Werkgever let op! Het niet aanbieden van een vaste urenomvang kan u duur komen te staan

  • event28-01-2021
  • schedule16:00
  • timer2 minuten

Per 1 januari 2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking getreden. Eén van de pijlers van deze nieuwe wet is de verbetering van de positie van oproepkrachten. Dit houdt o.a. in dat werkgevers per 1 januari 2020 oproepkrachten een aanbod moeten doen voor een vaste urenomvang indien de arbeidsovereenkomst ten minste 12 maanden heeft geduurd. Uitgangspunt voor de urenomvang is het gemiddeld aantal gewerkte uren in de voorafgaande periode van 12 maanden.

De consequenties voor de werkgever die nalaat een dergelijk aanbod te doen, zijn niet mals, zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Limburg.

Casus

Werkgever en werkneemster hebben op 6 maart 2017 voor het eerst een arbeidsovereenkomst ‘Oproepmedewerker’ voor de duur van één jaar gesloten. In deze overeenkomst is opgenomen dat de oproepmedewerker verplicht is gehoor te geven aan een oproep, en de werkgever verplicht is haar naar evenredigheid op te roepen. De overeenkomst is vervolgens meermalen verlengd.

Op 6 augustus 2020 heeft werkneemster per e-mail aan haar werkgever gevraagd waarom haar nog geen voorstel is gedaan voor een vaste urenomvang. Op 28 augustus 2020 heeft de werkgever haar uiteindelijk laten weten dat zij niet meer zou worden opgeroepen wegens disfunctioneren.

Werkneemster vordert daarop in kort geding o.a. betaling van haar loon (als ware haar een aanbod voor vaste urenomvang gedaan) vanaf februari 2020, onder aftrek van het reeds betaalde loon.

Oordeel kantonrechter

Naar het oordeel van de kantonrechter is hier sprake van een oproepovereenkomst, omdat de omvang van de arbeid niet is vastgelegd als ‘één’ aantal uren, maar als een ‘gemiddeld’ aantal uren. Daarnaast krijgt werkneemster slechts de door haar gewerkte uren uitbetaald.

Dit betekent dat de regel uit de WAB (artikel 7:628a lid 5 BW) van toepassing is en werkgever aan werkneemster (schriftelijk of elektronisch) een voorstel voor een vaste urenomvang had moeten doen. Nu werkgever dit niet heeft gedaan, heeft werkneemster recht op uitbetaling van de uren die haar hádden moeten worden aangeboden (artikel 7:628a lid 8 BW). Deze verplichting geldt ook als werkneemster deze uren niet heeft gewerkt.

De kantonrechter wijst de loonvordering van werkneemster toe en bepaalt dat de werkgever daarover eveneens 50% wettelijke verhoging wegens vertraging en de wettelijke rente  verschuldigd is.

De volledige uitspraak leest u hier. (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2020:9724)

Conclusie

Het niet aanbieden van een vaste urenomvang kwam de werkgever duur te staan! Voor werkgevers is het dus erg belangrijk om goed in de gaten te houden wanneer een oproepovereenkomst 12 maanden heeft geduurd, zodat (op tijd) een vast urenaanbod kan worden gedaan.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan contact op met Marjolein Moorman of Tom Nicolai.

Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.