Tijdelijk omgevingsplan

  • event25-01-2022
  • schedule11:00
  • timer5 minuten

Blogreeks Omgevingswet deel 1:

Het zal slechts weinigen in Nederland zijn ontgaan: onlangs werd de Omgevingswet wederom uitgesteld. Niet 1 juli 2022, niet 1 januari 2023 maar 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Hoewel de wet inmiddels tal van keren is uitgesteld, bestaat er inmiddels geen discussie meer over de wet zelf. Waar de één lyrisch is over de wet, zet de ander de wet weg als “oude wijn in nieuwe zakken”.

Ongeacht uw visie op de wet; voor iedereen is de volgende vraag relevant: Wat verandert de wet in de praktijk? Wordt het bijvoorbeeld makkelijker om een vergunning te krijgen? Leidt de wet tot meer werk voor overheden? Waar vind ik op 1 januari 2024 relevante regels? In deze blogreeks geven we u een zo concreet mogelijke uitleg. Dit eerste deel van de blogreeks licht toe wat het tijdelijke omgevingsplan inhoudt.

Een van de onderdelen van de Omgevingswet betreft het gemeentelijke omgevingsplan. Dit is hét gemeentelijke instrument voor de fysieke leefomgeving en bestaat van rechtswege vanaf het moment dat de wet in werking treedt. Veelal wordt de vergelijking gemaakt dat het omgevingsplan ongeveer het bestemmingsplan is, maar het omgevingsplan is meer dan slechts een vervanging van het bestemmingsplan. Verschillende andere regels dan de ‘ruimtelijke ordeningsregels’ van een gemeente zullen in dit omgevingsplan opgaan. Andersoortige regels die (kunnen) opgaan in het omgevingsplan zijn regels ten aanzien van standplaatsen, het kappen van bomen, aanplakken van posters, enzovoorts.

1. Het tijdelijke omgevingsplan

Omdat een overstap van verschillende bestemmingsplannen naar één omgevingsplan voor het hele grondgebied van een gemeente over de onderwerpen die de fysieke leefomgeving raken, niet zomaar gaat, bestaat per 1 juli eerst het zogeheten ‘tijdelijke omgevingsplan’.

Daarbij de kanttekening dat het strikt genomen gaat om één omgevingsplan met daarin een tijdelijk deel en een nieuw definitief deel. Het tijdelijke deel (met daarin o.a. de huidige bestemmingsplannen) moet tussen 1 januari 2024 en eind 2029 worden overgezet naar het nieuwe definitieve deel. Met het omgevingsplan krijgen gemeenten (meer dan onder huidig recht) mogelijkheden om maatwerk te leveren voor hun grondgebied. Gemeenten lopen afhankelijk van het aantal inwoners, de oppervlakte van hun grondgebied en de mate van verstedelijking, immers ieder tegen hun eigen uitdagingen in de fysieke leefomgeving aan.

Deze geboden maatwerkmogelijkheden hebben tot gevolg dat het recht (meer dan nu) per gemeente kan gaan van verschillen en dat u per gemeente met andere normen te maken krijgt. Ter geruststelling: het tijdelijke omgevingsplan zelf wijzigt ten aanzien van de huidige situatie in de meeste gemeenten in beginsel de regels slechts beperkt. We worden op 1 januari 2024 niet direct wakker in een totaal nieuwe (juridische) wereld.

Het tijdelijke omgevingsplan is ‘slechts’ een samenvoeging van een aantal gemeentelijke zaken en een set aan rijksregels. Waar er nu verschillende bestemmingsplannen en verordeningen zijn, staat dat straks in één plan: het omgevingsplan. Het tijdelijk omgevingsplan is een samenvoeging van:

  1. Alle bestemmingsplannen (de ruimtelijke regels);
  2. Erfgoedverordening van de gemeente;
  3. Geurverordening van de gemeente;
  4. Afvoer regen- en grondwaterverordening van de gemeente.

De ‘bruidsschat’; dit zijn regels die nu op rijksniveau geregeld zijn en waarvan het onwenselijk is als ze op 1 januari 2024 ineens komen te vervallen. Dit ‘cadeautje’ voor gemeenten bestaat -onder andere- uit regels die nu nog in het Activiteitenbesluit milieubeheer, Bouwbesluit 2012 en het Besluit omgevingsrecht staan. Hoewel nog geen voorbeelden bekend zijn van gemeenten die deze toegewezen set aan regels (direct) willen aanpassen, hebben ze die vrijheid wel. In een latere blog gaan we hier verder op in. Op 1 januari 2024 zullen de oude bestemmingsplannen daarmee via het omgevingsplan nog enige tijd het belangrijkste onderdeel blijven voor de beoordeling van (projectontwikkelings)plannen.

