Afgebroken onderhandelingen deel 2: Aandachtspunten bij onderhandelingen afbreken

  • event10-09-2021
  • schedule10:00
  • timer3 minuten

Tot wanneer mag je onderhandelingen nog afbreken?

Onderhandelingen mag je meestal zonder problemen afbreken, maar daar zijn uitzonderingen op. Zolang een overeenkomst nog niet gesloten is mag je in principe de onderhandelingen afbreken. Deze onderhandelingsfase wordt de precontractuele fase genoemd. In die fase geldt dat partijen veel vrijheid hebben te beslissen of zij wel of niet een overeenkomst aangaan. Er kunnen ook situaties zijn waarin het afbreken van de onderhandelingen niet meer mag.

De Hoge Raad heeft in het arrest Baris/Riezenkamp[1] bepaald dat onderhandelende partijen zich in de precontractuele fase moeten gedragen in overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid. Dat betekent dat partijen over en weer rekening moeten houden met elkaars gerechtvaardigde belangen.

Nakoming overeenkomst

Zoals in de vorige blog in deze serie aan bod is gekomen, komt een overeenkomst tot stand als een rechtsgeldig aanbod gedaan is, dat aanvaard wordt. Dit kan al zo zijn als er op de belangrijkste punten overeenstemming bestaat, ook al zijn partijen het nog niet over alle details eens. In dat geval kan worden gesteld dat er sprake is van een overeenkomst en dat de (vaak mondeling of per mail) gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.

Aansprakelijkheid

Wanneer een partij met redelijke mate van waarschijnlijkheid weet dat zij geen overeenkomst wil aangaan, dan moet zij dit aan de andere partij kenbaar maken om te voorkomen dat deze verdere kosten zal maken. Er hoeft echter geen rekening gehouden te worden met commerciële belangen. Als er bij een partij het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat er een overeenkomst is gesloten, dan moeten de gemaakte afspraken worden nagekomen. De partij die in dat stadium de onderhandelingen afbreekt, loopt het risico te worden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding, of zelfs verplicht te worden om verder te onderhandelen.

Of het afbreken van de onderhandeling als onrechtmatig moet worden gezien, wordt volgens de Hoge Raad bepaald aan de hand van een “strenge tot terughoudendheid nopende maatstaf”. Precontractuele aansprakelijkheid wordt in recente rechtspraak dan ook alleen aangenomen onder bijzondere omstandigheden. Het is mogelijk dat, ondanks het gewekte gerechtvaardigd vertrouwen, het belang van de afbrekende partij om de onderhandeling te mogen afbreken zwaarder weegt. Dit is bijvoorbeeld het geval als gedurende de onderhandelingen zich ‘onvoorziene omstandigheden’ hebben voorgedaan. Zo ging het in de uitspraak De Ruiterij/MBO om onderhandelingen over de uitbreiding van een hotel. Tijdens de onderhandelingen stortte de economie in, in het bijzonder de markt voor hotels in de desbetreffende stad, waardoor een uitbreiding zinloos zou zijn. Volgens de Hoge Raad was dit aan te merken als een ‘onvoorziene omstandigheid’.[2] Het moet dan dus echt gaan om een omstandigheid die partijen niet hebben kunnen voorzien.

Schadevergoeding

Eventuele schadevergoeding voor het onterecht afbreken van de onderhandelingen bestaat in de regel uit het vergoeden van de gemaakte onderhandelingskosten als het niet vergoeden hiervan in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De wederpartij wordt dan in de situatie gebracht alsof er geen onderhandelingen plaatst zouden hebben gevonden. Ook kan het voorkomen dat het onterecht afbreken van onderhandelingen leidt tot de verplichting om de gederfde winst van de wederpartij te moeten vergoeden. De benadeelde partij wordt dan in de (fictieve) situatie gebracht dat er wel een overeenkomst zou zijn gesloten. Voorwaarde hiervoor is dat er terecht op vertrouwd mocht worden dat er een overeenkomst tot stand zou komen. Er zijn echter weinig situaties waarin dit is toegewezen.[3]

Verplichting tot dooronderhandelen

Als er wordt geoordeeld dat het afbreken van de onderhandelingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan de rechter een bevel tot dooronderhandelen geven (op straffe van een dwangsom). Dit kan zelfs worden gecombineerd met de eis om de wederpartij te laten verbieden met een derde te mogen onderhandelen of met een derde een overeenkomst te mogen sluiten.[4] Of die vorderingen zinvol zijn hangt natuurlijk af van de omstandigheden van het geval en van wat u wilt bereiken.

Conclusie

Het uitgangspunt is dat het partijen vrij staat om de onderhandelingen af te breken. Pas als die onderhandelingen onterecht afgebroken worden, dan kunnen daar gevolgen aan verbonden worden. Of dat in uw situatie het geval is hangt af van de omstandigheden van het geval, de redelijkheid en billijkheid, de gerechtvaardigde belangen van beide partijen, het gewekte vertrouwen, de mate waarin over belangrijke onderwerpen overeenstemming is bereikt en van de bedoeling van partijen. Precontractuele aansprakelijkheid wordt slechts onder bijzondere omstandigheden aangenomen. Uiteindelijk blijft de contractvrijheid van partijen leidend.

Heeft u vragen over deze blog, of wilt u nagaan of u nog onderhandelingen mag stoppen? Neem dan contact op met Jan-Gerrit Meijerink

[1] HR 15 november 1957, ECLI:NL:HR:1957:AG2023, NJ 1958/67 (Baris/Riezenkamp).
[2] HR 14 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2105, NJ 1997/481 (De Ruiterij/MBO).
[3] R.P.J.L. Tjittes, ‘De aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen – een kritisch overzicht', DJ 2016/2698.
[4] Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-III 2014/196 (slot).

Geschreven door:

Jan-Gerrit Meijerink

Jan-Gerrit Meijerink (advocaat sinds 2010) rondde eerst de studies Bedrijfskundige Informatica en Technische Bedrijfskunde af en werkte enkele jaren in de ICT-wereld. Inmiddels werkt hij al weer meer dan 10 jaar in de advocatuur, waar hij zich met name toelegt op het contractenrecht (B2B), het burgerlijk procesrecht en het vastgoedrecht(koop & huur). In het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten staat hij op deze rechtsgebieden geregistreerd. Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied. Hij is lid van de Vereniging voor Burgerlijk Recht en van de Vereniging van Agrarisch Recht Advocaten. Daarnaast is hij actief lid van de ondernemingsorganisatie Friese Zaken. In zijn vrije tijd is hij geregeld in de bergen te vinden of (dichter bij huis) op een zeilboot.

Jan-Gerrit Meijerink (advocaat sinds 2010) rondde eerst de studies Bedrijfskundige Informatica en Technische Bedrijfskunde af en werkte enkele jaren in de ICT-wereld. Inmiddels werkt hij al weer meer dan 10 jaar in de advocatuur, waar hij zich met name toelegt op het contractenrecht (B2B), het burgerlijk procesrecht en het vastgoedrecht(koop & huur). In het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse Orde van Advocaten staat hij op deze rechtsgebieden geregistreerd. Op grond van deze registratie is hij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse Orde van Advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd rechtsgebied. Hij is lid van de Vereniging voor Burgerlijk Recht en van de Vereniging van Agrarisch Recht Advocaten. Daarnaast is hij actief lid van de ondernemingsorganisatie Friese Zaken. In zijn vrije tijd is hij geregeld in de bergen te vinden of (dichter bij huis) op een zeilboot.

Klik voor meer binnnen de categorie
Neem contact op

Klik hier voor het het privacybeleid van Yspeert advocaten n.v.