het – voor onbevoegden -  verboden is om de boot of voorwerpen op of aan de boot te verwijderen.  In de praktijk krijgt de eigenaar vaak 14 dagen de tijd om de boot zelf te verwijderen.

Stap 2: publicatie in publicatieblad
De tweede stap is dat de verwijdering van de boot bekend wordt gemaakt door het plaatsen van een mededeling in het publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe het bestuursorgaan behoort (bijvoorbeeld het gemeenteblad of waterschapsblad). Dit volgt uit artikel 2.3 van de Wrakkenwet.

Deze publicatie moet minimaal 48 uur voor verwijdering worden gepubliceerd. Bij een spoedeisend belang (bijvoorbeeld een direct gevaar) kan direct worden overgegaan tot verwijdering en bewaring van de boot. Dan kan publicatie achteraf plaatsvinden met toepassing van artikel 5:31 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

Stap 3: Verwijdering en bewaring
Als na stap 1 en 2 de boot nog niet is verwijderd en niemand zich heeft gemeld, dan kan het bestuursorgaan overgaan tot het verwijderen van de boot. Daarna wordt de boot opgeslagen (bewaard) voor maximaal 13 weken.

Deze bewaartermijn volgt uit artikel 5:30 lid 1 van de Algemene Wet bestuursrecht maar van deze bewaartermijn kan worden afgeweken als de kosten van de opslag van de boot niet opwegen tegen de waarde van de boot. In dat geval mag het bestuursorgaan een kortere bewaartermijn hanteren maar niet korter dan de minimale termijn van twee weken.

Meldt de eigenaar zich alsnog binnen de bewaartermijn, dan mag de belanghebbende,  na betaling van de kosten van afslepen en bewaring, de boot weer ophalen. Dit volgt uit artikel 5 en 7 van de Wrakkenwet.

Stap 4: Afloop termijn van bewaring
Is de bewaartermijn verstreken en heeft niemand zich gemeld? Dan mag het bestuursorgaan direct de boot verkopen, weggeven of vernietigen zonder dat daartoe toestemming van de belanghebbende (parate executierecht). In dat geval kan het bestuursorgaan op grond van artikel 8 van de Wrakkenwet niet aansprakelijk worden gesteld voor afgifte van de boot aan een onbevoegde.

Na stap 4 wordt het proces feitelijk afgerond, maar hoe zit het met de kosten?

Kosten verhalen op basis van de wrakkenwet

Op basis van artikel 10 van de Wrakkenwet kan het bestuursorgaan de gemaakte kosten verhalen op degene die hiervoor aansprakelijk is. Degene die hiervoor aansprakelijk is, is vaak de verantwoordelijke voor de boot, de eigenaar. Echter, vaak zijn de kosten van de wrakopruiming hoger dan de waarde van het geborgene en vaak is de eigenaar niet bekend. Hierdoor blijft het bestuursorgaan vaak met een (groot) deel van de kosten zitten.

In sommige specifieke gevallen kan de schade echter wel met een beroep op deze wet succesvol worden verhaald. Uit de rechtspraak zijn gevallen bekend waaruit een ruime toepassing van de Wrakkenwet blijkt. Het kan in ieder geval lonen om de verhaalsmogelijkheid te (laten) onderzoeken, vooral omdat de kosten van verwijdering en bewaring hoog kunnen zijn.

Conclusie

De Wrakkenwet geeft bestuursorganen een duidelijke bevoegdheid om op te treden tegen (onder andere) gezonken en/of gestrande boten. Voor het bestuursorgaan is hierbij van belang dat zij eerst nagaat of zij wel beheerder van het betreffende water is. Daarnaast is het van belang dat de procedure zorgvuldig wordt doorlopen om problemen achteraf te voorkomen. Ook dient het bestuursorgaan zich bewust te zijn van de kosten en de mogelijkheden om deze schade te verhalen.

Concluderend is een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden en de te volgen procedure belangrijk. Heeft u vragen of wilt u meer informatie wat betreft de Wrakkenwet? Wij helpen u graag, neemt u in dat geval gerust contact op met Dennis Ruitenbeek.

Geschreven door:

Dennis Ruitenbeek

Dennis Ruitenbeek studeerde Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en heeft sindsdien gewerkt aan de verzekeringskant en bij twee grote advocatenkantoor in Noord-Nederland. Hierdoor heeft Dennis ruime ervaring in het behandelen van letselschadezaken aan zowel de verzekeringskant als de slachtofferkant. Deze kennis en ervaring gebruikt hij om u zo goed mogelijk bij te staan. Dennis heeft tevens veel ervaring als jurist civiel recht en bij het ondersteunen van overheden op het terrein van aansprakelijkheden, vergunning, toezicht en handhaving.

Dennis Ruitenbeek studeerde Nederlands Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en heeft sindsdien gewerkt aan de verzekeringskant en bij twee grote advocatenkantoor in Noord-Nederland. Hierdoor heeft Dennis ruime ervaring in het behandelen van letselschadezaken aan zowel de verzekeringskant als de slachtofferkant. Deze kennis en ervaring gebruikt hij om u zo goed mogelijk bij te staan. Dennis heeft tevens veel ervaring als jurist civiel recht en bij het ondersteunen van overheden op het terrein van aansprakelijkheden, vergunning, toezicht en handhaving.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.