2. Omzetting tijdelijk deel omgevingsplan naar definitief deel omgevingsplan

Vanaf 1 januari a.s. moeten gemeenten wel aan de slag met het omzetten van het tijdelijke deel van het omgevingsplan naar het nieuwe deel. Daarbij geldt dat gemeenten alleen regels op onderwerpniveau of gebiedsniveau mogen wijzigen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de gemeente regels over standplaatsen alleen in de gehele gemeente mag wijzigen onder het voorbehoud dat er geen conflict ontstaat met regels uit het tijdelijke deel. Het opnemen van regels voor een specifiek onderwerp in het nieuwe deel van het omgevingsplan, kan dus alleen aanvullend op het tijdelijk deel, niet ter wijziging van. Het wijzigen van de regels van het omgevingsplan is dus geen sinecure.

Ook zullen gemeenten verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving (denk aan verordeningen over bijvoorbeeld standplaatsen of het kappen van bomen), moeten omzetten van losstaande verordeningen naar het omgevingsplan. Het omgevingsplan wordt gedurende de tijd dus uitgebreid met nieuwe onderwerpen. Het is om die reden aan te bevelen al voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet alle verordening te doorgronden op dit thema.

Waar de ene gemeente voortvarend te werk zal gaan, zal een andere gemeente mogelijk meer tijd nemen. En die tijd is er: tot eind 2029 hebben gemeenten de tijd om de lokale wet- en regelgeving op één lijn te brengen met de Omgevingswet. Er is dus een kans dat het wachten op eventuele aanpassingen een lange zit wordt. Wel is het, zoals gezegd, wijs om na te gaan of een gemeente per 1 januari 2024 direct al zaken wijzigt. Gemeenten mogen dit (pas) vanaf 1 januari bekendmaken.

3. Wat verandert er dan wel direct door inwerkingtreding van de Omgevingswet?

Is er door het automatisch geldende tijdelijke omgevingsplan dan helemaal niets nieuws onder de zon? In het omgevingsplan wijzigt het een en ander wel omtrent de zogeheten wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Straks zijn die niet zonder meer toe te passen, de Omgevingswet gaat immers dit ‘gereedschap’ niet meer gebruiken. Voor projecten die voorheen met dit gereedschap werden gerealiseerd, moet vanaf 1 januari 2024 het nieuwe instrumentarium gebruikt te worden.

Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2024 wel direct het ‘procedure’-recht van de Omgevingswet. Ook hierop zullen wij in latere blogs nog in gaan, maar zo geldt bijvoorbeeld dat de reguliere procedure de ‘standaard’-procedure wordt en gelden er andere termijnen dan voorheen t.a.v. bijvoorbeeld een uitgestelde inwerkingtreding.

4. Afsluitend

Hoewel er met ingang van 1 januari 2024 in het omgevingsrecht zeker enkele veranderingen zullen optreden, veranderen materiële zaken als gevolg van het tijdelijke omgevingsplan in de hoofdregel niet direct ingrijpend. (Bouw)mogelijkheden worden niet als vanzelf opeens beperkt of vergroot. Dat biedt rust. Wel is 1 januari 2024 het startschot van het verder samenvoegen van regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en zullen proactieve gemeenten voortvarend aan de slag gaan/zijn. Heeft u voor of na 1 januari 2024 vragen over de Omgevingswet, neem dan contact op met onze specialist Elzelou Grit.

Onze volgende blog over de Omgevingswet zal gaan over hoe een vergunning straks moet worden aangevraagd. Hierin wijzigt namelijk het een en ander en dat heeft invloed op de manier waarop een vergunning aangevraagd moet worden.

Geschreven door:

Elzelou Grit

Elzelou Grit studeerde Nederlands Recht (cum laude) specialisatie Staats- en bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte bij twee (middel)grote advocatenkantoren in Noord-Nederland en bij een bestuursrechtelijk en bestuurskundig onderzoeks- en adviesbureau voor overheden. Elzelou volgde de specialisatieopleiding Omgevingsrecht (voorheen ruimtelijke ordening en milieu) aan de Grotius Academie in Nijmegen. Elzelou was tot voor kort lid/voorzitter van de Commissie Bezwaar en Beroep van de Provincie Flevoland. Deze commissie adviseert het college van Gedeputeerde Staten over de rechtmatigheid van genomen besluiten. Elzelou is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.

Elzelou Grit studeerde Nederlands Recht (cum laude) specialisatie Staats- en bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij werkte bij twee (middel)grote advocatenkantoren in Noord-Nederland en bij een bestuursrechtelijk en bestuurskundig onderzoeks- en adviesbureau voor overheden. Elzelou volgde de specialisatieopleiding Omgevingsrecht (voorheen ruimtelijke ordening en milieu) aan de Grotius Academie in Nijmegen. Elzelou was tot voor kort lid/voorzitter van de Commissie Bezwaar en Beroep van de Provincie Flevoland. Deze commissie adviseert het college van Gedeputeerde Staten over de rechtmatigheid van genomen besluiten. Elzelou is als vennoot verbonden aan Yspeert advocaten.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.