Het einde van de beëindigingsclausule?

  • event08-06-2021
  • schedule11:00
  • timer4 minuten

U heeft een overeenkomst met een afnemer. Uw facturen worden niet meer betaald en u vermoedt dat de afnemer spoedig failliet verklaard zal worden. Gelukkig heeft u in (de algemene voorwaarden van) uw overeenkomst een beëindigingsclausule opgenomen. Kan deze clausule u anno 2021 helpen om van de overeenkomst af te komen?

Beëindigingsclausule

Tegenwoordig is in de meeste (standaard) algemene voorwaarden een beëindigingsclausule opgenomen. Beëindigingsclausules komen in verschillende soorten en maten voor. In de kern bepaalt een beëindigingsclausule dat de overeenkomst bij faillissement van één van de partijen of bij andere financiële nijpende omstandigheden kan worden beëindigd of zelfs automatisch tot een einde komt.

Situatie tot 1 januari 2021: BabyXL

In 2005 oordeelt de Hoge Raad in het arrest BabyXL dat het inroepen van contractuele ontbindingsbevoegdheden (in dit geval de beëindigingsclausule) in verband met een faillissement mag, tenzij de wet voorziet in een specifieke, dwingende andere bepaling of de inroeping van de clausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is.

Een voorbeeld van een specifieke en tevens dwingende wettelijke bepaling is het verbod voor leveranciers van gas, water, elektriciteit of verwarming om tot afsluiting over te gaan vanwege betalingsachterstanden van vóór faillissement. Op dit punt heeft de wetgever dus ingegrepen zodat deze belangrijke overeenkomsten – die voorzien in basisbehoeften – niet zomaar beëindigd kunnen worden.

Het inroepen van een beëindigingsclausule mag daarnaast niet in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Dit houdt in dat de beëindiging van de overeenkomst redelijk moet zijn: de voor- en nadelen moeten voor beide partijen worden afgewogen. De Hoge Raad geeft in het arrest BabyXL slechts één voorbeeld. Wanneer de doorbetaling van de contractuele verplichtingen gedurende faillissement verzekerd is, is een beroep op de clausule niet redelijk. Het woord ‘doorbetaling’ is in deze context van belang, omdat dit woord suggereert dat er geen betalingsachterstanden van vóór faillissement mogen zijn. In zo’n geval zal er voor de leverancier ook geen noodzaak zijn om de overeenkomst te beëindigen. Al zijn facturen van vóór faillissement zijn betaald en de betaling van de facturen ná faillissement zullen dan door de curator moeten worden verzekerd.

Het voorbeeld van de Hoge Raad is niet als exclusief voorbeeld bedoeld. Er zijn dus, naast de doorbetaling van contractuele verplichtingen na faillissement, nog andere situaties mogelijk waarbij het inroepen van de clausule niet redelijk is. Of hier sprake van is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Situatie vanaf 1 januari 2021: BabyXL én WHOA

Per 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Het doel van de WHOA is om ondernemingen die levensvatbaar zijn, maar grote schulden hebben, te helpen, zodat een faillissement kan worden voorkomen. Via een herstructurering worden de schulden van de onderneming gesaneerd. De insteek is dat ondernemingen na een reorganisatie en het aanbieden van een akkoord, waarbij vaak een percentage van haar vorderingen aan de schuldeisers wordt aangeboden, weer verder kunnen. Indien bepaalde drempels gehaald worden, kan de rechtbank een akkoord homologeren. Op deze manier worden ook schuldeisers gebonden aan het akkoord, die er in eerste instantie niet mee instemden.

In de WHOA is een specifieke bepaling opgenomen over beëindigingsclausules, welke bepaling door een afnemer kan worden ingeroepen. Deze wettelijke bepaling ontneemt onder omstandigheden de werking aan de contractueel overeengekomen beëindigingsclausule. Het voorbereiden van een akkoord, het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige en andere handelingen of gebeurtenissen die hiermee te maken hebben, mogen geen trigger zijn voor het inroepen van een beëindigingsclausule door een leverancier. Zo zorgt de wet ervoor dat de reorganisatie en het aanbieden van een akkoord voor een afnemer een daadwerkelijke kans van slagen krijgt. Indien immers leveranciers en klanten, zonder pardon bestaande overeenkomsten kunnen beëindigen bij de start van een WHOA traject, heeft de onderneming geen reële overlevingskansen en een WHOA traject geen kans van slagen.

Conclusie

Terug naar het begin. Uw afnemer verkeert in financiële problemen. U heeft in uw overeenkomst een beëindigingsclausule opgenomen. Kunt u hier anno 2021 een succesvol beroep op doen?

  • Indien uw afnemer failliet verklaard wordt, kunt u hoogstwaarschijnlijk een geslaagd beroep doen op de beëindigingsclausule in uw overeenkomst. Dit is slechts anders wanneer de doorbetaling van de verplichtingen gedurende faillissement verzekerd is. 
  • Indien uw afnemer een WHOA traject ingaat, kunt u geen beroep doen op de beëindigingsclausule in uw overeenkomst. 

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Heeft uw afnemer financiële problemen en weet u niet welke stappen u zult ondernemen? Neem dan contact op met Ellen Jager.
Wilt u meer weten over de mogelijkheden die de WHOA biedt? Neem dan contact op met Hillie Lunter of Ronald Klarus. Tevens verwijzen wij u naar de blogs die reeds over de WHOA zijn gepubliceerd:

Geschreven door:

Ellen Jager

Ellen Jager studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie ondernemingsrecht en privaatrecht. Haar scriptie over ‘De grenzen van insolventieclausules’ is beoordeeld met een acht. Zij heeft haar master Cum Laude afgesloten. Ook volgde ze het Honours College bachelor programma aan de Rijksuniversiteit Groningen, in het kader waarvan ze een Summer school aan de universiteit van Genève heeft gevolgd. Ellen heeft tijdens haar studie onder andere gewerkt als huiswerkbegeleider en bijlesdocent voor middelbare scholieren. Gedurende haar master was Ellen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als werkgroepsdocent Romeins recht.

Ellen Jager studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisatie ondernemingsrecht en privaatrecht. Haar scriptie over ‘De grenzen van insolventieclausules’ is beoordeeld met een acht. Zij heeft haar master Cum Laude afgesloten. Ook volgde ze het Honours College bachelor programma aan de Rijksuniversiteit Groningen, in het kader waarvan ze een Summer school aan de universiteit van Genève heeft gevolgd. Ellen heeft tijdens haar studie onder andere gewerkt als huiswerkbegeleider en bijlesdocent voor middelbare scholieren. Gedurende haar master was Ellen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen als werkgroepsdocent Romeins recht.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.