Op grond van de Prospectusverordening (hierna: de “Verordening”) mogen binnen de EU (en dus ook in Nederland) effecten, zoals aandelen of obligaties, alleen aan het publiek worden aangeboden nadat een prospectus is gepubliceerd. De Autoriteit Financiële Markten (hierna: “AFM”) moet zo’n prospectus vooraf goedkeuren. Dit geldt ook bij – kort gezegd – beursnoteringen, zoals van Euronext Amsterdam. Het prospectus is objectief en voorlichtend van karakter. Het prospectus voorziet potentiële investeerders van essentiële informatie over de aanbieding, zoals de financiële situatie van het bedrijf, de risico's en de voorwaarden van de aanbieding. In het algemeen is dat heel duur. De kosten wegen vaak niet op tegen de baten. Blijft u dan veroordeeld tot bancaire financiering? Nee, want er zijn voor de praktijk zeer bruikbare uitzonderingen op en vrijstellingen van de prospectusplicht (hierna aangeduid met “Vrijstelling Prospectusplicht”).
De Verordening regelt een aantal situaties waarbij gebruik kan worden gemaakt van de Vrijstelling Prospectusplicht . Een uitzondering geldt onder meer voor de volgende soorten aanbiedingen:
Een aantal vrijstellingen is opgenomen in de Vrijstellingsregeling Wet financieel toezicht. Een voor de praktijk belangrijke vrijstelling geldt voor:
In de praktijk wordt veel gebruik gemaakt van de Vrijstelling Prospectusplicht voor aanbiedingen met een totale tegenwaarde van minder dan € 5 miljoen. Om van deze vrijstelling gebruik te kunnen maken, gelden verschillende voorwaarden. Zo moet voor de toepassing van deze Vrijstelling Prospectusplicht de totale tegenwaarde van de aanbiedingen van in een groep verbonden groepsmaatschappijen, berekend over een periode van twaalf maanden, onder de € 5 miljoen blijven.
Daarnaast moet de aanbieding vooraf gemeld worden bij de AFM. Ondanks de Vrijstelling Prospectusplicht moet de uitgevende instelling wel gegevens aan beleggers verstrekken door middel van een informatiedocument. Dit informatiedocument is als bijlage bij de Vrijstellingsregeling Wft opgenomen en moet gelijktijdig met de melding aan de AFM worden verstrekt. Het informatiedocument helpt beleggers om de kosten, risico’s en het rendement van de belegging beter te begrijpen. Nadere informatie kunt u op de site van de AFM vinden.
Om gebruik te maken van de Vrijstelling Prospectusplicht dient er naast het informatiedocument ook nog aanvullende documentatie te worden aangeleverd. Als er een aanbiedingsdocument is, moet dat worden verstrekt. Ook eventueel reclamemateriaal moet vooraf aan de AFM worden verstrekt. Denk daarbij aan brochures, advertenties, (niet goedgekeurde) prospectussen, informatiedocumentatie, banners etc. Kortom: alle schriftelijke informatie die de uitgevende instelling aan potentiële beleggers verstrekt om hen te interesseren voor de aanbieding en hen daarover te informeren. Via die meldplicht houdt de AFM – ondanks het ontbreken van een officieel prospectus – toch nog een zeker overzicht over de vrijgestelde aanbiedingen.
Maakt u gebruik van de Vrijstelling Prospectusplicht, maar heeft u een aanbieding niet vooraf gemeld bij de AFM? Dan voldoet u niet aan de voorwaarden voor het gebruik van de vrijstelling. U overtreedt dan de Prospectusverordening. In zo’n geval moet u de aanbieding zo snel mogelijk alsnog bij de AFM melden. De AFM kan bij overtreding van deze verplichtingen een last onder dwangsom of een boete opleggen. Let ook hierop: ook al maakt u gebruik van de Vrijstelling Prospectusplicht, u bent nog steeds verplicht om noodzakelijke inhoudelijk juiste informatie met betrekking tot de aanbieding te verstrekken aan consumenten! Op basis van de Wet oneerlijke handelspraktijken (Wohp) is het namelijk verboden om onjuiste informatie te verstrekken dan wel essentiële informatie weg te laten die de consument nodig heeft om een goede keuze te maken over een (financiële) dienst of activiteit.
Wilt u weten of u gebruik kunt maken van de Vrijstelling Prospectusplicht, zoekt u hulp bij het schrijven van het informatiedocument of heeft u een vraag naar aanleiding van bovenstaande? Neemt u dan gerust contact met ons op met onze financieel recht specialisten Harm Jan Tulp of Sarah de Recht.
Sarah de Recht studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie Ondernemingsrecht. Na haar studie is zij gaan werken in de bancaire sector waar zij de laatste jaren werkte als specialist op het gebied van zakelijke kredietverlening. In haar vrije tijd is zij onder andere actief als official voor de Nederlandse paardensportbond.
Sarah de Recht studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie Ondernemingsrecht. Na haar studie is zij gaan werken in de bancaire sector waar zij de laatste jaren werkte als specialist op het gebied van zakelijke kredietverlening. In haar vrije tijd is zij onder andere actief als official voor de Nederlandse paardensportbond.