In eerdere blogs bespraken we de “ins en outs” van het adviesrecht van de ondernemingsraad en het instemmingsrecht van de ondernemingsraad: op welke onderwerpen ziet dit recht, hoe verloopt een aanvraag en hoeveel tijd is hiermee gemoeid? In deze blog gaan we in op een ander belangrijk recht van de ondernemingsraad, namelijk het beroepsrecht.
In artikel 26 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is bepaald in welke gevallen de ondernemingsraad in beroep kan:
Als het advies van de ondernemingsraad niet wordt gevolgd, moet de ondernemer zorgvuldig motiveren waarom hij van het advies afwijkt. Er gaat in dat geval een “wachttermijn” van één maand in. Gedurende deze maand mag de ondernemer het besluit nog niet uitvoeren en heeft de ondernemingsraad de mogelijkheid een procedure te starten bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam.
De ondernemingsraad moet dus binnen een maand na de schriftelijke mededeling van het besluit of nadat kennis is genomen van de uitvoering van het besluit, beroep instellen. Dit is een fatale termijn, wat betekent dat na afloop van deze termijn geen beroep meer mogelijk is.
De Ondernemingskamer toetst in de procedure of de ondernemer in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen, tot zijn besluit heeft kunnen komen. Dit wordt terughoudend getoetst, omdat de ondernemersvrijheid als uitgangspunt heeft te gelden.
Relevante aspecten bij de beoordeling door de Ondernemingskamer zijn bijvoorbeeld:
De ondernemingsraad kan de Ondernemingskamer ook vragen om een voorlopige voorziening te treffen. De mogelijke voorzieningen zijn:
Twijfelt u of een besluit dat u wenst te nemen ‘adviesplichtig’ is? Of heeft u naar aanleiding van deze blog andere vragen over de ondernemingsraad of ondernemingskamer? Neemt u dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten: Marjolein Moorman, Femke Westra en Tom Nicolai.
Marjolein Moorman studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisaties Privaatrecht en Arbeidsrecht. Ook heeft zij een semester aan de University of Aruba gestudeerd. Marjolein is bestuurslid van de Oranjevereniging Groningen en verantwoordelijk voor de 'juridische zaken'. Daarnaast is zij lid van de Jongeren Commerciële Club in Groningen.
Marjolein Moorman studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, met als specialisaties Privaatrecht en Arbeidsrecht. Ook heeft zij een semester aan de University of Aruba gestudeerd. Marjolein is bestuurslid van de Oranjevereniging Groningen en verantwoordelijk voor de 'juridische zaken'. Daarnaast is zij lid van de Jongeren Commerciële Club in Groningen.