gamechanger voor de uitgifte van vastgoed
Hoge Raad 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778
De Hoge Raad heeft een baanbrekende uitspraak gedaan over vastgoeduitgifte door de overheid. Dit arrest is een gamechanger voor de vastgoedmarkt. In dit document leest u in kort bestek wat de gevolgen zijn, waar u in de praktijk mee te maken kunt krijgen en wat Yspeert advocaten voor u kan doen.
De rechtsregel uit het arrest geldt voor alle overheidslichamen. Dit zijn de klassieke overheden zoals Rijk, provincie en gemeente. De verwachting is dat de rechtsregel ook geldt voor private aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven (zoals regionale waterleidingbedrijven en zorg- en onderwijsinstellingen). Het gaat naar verwachting om alle partijen op wie de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing zijn.
Als de overheid rechten op een onroerende zaak wil uitgeven (denk aan koop, ruil, (erf)pacht, huur etc.), geldt als hoofdregel dat een openbare selectieprocedure voor (potentiële) gegadigden moet worden gehouden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het gelijkheidsbeginsel. De uitzondering ziet op de situatie dat vooraf duidelijk is aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria dat maar één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Niet beslissend is daarbij of er andere, vergelijkbare onroerende zaken beschikbaar zijn. Als sprake is van de uitzonderingssituatie, dan moet daarvan onderbouwd in een publicatie kennis worden gegeven.
Dit arrest heeft direct gevolgen voor u als vastgoedontwikkelaar. Een vastgoedtransactie is namelijk in beginsel ongeldig als uw wederpartij (een overheid) de rechtsregel uit het Didam-arrest niet heeft nageleefd. In die situatie kunnen andere gegadigden proberen uw transactie te voorkomen of ongedaan te maken.
Het arrest ziet op verkoop, maar kan ook gelden voor andere vormen van vastgoeduitgifte. Bijvoorbeeld: huur, ruil, bruikleen, pacht, erfpacht en opstalrechten. Het moet steeds gaan om uitgiftes zonder aanbestedingsplicht.
Selectie op inhoudelijke criteria (vergelijkende toets) is vaak het meest passend. Andere selectievormen zijn: loting, opbod, veiling en verdeling op volgorde van binnenkomst. (Potentiële) gegadigden moeten een gelijke kans krijgen. Dat geldt ook voor informatievoorziening en eventuele onderzoeksmogelijkheden. De aard en bewerkelijkheid van de procedure kunnen afgestemd worden op het belang van de uitgifte. Een minder grote uitgifte kan ‘minder zwaar opgetuigd worden’.
De selectiecriteria moeten passen binnen de beleidsruimte van het overheidslichaam. Ze moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn. Denkbare criteria zijn:
Niet mogelijk zijn criteria in strijd met de wet. Relevant kan bijvoorbeeld artikel 122 Woningwet zijn. Dit artikel bepaalt dat een overheid geen eisen mag stellen ten aanzien van onderwerpen die in het Bouwbesluit 2012 geregeld zijn
Tijdig vóór de selectieprocedure moeten voor alle (potentiële) gegadigden de volgende gegevens openbaar bekend zijn:
Bekendmakingen moeten adequaat zijn en een breed bereik hebben. Naar verwachting zullen overheden kiezen voor een vaste plek op de algemene website van de overheid en/of de elektronische bekendmakingsbladen (Provinciaal Blad, Gemeenteblad, Staatscourant) en/of het plaatselijke huis-aan-huis-blad.
Nogmaals: komt er geen selectieprocedure op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria (één serieuze gegadigde), dan moet dat voornemen tot uitgifte ook tijdig voor de daadwerkelijke vastgoeduitgifte onderbouwd gepubliceerd worden.
Verwacht wordt dat overheden beleid opstellen/aanpassen voor vastgoeduitgiftes. In dergelijk beleid kunnen de ‘spelregels’ worden bepaald. Bijvoorbeeld ten aanzien van:
Als gevolg van dit arrest verwachten wij de volgende concrete gevolgen voor de praktijk:
Als u met enige regelmaat vastgoed wilt verwerven van een overheid, is het van belang om:
- waar mogelijk met een voornemen tot het volgen van een selectieprocedure;
- binnen de gestelde termijn bij een lopende selectieprocedure;
- met een ‘algemene melding’ voor bepaalde soorten van vastgoeduitgiftes indien mogelijk;
Onze specialisten zijn u graag van dienst bij:
Voor vragen kunt u contact opnemen met Wouter Leerink of Jan-Gerrit Meijerink.
Wouter Leerink deed de Master privaatrecht en ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2010 heeft Wouter zich bij Yspeert gespecialiseerd in het bouw-, contracten- en ondernemingsrecht. Verder is Wouter actief als lid van de Junior Kamer Groningen (JCI), de Jongeren Commercieele Club Groningen (JCC), de Commercieele Club Groningen (CCG) en de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (Vbr-A). Wouter is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.
Wouter Leerink deed de Master privaatrecht en ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2010 heeft Wouter zich bij Yspeert gespecialiseerd in het bouw-, contracten- en ondernemingsrecht. Verder is Wouter actief als lid van de Junior Kamer Groningen (JCI), de Jongeren Commercieele Club Groningen (JCC), de Commercieele Club Groningen (CCG) en de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (Vbr-A). Wouter is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.
Jan-Gerrit Meijerink (advocaat sinds 2010) rondde eerst de studies Bedrijfskundige Informatica en Technische Bedrijfskunde af en werkte enkele jaren in de ICT-wereld. Inmiddels werkt hij al weer meer dan 10 jaar in de advocatuur, waar hij zich met name toelegt op het contractenrecht (B2B), het burgerlijk procesrecht en het vastgoedrecht(koop & huur). In het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten staat hij op deze rechtsgebieden geregistreerd. Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied. Hij is lid van de Vereniging voor Burgerlijk Recht en van de Vereniging van Agrarisch Recht Advocaten. Daarnaast is hij actief lid van de ondernemingsorganisatie Friese Zaken. In zijn vrije tijd is hij geregeld in de bergen te vinden of (dichter bij huis) op een zeilboot.
Jan-Gerrit Meijerink (advocaat sinds 2010) rondde eerst de studies Bedrijfskundige Informatica en Technische Bedrijfskunde af en werkte enkele jaren in de ICT-wereld. Inmiddels werkt hij al weer meer dan 10 jaar in de advocatuur, waar hij zich met name toelegt op het contractenrecht (B2B), het burgerlijk procesrecht en het vastgoedrecht(koop & huur). In het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten staat hij op deze rechtsgebieden geregistreerd. Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied. Hij is lid van de Vereniging voor Burgerlijk Recht en van de Vereniging van Agrarisch Recht Advocaten. Daarnaast is hij actief lid van de ondernemingsorganisatie Friese Zaken. In zijn vrije tijd is hij geregeld in de bergen te vinden of (dichter bij huis) op een zeilboot.